Moules-frites

France
Tafel dekken en muziekinstallatie opstellen

Nou, jongens, ik zit plotseling in het Comité des Fêtes, vraag niet hoe het kan, profiteer etc.
Ik ben daar zomaar voor gevraagd en in het kader van de integratie heb ik meteen ja gezegd, zonder te weten wat je daarvoor moet doen.

In ieder geval vergaderen op het onmogelijke tijdstip van half negen ‘s avonds. Jullie stadse types denken natuurlijk, stel je niet zo aan, mooie tijd, maar daar denken wij, de andere nieuweling in het comité (buurman JP) en ik anders over. Wij staan elke dag om 05:00 op. Ja, echt. Net als de rest hier. Om 20:00 is het doodstil en pikkedonker.

Ik had dan ook bij de eerste vergadering moeite mijn aandacht erbij te houden, schrok af en toe wakker en had even niet door dat me iets werd gevraagd en dat we van onderwerp waren veranderd, nl het menu van het eerstkomende feest.
De rollen waren al sinds jaar en dag verdeeld, wie wat zou kopen, wie kok zou zijn, wie de bar zou keepen, wie de bediening (daar werd ik bij ingedeeld) en welke DJ de muziek zou verzorgen.

France
De mossels

Dat feest – Moules-Frites – is het best bewaarde geheim van onze commune, want in al die jaren heb ik nog nooit een aankondiging gezien of er iemand over horen praten.
Ik dacht: we zien wel en meldde me ‘s ochtends volgens afspraak in de feestzaal van de bourg, waar de tafels gemonteerd en verdeeld werden. Die ene familie 17 personen, de volgende 22 etcetera.
Timmeren, sjouwen, tafels dekken.

Toen de eerste mensen (alle leeftijden) ‘s avonds kwamen, begon de ap?¬©ro en de muziek. Daar was het allemaal om te doen, aha!
Mijn hoogbejaarde klantjes praten allemaal met weemoed over de tijd dat ze elke week naar een bal gingen om eindeloos de wals te dansen, ik had het daar al eerder over.
En dit feest was feitelijk daar een voortzetting van.

In plaats van het orkest van Perrin of Verschueren stond er een DJ van onzekere leeftijd op het podium, die in het begin nog wel een beetje accordeon liet horen, maar in de loop van de avond louter hits draaide, die iedereen kende behalve ik. De hele zaal brulde mee, armen omhoog, aanstekertje in de lucht. Haak eens in met Mary.

Oude dames en kindertjes dansten, iedereen, zelfs ik werd de dansvloer opgesleurd door collega (v) en medelid C. die me steeds een ruk gaf om me te doen draaien, want wist ik veel. Nog nooit de wals gedanst. Ik kon na een tijdje niet meer, omdat ik zo moest lachen en omdat mijn bilspieren uit hun voegen lagen.

Moules FritesEerst nog ff een ap?©rootje

Hoe laat het eten werd opgediend weet ik niet precies, na 22:00 denkelijk. Ik herkende een aantal mensen, de buren van het grote huis natuurlijk, de behanger met zijn familie, de SRV-man met aanhang en hier en daar een enkeling zoals het vrouwtje dat de enorme broodkar van Fresselines rondrijdt en piepklein bleek te zijn en een andere collega, maar dat was het dan.

De muziek bleef doorstampen, mensen bleven dansen en wij holden met dienbladen rond tot de vaart er uiteindelijk uit was. Toen ik de laatste stapel schone borden in de kast zette, keek ik eindelijk eens op de klok: 03:45. Allemachtig.

moules
Kun je nog zingen, zing dan mee

Dat heet: een nacht doorhalen. Ik viel om 04:15 in mijn bed, zonder ook maar 1 drupje alcohol, hoewel me dat eindeloos werd aangeboden, tegen het eind zelfs die heerlijke zelfgestookte eau de vie.
Jammer, maar ik moest nog rijden. Alcohol geen bezwaar, zeiden ze zoals altijd, want “er wordt toch niet gecontroleerd”. En stapten met hun dronken harses in hun auto’s.

Om je volgend jaar bij dit feest aan te melden, bel je comitélid Jezus (Jésus, baasje van een broer van Bleu en een van de vele dorpsgenoten met een bijnaam) en je bent van de partij.
Dat doen die families al ruim van tevoren, dus de zaal is al uitverkocht voordat er iets is geregeld. Vanaf welk moment je precies kunt gaan bellen, vermeldt het verhaal niet.


Het was me ja wat.

In maart wordt er een avondje geklaverjast, en in juni is er Tête de Veau (met of zonder circonflexe?), net zoiets als Moules-Frites, maar dan minder, vertelden mijn nieuwe vriendinnen me. Wanneer je daar voor moet aanmelden, ook geen idee.

Lollig is het allemaal wel.

