Sloop


De favo paddo’s

Omdat er toch veel meer dan voorzien gebouwd en gesloopt moet worden, heb ik me verschanst in de slaapkamer, waar de geur van cepes opstijgt vanaf het toetsenbord. De buurvouw, moeder van de boer, kwam namelijk gisteren met een gigantische hoeveelheid aanzetten, de laatste voorlopig, zei ze. Twee weken geleden hadden ze manden en manden vol.
Ik heb net alle plaatjes eraf zitten pulken en snijden, en nu zit er een zwaar geconcentreerd paddestoel-aroma aan mijn vingers. Veel beter dan die geparfumeerde Franse zeeplucht.


Kastje weg

Boven het oude aanrecht hing een houten kastje. Dat was wel aardig met veel originele details, maar hing zo raar en te laag ten opzichte van het nieuwe aanrecht, dat het eraf moest. Jammer genoeg was het zoveel jaar geleden met veel spijkers, gipsplaat en tegen de hoofdleiding van waterleiding opgehangen, dat het slechts met gecontroleerd geweld is gelukt. Saar is dol op bouwvakachtige bezigheden en liep stoer als een amanuensis met een veiligheidsbril haar vader te helpen.


Boom stuk

Op ons terrain bleek deze wilde kers zwaar gewond. Storm of bliksem? Die moet ook nog opgeruimd.

De prei en de bieten doen het uitmuntend, maar van de rode uien die we hadden geplant, is er geen een te vinden. In augustus had ik nog wel twee (van de vijftig) getraceerd. Wie eet dat toch?

We mochten van de tweelingdames van de zomer appeltjes rapen. Ze hebben een stuk of zes bomen op het weitje achter ons staan en een ervan draagt de allerheerlijkste rode appeltjes, met hagelwit vruchtvlees.


Sterappels?

Volgens de buren moeten we er compote van maken. Gewoon opeten kan ook, vonden Yeva en ik, maar dat waren ze niet met ons eens. Proef dan toch, een fris zuur smakelijk vruchtje en nog aantrekkelijk om te zien ook. Misschien zijn ze niet van de appeleterij, dat kan.