Ze hebben het overleefd, de oleanders
Zo, nu de telecommunicatie is hersteld, kan ik dit vermaledijde log gewoon weer bijhouden, en een bijkomend voordeel is dat de ontwenningsverschijnselen zijn opgehouden. Een beetje nasputtering omdat de dief van mijn telefoonnummer een modem terugeist, wat ik nooit heb ontvangen. Altijd gezeik. Ik heb het geaccepteerd: ik heb een grote bek (= ik ben niet bang om onwenselijke dingen te zeggen) en kom dan toevallig ALTIJD sneue types tegen die daar niet tegenkunnen. Ik denk serieus dat het een ouderwetse Freudiaanse ontmanningsangst is. Want dat het seksistische element niet ontbreekt, is glashelder. Ik heb over mijn vrolijke avonturen met machtsbeluste zielepoten in het algemeen. Maar dit even terzijde.
Het is tamelijk koud, wat zeg ik, het is idioot koud, hoewel de zon heur best doet om er nog wat van te maken. Vanmiddag gaat Yeva weer paardrijden met het bekende clubje gezelligerds, en de rit gaat 2 uur duren, zei R?¬¨¬©mi. Dat denkt hij, maar als de oude garde meerijdt, de leukerds uit Parijs en uit de omgeving, duurt zo’n tochtje eerder drie uur. Dan ik ondertussen fijn naar de mijn favoriete winkel, de ALDI, hoewel je die beter niet op woensdag kunt bezoeken.
To en Tom aten tomaten
Ik ga zo maar eens een beetje gras maaien, nu de wolken werkelijk aan het verdwijnen zijn. Als het nu echt mooi wordt en droog blijft, kunnen we er ons eigen hooi van maken.
Start onmiddellijk
Ik had het maandag nog met Lucienne en haar dochter over de verschillende gehuchtjes en hoe het vroeger was, toen alleen haar oom Octave TV had: de hele buurt kwam kijken. Die TV stond trouwens in ons huis toen we het kochten, en hij gaf vrijwel onmiddellijk de geest. Het gehuchtje waar haar moeder woonde, beneden aan onze berg, is de laatste vijftig of misschien wel vijfhonderd jaar niet veranderd, maar ons gehucht heeft een paar “moderne” huizen, die verder het rustieke beeld niet verstoren. Het ziet er bij ons wat welvarender uit, dat is het.
– En er zitten allemaal buitenlanders, zei Lucienne, Schotten, schijnt.
– Maar die zijn er bijna nooit, Lucienne, en er zijn twee nieuwe Franse gezinnetjes bijgekomen, die er permanent wonen.
We gingen het aantal inwoners eens tellen. De eerste echte bewoners, dat zijn er 9, plus de nieuwe, 6, maakt 15 vaste bewoners. En dat met de tweede-huizeneigenaars, twee maal 2 Franse, is 4, plus 4 Schotten, een Brit en de Nederlanders, 2 + ons = 6, maakt ook 15.
– Maar jij bent geen buitenlander, zei Lucienne, een heel klein beetje maar.
Kijk, daar doe ik het voor.