Iep!

Elms seeds
Iepenzaad

Overal zitten ze en er valt eenvoudig niet tegenop te zuigen. Dat doe ik dan ook niet, want binnen de kortste keren zit de stofzuigerzak vol en dat willen we niet.
Vanochtend liep ik nog half slapend met de stinkies – eindelijk min of meer teekloos – over straat en vroeg me af of die iepenvoortplantingsdrift dit jaar echt zoveel groter lijkt dan andere jaren, of ik moet me dat verbeelden. Zou het door de droogte komen dat die schilfers zich zo goed kunnen verspreiden, vooral op gasfornuizen, onder bedden, in bloempotten en goten? En het houdt maar niet op. De bomen hebben nog genoeg hangen om de stad nog een keer te bedekken, zag ik vanuit S.’s huis (straatkant en op iephoogte).
Goed, ik liep op straat en vroeg me dit allemaal af, tot ik in de goot langs de rand van een parkeerplaats op de Oude Schans in een zacht bed van iepenzaad het volgende vond:

Egg

Ach! Een aantal jaar geleden hadden de kinderen ook midden op straat zo’n ei gevonden, we dachten meerkoet, en ik meende dat pedagogisch en nauurhistorisch aanschouwelijk verantwoord te kunnen uitbroeden in een aquarium met een gloeipeertje erboven voor de warmte. Nou ja, ik dacht eigenlijk, dat kan helemaal niet, je hebt een bepaalde luchtvochtigheid nodig (ik had er een bakje water naast gezet) en dat ei moet regelmatig worden gekeerd, want dat zie je die vogels bij beleefdelente.nl immers ook altijd doen, dus na een week kan het ei weg.

Maar verdomd als het niet waar was, na 3 dagen kwam er geluid uit dat ei: Iep! Iep!
We raakten volkomen in paniek. Wat moesten we doen? De vogelafdeling van Artis antwoordde desgevraagd:
– Mevrouwtje, leg dat ei in het diepvriesvak van de ijskast, dan is het leed het snelst geleden, want dat wordt nooit wat met zo’n beest, die heb een moedervogel nodig om te socialiseren.

We hebben het verlamd van ontzetting nog een dagje aangehoord, tot we de raad van deze meneer opvolgden. Dat gaat met dit ei niet gebeuren. Een paar foto’s en weg ermee. Ik was feitelijk dat hele trauma allang weer vergeten.

Surprised chicken

Remote moestuinieren

Making of the veggie garden
Februari 2009, eerste pad gebaand

Terwijl ik alweer somber op zolder naar de regen staar, die langs de schuine ramen naar beneden druipt, val mijn oog op de afbladderende verf. Alle ramen moeten opnieuw geschilderd en de spullen liggen klaar, afbrandf??hn en krabbers. Daar zit ik echt naar uit te kijken, terwijl in Frankrijk de tuin uitdroogt. Strakblauw net nog, toen ik belde. Buurman F. geeft water, zolang hij er is.

Om mezelf af te leiden kijk ik foto’s van voor en na. Drie foto’s, uit februari 2009, een uit juli 2010 en de laatste is vorige week gemaakt. Over 3 weken komt de follow-up.
D.V. natuurlijk.

Garden in France
Juli 2010

French vegetable garden
Mei 2011

Vakantiebaantjes

Strawberry in our French garden
Die is volgende week pas rijp, hebben we pech

Het is al eerder voorgekomen, er gebeurt hier van alles en het leven grijpt woest om zich heen, maar ik kan er jammer genoeg niets over publiceren, want ondanks de treurigheid, smakelijk is het allemaal wel. Later als ik groot ben, zal ik de boel uit de doeken doen.

