We waren in onze drift naar nieuwe vindplaatsen in een bos terechtgekomen waar we nog nooit waren geweest. We, dat zijn Bleu en ik. Ik ga echt niet in mijn eentje een wild woud in, want als ik per ongeluk klem zou komen te zitten, of mijn been breken, dan kan Bleu altijd met een briefje in zijn bek hulp gaan halen.
Ik herkende niks, hoewel ik wel ongeveer wist waar we zaten en dat kan ook bedrieglijk zijn, want die bomen, die lijken allemaal op elkaar en je maakt bochten zonder dat je het in de gaten hebt. Er was bovendien geen paddenstoel (paddestoel) te bekennen, op een paar lekkere dodelijke groene knolamanieten na, die ik niet eens durf aan te raken.
Halverwege kwamen we toch heus terecht op een dassenburcht, die ik nog nooit op een plaatje of in het echt had gezien, maar onmiddellijk herkende. Er waren twee uit- of ingangen op de plek waar we stonden en gek genoeg reageerde Bleu helemaal niet, terwijl hij dol is op de geur van wild. Toen herinnerde ik me die dode das van een van onze fietstochtjes, niet zo ver van deze burcht. Dat was het: de woning was net als veel andere huizen op het Franse platteland na de dood van de laatste eigenaar leeg en verlaten.
Stier houdt zich misschien schuil achter de bosjes
We vonden tenslotte de weg weer terug, wat nog niet eens zo gemakkelijk was, omdat we allerlei grote onbekende weilanden moesten oversteken en het onmogelijk te zien was door de grillige vorm en bos, of er vee stond. Koeien geeft niets, maar het is nu stierentijd en die diertjes kunnen wel eens ge??òrriteerd raken als je met een hondje langsloopt.
Thuis ging ik tevreden dassen googelen, want wanneer ontdek je nu helemaal in je eentje zo’n mooie burcht?
Ik vertelde mijn avonturen aan buurvrouw S., die ik naar de garage bracht omdat haar auto klaar was.
– Mooi, heel goed, zei ze, wat ik beaamde (leuk, h?¬Æ en zo interessant ook..), tot ze vervolgde: als je dat nou even doorgeeft, kunnen ze worden uitgerookt.
Oh, crap, dat ik dat nou toch altijd weer vergeet.
– Dat hoeft niet meer, zei ik slap, ik heb dat arme beest al een maand geleden dood langs de kant van de weg zien liggen.
Ik blijf ondanks mijn kippen en paddestoelen een slome stadswat.