Dat begint erop te lijken
Vierentwintig uur voor de aanvang van de zomertijd begon het niezen en neuslopen. Ik had me voorgenomen om vriendin Lucienne (van de schuur) nog een keer te bezoeken in het ziekenhuis, waar ze terechtgekomen was na haar val op de heup die ze een paar jaar eerder had gebroken. In een moeite kon ik naar de brico en de Lidl, die daar om de hoek zitten.
Huilend en proestend stapte ik het gebouw in, waar ze toevalligerwijs de kamer had naast die van onze overleden vriend en oud-burgemeester Raymond, toen ik hem vorig jaar voor het laatst zag. Een veeg teken.
Ze zat net als twee weken geleden in de refter met twee andere dames en een heer. De TV waar geen mens naar keek, stond knetterhard aan. Ze zwegen met zijn allen.
In 2007 hadden we grote pret na een slokje © R.Romeny
Pas toen ik de naam van ons dorp noemde, wist ze mijn voornaam weer, wat ik een knappe prestatie vond. Het gezelschap moest lachen om mijn keukenrol en leek blij met de afleiding.
Maar ja, waar moet je het in godsnaam over hebben? De tuin, de kat, of ze goed te eten kreeg, of ze pijn had, of ze zich niet verveelde enzovoorts. Na een kwartier was ik door mijn stof heen, maar bleef nog langer en verzon van alles om het gesprek gaande te houden.
Dierenfluisteraar Jean P. (uit hetzelfde geboortedorp) had er geen zin meer in, vertelde ik. Jean scheelde 3 dagen met haar, december 1928 en liep nog elke dag de berg op om zijn melkvee (kopfotootje)te halen en te brengen.
Hij werkte op zijn 85ste nog dagelijks op de boerderij, onderhield de omheiningen (niet al te best, tussen haakjes) voor zijn zoon, zorgde voor alle beesten en alles met de hand, zonder benzine of elektriciteit. Maar omdat zijn vrouw ziek was, was hij in een sombere staat verzonken geraakt, waarin hij zei dat hij ermee ophield.
Dat vertelde ik allemaal aan Lucienne.
Voor oormerken hebben ze geen tijd, schijnt
Of ze al een beetje liep? Ja, maar dat ging heel moeilijk. Gelukkig zit je in een rolstoel, Lucienne, hoef je niet lopend naar je kamer. Rolstoel? Welnee, ze zat in een gewone stoel. Enzovoorts.
In de brico kocht ik dan eindelijk een ijzeren wig om de te dikke houtblokken te splijten. Maar wat was wig nu ook weer in het Frans? Heel makkelijk, coin, maar ik moest zo nodig de zaken ingewikkeld maken door het te omschrijven: un truc pour fendre des b?ªches.
Une fendeuse? was de logische vraag. Ja, maar dan een stuk ijzer. Elektrisch? Ook alweer een kwestie van enzovoorts enzovoorts en steeds dieper in de onbegrijpelijke modder raken, tot het meisje riep: un coin! Inderdaad, die zocht ik.
Vervolgens kwam ik bij het verlaten van de parkeerplaats tot mijn vreugde terecht in de sc?®ne uit A Fish Called Wanda, waarin een stotterende Michael Palin een getuige probeert te vermoorden, maar in plaats daarvan elke keer een van haar drie Yorkshire terriertjes om zeep helpt. Ik liet niet de Dobermann los, maar maakte een foto.
Kroongetuige ?† charge laat hondjes uit
En vandaag is het de tweede ronde verkiezingen, waar ik me 1 dag te laat voor aanmeldde wegens verkeerd voorgelicht zijnde.
Maak het iets uit? Welneen, de favoriet, populaire boer Guy is met bijna 95% stemmen gekozen, nummertje twee is de vader van buurman Nico met bijna 90% en onderaan het lijstje bungelt onze burgemeester, die desondanks burgemeester blijft, ondanks zijn glimlach, die vorige week niet van zijn gezicht was af te slaan, aldus mijn ironische zegsvrouw vriendin P.
Hoe of dat zat, vroeg ik buurman P, waarom wordt de minst populaire burgemeester? Niemand wil dat baantje, was het antwoord, zo simpel zat dat. En van welke partijen zijn de kandidaten? Och, dat speelde hier nu geen enkele rol.
Om daar achter te komen moet ik alleen nog op zoek naar het A4tje met een foto van de kandidaten. Buurman P had het net een uurtje geleden in de openbare poubelle laten mikken. Even vissen.