Le R?®ve


Ik heb eindelijk de stoute schoenen aangetrokken: ik ga weer paardrijden. Ik heb, geloof ik, 25 of 30 jaar geleden voor het laatst serieus paardgereden. Wat de doorslag gaf, was een fragment uit de documentaire TV-serie Le r?®ve, die op woensdag bij de RVU wordt uitgezonden. De camera stond bij camping le Petit Paradis op een heuvel en beneden in het dal zagen we Ton, de campingeigenaar op zijn paard galopperen, hond ernaast.


Oei, dat deed pijn, dat verlangen.

De manege: “Dan zie ik u in ruiterkleding dinsdagavond? Tot dan, mevrouw de Korte.”
Ruiterkleding? Die heb ik helemaal niet. Help!
Yeva en ik googleden een tweedehands ruiterspullenwinkel op in de rivierenbuurt en dat was wel zo’n curieuze tent, dat we weer voor jaren genoeg stof hebben om onze omgeving van vette verhalen te voorzien.

Ingang door de tattooshop, de trap af en struikel niet over de honden. Terwijl ik de ene cap na de andere pastte, hoorden we het gezoem van de tatoeagenaald. Hele sympathieke mensen, echt waar en ze zouden ‘s avonds naar de Toppers in de Arena, vertelden ze. Gezellig!
We scoorden een cap en een rijbroek, voor niet te veel geld.


Zaterdag bracht ik Yeva naar Waveren. Die paarden zijn veel groter dan ik me herinner. Ik bleef even naar de les kijken en hoorde de bekende termen als hele en halve voltes, van hand veranderen, hulp, aansingelen, uitstappen, longeren, chabraque (sjabrak), chaps (tjeps). Dat vind ik dan weer minder.


Vanuit Waveren ging ik naar de volkstuin. Ik kon nog net even een plaatje van de pergòla maken, voordat de batterijen van de camera er mee ophielden. Wat krijgen we nou?

Koolmeesjes


In de volkstuin zetten de jonge meesjes een keel op vanuit hun hokje, zodra ze een van hun ouders hoorden. Dat arme vadertje en moedertje waren non-stop bezig. Heel wat anders dan die slechtvalkjes, die eens in de zoveel tijd een dood beest de kinderkamer ingooien. Kwintie ging onmiddellijk op onderzoek uit, want hij begreep niet waar dat geluid vandaan kwam. Zo dom is hij anders nooit. Hij ziet er wel dom uit op deze foto (Zit! Zit! Blijf! Zit! Niet aan de camera likken!):


Ik heb vandaag gesnoeid en gehakt en geveegd. Een lustoord, die tuin.


Ik moet de boel alleen een beetje begaanbaar houden.

Poesie


Een paar jaar geleden kregen de meisjes van hun oma een antiek poesiealbum. Het eerste gedicht is geschreven op 12 Julie (!) 1903. “Je liefhebbende Cornelia v.d. Bogert” en gericht aan Piet. Dat was de zus van de moeder van oma.


Dit is van “Ta petite amie Christien van Andel”

In 1912 schrijft juffrouw Smits-Nierhoff
“Beste Jaantje,
Geen schoner les,
En meer van kracht,
Dan Efese zes
Vers zeven en acht.”

Dat moet de schooljuf zijn geweest van Jaantje, de moeder van oma. De eerste drie gedichten zijn voor Piet. Daarna zijn de volgende 2 voor Jaantje en dan is de rest weer voor Piet, tot 14 december 1940.

“Chrisje mijn jongste spruit ik spreek hier een wens tot je uit Wees altijd eerlijk en oprech Is het geen wat ik tot je zeg.” (Anders rijmt het niet.) “Je Vader”
Chrisje is oma. Het laatste gedicht is van Tiny, geschreven op 16 december 1942. Tiny spreken en zien we gelukkig nog wel eens. Een leuke meid van een jaar of 82.
Waarom zouden ze zo’n poesiealbum hebben gedeeld? Uit zuinigheid?

En zou oma gedacht hebben dat de meisjes er gewoon verder mee zouden gaan?

Fifteen

We aten met de zaak in Jamie Oliviers Fifteen.

Daar valt verder niets over te melden dan: ok. Te koud om buiten te zitten en naar het water te staren.

Slechtvalkjes 2

Als je nog een slechtvalkje wil zien, moet je snel zijn. Ze staan op het punt van uitvliegen. Op 2 mei zagen ze er zo uit:

Op 13 mei (moeder zet de pannen op tafel):

En vannacht waren ze nog steeds bezig aan hun veren te plukken op dat gruwelijke kerkhof waar ze de hele dag op zitten.

Moeder zet dan wel de pannen op tafel, maar afruimen en afwassen is er niet bij.
Slechtvalken op Planet.