Ondertussen bereidt de oudste zich dagelijks voor op het Centraal Schriftelijk, in de tuin onder parasol met de iBook en stapels boeken en schriften.
Nummertje twee zoekt – tussen de voorbereiding van haar ProfielWerkstuk door – ook nog een vakantiebaan, maar hoe vind je die? Vroeger gingen we bollen pellen, of schoonmaken in het bejaardentehuis, of aan lopende band in de koekjes- of tamponfabriek.
Waar werkt de gemiddelde Amsterdamse scholier? Bij de AH, een niet al te aantrekkelijke werkgever en -omgeving, hoor ik uit welingelichte kring. We zoeken nog even voort. Iemand een slimme photoshopper of filmbewerker nodig voor een maand? Ze kan ook de telefoon opnemen, babysitten en weet haar hersens te gebruiken.

Runner beans in France
Onderkant runner beans

We gaan – ik ga mee – voor die examens naar NL en hollen onmiddellijk na afloop weer terug om de plantjes water te geven en het gras te maaien. We, dat zijn Y. en ik. En dan een dagje heen-en-weer voor de diploma-uitreiking en de feesten.

Ondertussen heeft het nog steeds niet echt geregend. Ze beginnen hier goed zenuwachtig te worden.

Diertjes

Garden in France
Lege regenton

Ik luisterde vorige week net als nu, ook naar Vroege Vogels, dat toen geheel gewijd was aan de Rotbeestenlijst, een top 50 van de dieren, waar mensen de grootste hekel aan hebben. Beetje onsympathiek vond ik het wel, rotbeesten, en zeker toen ik zag wie er op stonden, ik noem er een paar: blauwe reiger, mol, zilvermeeuw, steenmarter, nijlgans, vos, paard, pad, meerkoet, grauwe gans. Het paard! Waarom in godsnaam? Vergeet ik nog de hond (op nummer 5) en de kat (nummer 7).

Water!
Een buitje, maar het is alweer op

Nu zeur ik altijd over de mensen hier op het platteland, waarvan de meesten griezelen van al wat kruipt en dat dan ook meteen het liefst doodslaan. Ze zijn er bang voor, dat is het, en het is ontwetendheid, want veel last heb je niet van de diertjes, ik zou haast zeggen, integendeel. Ze praten elkaar ook allemaal na.
Maar die rotbeestenlijst klinkt weer naar verwende Nederlanders in het algemeen en Amsterdammers in het bijzonder, die menen je altijd de Waarheid te moeten zeggen, waarmee ze bedoelen dat ze hun mening altijd perse moeten ventileren.
“Wat een lelijke honden”, over de Franse bulletjes die ik indertijd had. Ik zat niet op die weinig originele kletskoek te wachten (Neen, jij trekt volle zalen), of mensen die meteen bij binnenkomst zeggen dat ze een hekel aan honden (of katten, of halsbandparkieten) hebben. Who cares?

Op nummer een staat de teek, een beest waar ik wel van griezel, zeker toen ik gisteren met mijn blote kakkies op een goedgevuld exemplaar stapte, dat uit de vacht van Bess was gevallen, maar dat ik toch niet rotbeest zou willen noemen: alsof dat diertje het bewust doet, zich volzuigen met bloed en er dan nog weerzinwekkender uitzien, een dikke, grijze, weke kapucijner met wriemelende pootjes.
Arme Bess had vorige week haar kop kennelijk in een tekennest gestoken, want ze zat onder. Wat heb je dan in godsnaam aan Frontline of Avantage? Omdat ze zich met z’n allen op de oogleden hadden gevestigd, was het bijna onmogelijk ze te verwijderen. Getverdemme, wat zielig. Je hebt daar 4 paar handen voor nodig, tegelijkertijd die spartelende hond in bedwang houden en teken draaien.

Het is min of meer gelukt, maar Bess sluipt nu met haar staart tussen de poten weg, als ik ook maar in haar richting kijk. Daar komt nog bij dat ze gisteren ontsnapte en de buurhond aanviel. Beetje dom, want die is veel groter, sterker en handiger, dus Bess kreeg eindelijk weer eens flink op haar lazer. Heeft haar ego ook een deuk opgelopen. Wel lekker rustig, zo’n beteuterd beest.