Beurs van Berlage
Wat een van de mooiere en intiemere pleintjes van Amsterdam zou kunnen zijn, ik heb het over het Beursplein, is een genante vertoning. Het verbaast natuurlijk geen mens, want de route erlangs en naar de Munt en de Vijzelgracht, over het Damrak en het Rokin vanuit het Centraal Station, is dat ook. Een genante vertoning. Het begint al bij het station, dat het uitzicht op een van de meest interessante features van een stad wegneemt, de rivier. Een stad zonder rivier is de moeite niet waard en Amsterdam heeft er alles aan gedaan om van die rivier af te komen.
Over de frietkraamroute die Damrak heet, wil ik het al helemaal niet hebben, hoeveel gemiste kansen liggen daar niet? Negeer de shit en kijk maar eens naar de gevels, wat een aantrekkelijke straat zou dat kunnen zijn.
(Bram Vermeulen, die van Neerlands Hoop, vertelde ons dat zijn moeder, toen hij 18 was, een kamer gezocht en gevonden had op nummer 10, een reden dat ik altijd naar dat pand kijk, de enkele keer dat ik er langs fiets.)
Op drukke dagen zoals zaterdag- of zondagmiddag is het onmogelijk je fiets te parkeren in de buurt van de Bijenkorf of de C&A. Het lijkt wel of iedereen gewoon zijn fiets uit zijn handen laat vallen, zo liggen die dingen kriskras door elkaar. Op een gegeven moment verscheen vlak voor de Bijenkorf een omheinde en betaalde fietsenstalling. Betaald? Ja, betaald. Wat ze daarmee wilden bereiken, was een raadsel. De stalling was steeds half gevuld, logisch, want als ik even 10 minuten de HEMA in wil en mijn fiets kwijt moet, ga ik niet 1 euro betalen. Maar waar je hem dan moet neerzetten, is de vraag. Laat hem dan maar vallen.
Een tijdje geleden zag ik dat de betaling was afgeschaft, wat verder niet tot enige verandering in het straatbeeld leidde, ik zou bijna zeggen: integendeel. Gisteren zette ik voor het eerst van mijn leven mijn fiets binnen de hekken, ondanks het grote bord met VOL!, wat het niet was. Ik kreeg een nummer aan mijn stuur geniet en een re??üuutje, waar overigens bij het ophalen geen enkele blik op werd geworpen: “U bent te vertrouwen, mevrouw, dat kan ik zo zien!”.
Op de een of andere manier was het prettig binnen de hekken, een rustig eiland in die grote puinhoop, met een vriendelijke Amsterdamse bewaker in de vorm van een oudere man, een treurig muziekje op de achtergrond.
Een hele, hele schrale troost.