Een foto van een foto van een foto

Henze Boekhout

In de ruimte van het Fonds BKVB opende gisteren een tentoonstelling van foto’s van foto’s: Het democratische fotoalbum, natuurlijk samengesteld door Hans Aarsman.

Hoewel het reuzegezellig was iedereen weer eens te zien, oude knakkers uit de fotografie en zelfs bekenden van de cr?®che van de meisjes, vond ik de tentoonstelling als tentoonstelling jammer genoeg tegenvallen.
– Waar gaat het eigenlijk over, vraag ik alweer met Theo & Thea.
In het fotoalbum verdwijnt het onderscheid tussen amateur en professioneel, tussen hobbyist en kunstenaar, staat in het begeleidend schrijven. Nu zie ik nu pas – ik heb weer zitten slapen – dat deze tentoonstelling een aanvulling is op het essay De waarde van de amateur van Jorinde Seijdel, en dat heb ik gemist, omdat ik weer te druk aan het kwekken was.

Ik vind fotoalbums kijken heel leuk, dat is het niet, maar vind dit nu weer een beetje in zijn pretentie zijn doel voorbijschieten. Ik had die foto‚Äö?Ñ?¥s zelf willen zien, niet in vitrines zoals sommigen voorstelden, voor mijn part aan de muur geprikt, maar het liefst gewoon, live, in mijn handen en dan bladeren.
Een bijkomend bezwaar van de presentatie was dan ook de (slechte) kwaliteit van de printjes, die de dynamiek uit de oorspronkelijke plaatjes haalde. Een zelfgemaakt album uit de jaren ’50 ziet er anders uit dan een mapje met plastic inschuifbladen. Die waren nu allemaal precies even plat in contrast, vorm, textuur en geur. Of zou dat het democratische zijn? Doe mij in dat geval dan maar een oligarchie met een tiran.

De albums waren verder naar mijn gevoel inwisselbaar, dus op grond waarvan is er geselecteerd? Het is geinig om de jonge Henze en een paar anderen te herkennen, maar ik ben verder volgens mij ziende blind, want waar gaat het nu toch over? Geen idee. Plaatjes kijken? Misschien. Het lijkt alleen maar over de vorm te gaan.

Oude foto's van Monique

Mijn kritische blik komt misschien ook voort uit het feit, dat we de afgelopen weken steeds bezig zijn geweest met de foto’s van de familie van ons Franse huis. De foto midden boven met het echtpaar is waarschijnlijk de oudste en is uit ¬¨¬±1900, gezien de tekst en het lettertype. De foto van Monique daaronder is in augustus 1932 gemaakt. Zo’n stapel doorkijken, wegleggen, vergelijken is oneindig veel interessanter dan de foto’s bekijken van de foto’s uit het fotoalbum van onbekenden, althans zoals ze op deze tentoonstelling zijn gepresenteerd.

Ik ga deze week dat essay lezen om te zien of ik wijzer van word. Vind ik na zoveel tentoonstellingen de hobby van Aarsman c.s. nog wel zo boeiend? Dat is de vraag.