Ebookuitgeverij Fosfor had als publiciteitscampagne bedacht, dat je in ruil voor een eboek een recensie over datzelfde boek zou moeten publiceren op een weblog oid. Fosfor is een nieuwe, digitale uitgeverij gespecialiseerd in journalistiek en literaire non-fictie, zeggen ze op hun site.
Ik had nog geen boek op de iPad gelezen, omdat ik hem (=iPad) te groot en te zwaar vind – ik kan alleen maar liggend lezen en ben altijd bang dat hij uit mijn handen glijdt en in scherven op de grond valt, als ik in slaap sukkel – en bovendien spiegelt het scherm, zodat je buiten in de verzengende hitte onder een parasol alleen maar naar jezelf zit te kijken. Ik lees nog steeds sinds 2008 op dezelfde mobiel, met een antieke versie van Android en de kinderachtig ogende leesapp Aldiko, kinderachtig omdat de interface eruit ziet als een houten boekenkast, maar het leest verder voor mij handig, niet zwaar, in 1 vuistje vast te klemmen en je kunt er nog mee bellen ook. Het schermpje zou iets groter mogen zijn, zoiets als de KOBO-mini. De iPad heeft ook zo’n stompzinnige houten boekenkast. Nutteloos om je te ergeren, ik doe het lekker toch.
Ik meldde me bij Fosfor aan en koos uiteindelijk Putten (Bert Bakker, 1998 en heruitgegeven als ebook bij Fosfor) van Madelon de Keizer, waar ik bij ontvangst al meteen een verschrikkelijk spijt van had, maar ja, terugsturen heeft geen zin. In de prullenbak mikken misschien wel.
Waarom dan toch dat boek? Dat kwam misschien door ons bezoek in 2010 aan Oradour-sur-Glane, dat ook slachtoffer was van represailles van de Duitsers aan het eind van de oorlog (WOII), maar waar de restanten van de wraak, namelijk de ru??ònes van het stadje als indrukwekkend monument te zien zijn, en ook omdat mijn vader het wel eens over het drama van Putten had gehad, waardoor dat dorp een mythische klank voor me had gekregen. (Na de moord op Christel Ambrosius associeer ik de naam Putten helemaal met dood en verderf.)
Madelon de Keizer beschrijft in detail hoe de wraak van de Duitsers op Putten zich in oktober 1944 voltrok, na een min of meer mislukte overval door het verzet op een auto met Duitse officieren. Net als in Oradour werd er buitenproportioneel huisgehouden, hoewel in Oradour echt iedereen, mannen, vrouwen en kinderen op gruwelijke wijze ter plekke werden vermoord. In Putten werden de mannen naar kampen afgevoerd, waar ze tankwallen moesten graven en waar de omstandigheden zo verschrikkelijk waren dat de meesten die niet overleefden. De vrouwen en kinderen bleven achter, een aantal huizen werd in brand gestoken.
Het boek laat zien hoe de Puttenaren na de oorlog omgingen met deze live-events en hoe de buitenwereld, dwz zogenaamde deskundigen, journalisten en ander volk daar weer andere idee?´n over had, zeker toen in de jaren 60 en 70 het KZ-syndroom en de psychologie van het oorlogstrauma in de mode kwamen, of beter gezegd, aandacht en erkenning kregen. De Keizer vertelt hoe de wrok van de bevolking t.o.v. het verzet en de politieagenten die in hun ogen met de Duitsers hadden meegewerkt om de mannen zogenaamd voor een identiteitscontrole bij elkaar te krijgen, nog lang na de oorlog bleef bestaan, vooral ook omdat niet duidelijk was door wie en hoe de overval had plaatsgevonden.
De overvallers hielden logischerwijs hun mond, ze moesten nog langer voort in Putten en er bestond een embargo op hun verklaringen, die ze aan het RIOD hadden afgelegd. Beschuldigingen van lafheid, slecht leiderschap, collaboratie van de politie, werden in eindeloze polemieken in de plaatselijke krant gepubliceerd.
De schrijfster bestrijdt het clich?©beeld van een gedwee en gristelijk Putten, dat zich als een mak schaap naar de slachtbank had laten voeren, na een relatief makkelijk leven tijdens de oorlog, boerenbevolking, altijd genoeg te eten, gezagsgetrouw etc. Ze laat zien hoe dat beeld is ontstaan en probeert dat met de nu geopende archieven recht te zetten. Tot zover de inhoud.
Waar ik over struikelde was niet de inhoud, hoewel daar ook wel wat mij betreft flink in gehakt had kunnen worden, maar de stijl. Het is op zich niet slecht geschreven, maar zo ouderwets, met van die krampachtige zinsconstructies typerend voor historici en andere wetenschappelijke types, die denken dat geheel beter staat dan heel, die thans in plaats van nu zeggen, die kortom steeds maar de deftige vorm van een woord gebruiken, behoeven ipv hoeven, echter ipv maar en ga maar door. Het leidt ontzettend af, dat taalgebruik.
Als er af en toe een ooggetuigenverslag in gewone spreektaal voorbijkwam, kon ik weer even ademhalen.
De Keizer gaat 701 pagina’s (dwz op de iPad, noten niet meegerekend) door met namen noemen, herhalingen, theorie?¬¥n, deskundigen, het RIOD en zijn medewerkers, vorige publicaties over Putten, psychiaters en andere zogenaamde deskundigen, meer namen en nog meer, wel knap gedaan, hoor, maar ik raakte af en toe de draad en mijn interesse kwijt door de hoeveelheid en die gekke oubollige stijl en woorden.
Ik miste een lijst van namen, vooral ook omdat ik soms namen, die helemaal niet op elkaar lijken, op elkaar vind lijken. De noten in zo’n ebook zijn weer wel erg handig te benaderen: klik op het nummer en hup! je zit er al. Klik je weer op het nummer en hopla, je zoeft terug naar de tekst.
Citaten in een andere taal zijn niet vertaald, daar had toch ook wel een nootje aan besteed kunnen worden. Ik klikte af en toe hoopvol op het nootnummer, maar kreeg dan alleen de bron en niet de vertaling. Ik had niet altijd zin dat Duits te lezen.
Toen ik aan het eind bij het hoofdstuk over religie en verzoening was, kon ik mijn aandacht er echt niet meer bij houden, alleen maar preken, monumenten en kransleggingen. Had allemaal door een eindredacteur geschrapt kunnen worden.
Het probleem met dit boek is dat de schrijfster zo volledig wil zijn, zo elk detail wil noemen, dat ze de hele dynamiek van het verhaal lamlegt en de lezer steeds maar kijkt, hoeveel bladzijden moet ik nog, bah, nog 351. Zo jammer van zo’n interessant onderwerp.
Als ik niet beloofd had deze tekst te schrijven, dan had ik het na 10 pagina’s terzijde gelegd. Ik had gewoon een ander boek moeten nemen. Maar leuke uitgeverij, dat Fosfor, vind ik en ebooks of eboeken, wat zijn die toch handig, zeker hier in het buitenland, zonder serieuze Openbare Bibliotheek.
Uitgeverij Fosfor.
Putten door Madelon de Keizer.
Foto’s van Oradour uit 2010 op Flickr.