Koud

Het is te koud en het heeft weer nauwelijks geregend. Simone laat me het aardappelbed zien: “Pas grand-chose.” Dat is de standaardklacht hier, niet veel soeps. De aardbeien doen niks en de sjalotjes zijn een lachertje.


De aardappels en aardbeien zitten er bij ons ook in.
Maar ze hebben gelijk, het is fris en de zon schijnt vrolijk. Geen regenwolkje te bekennen. Dat is misschien voor de toeristen leuk, voor ons mopperende volkstuinders een reden te meer om te mopperen.
De worteltjes – twee weken geleden gezaaid – komen voorzichtig te voorschijn. Bietjes nog niet gezien, maar die kunnen door de slakken zijn opgevroten.

De wilde flora is hier ouderwets prachtig. In het Paasweekend bloeiden de wilde primula’s, de maartse viooltjes en het speenkruid, nu zijn het de wilde hyacinthen en de orchideeen.


En een witte bloem, die ik maar niet in de Heukels kan vinden. Het is duidelijk familie van de silene en de koekoeksbloem, een soort groot gipskruid. Staat overal heel decoratief te zijn.


Wie weet het?

Kikker


Het lijkt hier potdoome de Betuwe wel. Alleen zijn er geen kolonnes flink doorstappende bejaarden. Dat is een voordeel.
Alle planten zijn in de grond gezet. Het is mooi weer, maar tamelijk koud voor de tijd van het jaar, zoals de moeder van de boer mij verzekerde. Ze zag me bezig met het planten van de OIkers (wat is dat in het Frans? La capucine, moest ik even opzoeken) en wilde precies weten wat ik allemaal in de grond stopte. Het gesprek vond plaats terwijl zij op het pad aan de andere kant van de tuinmuur stond. De verwezenlijking van een droom, echt: met de Franse buurvrouw over de tuin praten, met die muur tussen ons in.
Ik zag net vijf minuten geleden dat hun moestuin helemaal braak ligt. Ook de kas van boomstammetjes en plastic staat er niet meer. Moet ik morgen eens vragen wat er aan de hand is.
Terwijl ik met de hak brandnetels te lijf ga (what’s new) hoor ik een kikker. En warempel daar is er een.


Bovenop de vuilniszak van de Hellebori, die hun kopjes weer opsteken, nu ze in de lekkere warme Franse grond staan.

Spitten en maaien

Eindelijk is het een paar dagen achter elkaar droog geweest en daarom ben ik, snelle Henkie, naar de tuin gescheurd en heb het gras gemaaid.


Ik dacht er dit keer wel aan de buurtuin te fotograferen. De bosanemoontjes gaan mee en het knikkend nagelkruid (Geum rivale), twee grote Hellebori en een bosje daslook. O, en een Centaurea montana, de bergkorenbloem.


Ze blijven vannacht in een vuilniszak in de auto.

Lust

Ze zijn weer door het dolle heen.

Twee uur geleden waren ze in de goot aan het vozen en nu zitten ze er nog steeds.


Gelukkig is het maar ?©?©n woerd en niet drie of meer, zoals ik een paar jaar geleden zag. Toen verdween de hele bende hysterisch onder water. Het vrouwtje kwam niet meer boven.

De eerste gierzwaluwen zijn weer gezien. Hier vandaag nog niet, maar ik dacht er gisteren werkelijk een te horen. Ik blijf de hemel afspeuren. Observaties.