De paarden van de manege tegenover de kapel van Le Mas Saint Jean
Gisteren veranderde ik halverwege de late middagwandeling met Bleu van gedachten en besloot de berg helemaal op te lopen naar het gehucht Le Mas Saint Jean en dan de route door het bos, die natuurlijk de kortste is, omdat daar de bochten ontbreken. Het was mooi weer, hier en daar lag nog een beetje sneeuw en we haastten ons niet.
Die sneeuw was de zondag daarvoor in grote hoeveelheden gevallen, waardoor de wegen onbegaanbaar waren, behalve de uitgaande wegen van ons dorp, zoals altijd geveegd door buurman JP, die zijn koeien makkelijk wil kunnen bereiken.
Die zondag zag ik bij elkaar 8 herten (reetjes) in verschillende groepjes, die in hun wintervachtjes decoratief door het witte landschap huppelden. De afstand was te groot om door Bleu gezien te worden, die zich toen maar behielp met twee paarden, die niet eens van hem schrokken toen hij in hun wei opdook en hem met zachte hand weer naar buiten dreven.
De puber meldt zich na zo’n actie heel erg onderdanig bij mij, want kennelijk heeft hij verdomd goed door, dat hij niet heeft geluisterd. Of kunnen honden zich niet schuldig voelen en doe ik weer aan humanizing?
De kapel staat altijd hetzelfde op de foto
Gisteren liet ik hem maar niet los in het bos, omdat ik geen zin had te wachten tot hij zich na zijn jacht weer kruiperig zou melden. We wandelden over modderpaden tot we de weg bij de kapel bereikten, maakten een paar foto’s en liepen met een omtrekkende beweging weer richting huis. Met we bedoel ik ik.
Ons huis is dankzij kale bomen goed zichtbaar
Direct na bovenstaande foto passeerden we het laatste huis met een man en een ongehoorzame Ierse Setter, aanleiding om een praatje te maken over onze gemeenschappelijke problemen. De honden vonden elkaar leuk en besnuffelden elkaar kwispelend door het hekwerk.
Tien meter verder tegenover het huis staat al jaren een Dyane, overgeleverd aan de elementen en omdat ik nu eindelijk contact had – normaal zie je daar geen hond – vroeg ik de man naar de eigenaar. Dat was hij natuurlijk. Aha!
Deze gezellige, naar alcohol geurende meneer had alle kenmerken van een echte Schijf (net als de oud-burgemeester van onze commune uit het iets lager gelegen dorp), overal spullen, die misschien nog tot iets zouden leiden of dienen en naast de auto stonden een cuisini?®re, kasten, wielen, karren en veel roestige zaken waarvan de herkomst niet te herleiden was.
We gingen de auto samen van dichtbij bekijken. De sleutel zat nog in het contact, een braamstruik had zich op de achterbank gevestigd en het dak bestond alleen nog uit draden omdat de stof was wegge?´rodeerd. Ik mocht hem van hem kopen, zei hij, voor 150 eurootjes, voor onderdelen dan, h?®? Ik zou er eens over nadenken, maar nog interessanter was een omgebouwde eend, met het chassis van de eerste 2cv, die als werkkar had gefunctioneerd, een soort quad avant la lettre als het ware. We kletsen ondertussen gezellig voort, over ons dorp, het leven in de Creuse, de winter, en toen bleek ook dat het huis van onze Engelse buurman van zijn zus was geweest, als ik het tenminste allemaal goed heb begrepen.
De toestand van de weg vorige week
Ik ga eens navraag doen bij de 2cv-deskundigen. Als het chassis van die Dyane nou nog in orde is, is die misschien nog de moeite waard. On verra. Eerst maar hier zien te overleven, want het dagelijkse leven kost me daar veel energie en tijd! Dieren verzorgen, kachels aanmaken en aan de praat houden, sneeuwschuiven en boodschappen doen. De boodschappen van vandaag gaan niet door, want er is weer een flink pak gevallen en daar waag ik mijn lieve autootje niet aan.
(Ik bedoel, ik heb helemaal geen tijd of geld om een oude bak op te knappen.)