(Ondertussen gaat het werk door, ik heb nu een vast contract als vervanger, zit bij de collectieve ziekteverzekering à 75€/maand, waarvan de werkgever 40% betaalt en heb mijn eerste aanvaring met een klant erop zitten, waarover later meer, maar niet hier.
Het verhaal van de huisarts heb ik al gedaan. Zucht. Ik ben nog steeds kwaad.
)

Sociale controle

Firewood

Ik ben nog niet helemaal hersteld van de dreun die die semi-arts uit het vorige stukje me donderdag gaf, maar weet je wat, ik gooi er een kleine anekdote tegenaan, die ik van de week hoorde.

In de tijd dat er nog een trein reed tussen Saint Sulpice en Dun le Palestel, ontdekte de vader van een familie uit het gehucht La B** op een gegeven moment dat er hout verdween uit hun schuur. Elke keer een of twee blokken, niet veel, maar genoeg om opgemerkt te worden.

Het was wel duidelijk wie de dader moest zijn, een oude buurvrouw die wel vaker – weliswaar op kleine schaal – blijk gaf het verschil tussen mijn en dijn niet te kennen. Maar hoe bewijs je dat? En trouwens, misschien was zij het wel niet.

Ik heb al heel wat verhalen gehoord over kleine diefjes, waarvan iedereen op de hoogte is, maar die nooit openlijk worden beschuldigd wegens gebrek aan bewijs. Ze vergissen zich natuurlijk ook wel eens. Hier in onze buurt hebben ze creatieve oplossingen om die boefjes een lesje te leren en meteen het bewijs te leveren.

Want wat deed die brave huisvader nu om dat vrouwtje mores te leren?
Hij boorde een gaatje in een houtblok, vulde dat met kruit uit zijn jachtgeweer, stopte het dicht en legde het blok weer tussen het hout.
En toen was het een kwestie van wachten.

En warempel, na twee dagen klonk er halverwege de ochtend een flinke explosie vanuit het huisje van de oude buurvrouw, gietijzeren plaat lag van het houtfornuis en de kamer stond vol rook.

Aha. Bewijs geleverd en het jatten gestaakt.

Authentique, beste mensen, authentique!

Stel je niet zo aan

(Foto’s hebben zoals altijd helemaal niks met de tekst te maken)

Our village in France
Ons dorpje vanaf de piste bij Grand Prat

Woensdagochtend zag ik in de spiegel al tandenpoetsend twee donkerblauwe wallen onder mijn ogen ontstaan en voelde ik in de rechterhelft van mijn hoofd de bekende stofwolk van zand aankomen als een b?©douin op een kameel aan de horizon.

Migraine, verdomme, migraine, in honderd jaar geen last van gehad. Dat kwam zonder twijfel door die immense werkdruk met dagen van 11 uur met nauwelijks tijd tussen de middag.
Een pilletje nemen kon niet, want dan zou ik achter het stuur in slaap vallen. Weet je wat, dacht ik in mijn onnozelheid, we negeren het gewoon, misschien valt het wel mee.

Young chickens (born 9 Nov 2015)
De jonkies in het zonnetje

Ik kon dan wel het negeren, maar mijn klantjes zagen het meteen:
– Ga naar de dokter, je bent ziek!
– Welnee, dat gaat vanzelf over, pruttelde ik slap, en trouwens ik heb niet eens een dokter, wat volgens de S?¬©curit?¬© Sociale wel moet: “Votre dossier n’est pas complet“, woorden die de Franse bureaucratische instellingen standaard in het briefpapier hebben gestanst.

Misselijk van de koppijn en op mijn tandvlees kwam ik bij laatste klant van die dag, een notoire nicotinist en egocentrist, en zelfs die zei:
– Je hoeft niet het hele uur te blijven hoor, ik red me wel, ga naar huis en naar bed en bel morgen de dokter.

Ik volgde die raad op, sliep de hele nacht met een dosis triptan, belde eerst om 05:00 de werkgever dat ik was uitgeschakeld en om 08:00 de eerste klant dat er iets later een ander zou komen, maar dat ik niet wist wie of hoe laat.

Je gewoon ziek melden, dat kan hier niet zomaar. Wist ik veel. Neen, je moet naar de dokter, of die komt naar jou en die vult dan een formulier in dat je niet kan werken. Vertelde de werkgever toen die terugbelde.

Stable in winter
Koeien op stal

Godsallemachtig, wat een tijd- en geldverspillerij van dokter en verzekering.
On n’y peut rien, zeggen ze hier allemaal, ik belde in vredesnaam maar het Maison M?¬©dicale in het dorp aan de rivier en kon me daar om 16:45 uur melden.

Ik dacht nog, laat ik me maar een kwartier eerder melden, want ik moet me daar nog inschrijven en laat ik geld pinnen, want zo’n Carte Vitale is leuk bedacht, maar het is nog steeds boter bij de vis bij de huisarts. Ook al zo’n belachelijk systeem.

Na 2 (twee!) uur wachten in een oververhitte wachtkamer, waar de een na de ander binnenkwam en vrijwel meteen werd opgeroepen behalve ik, was het mijn beurt. Twee uur!
– Ik dacht al dat ik vergeten was, zei ik, wat ik ook echt dacht.
– Nee, het is druk. Zei de jongeman zonder enige gelaatsuitdrukking. Der Mann ohne Eigenschaften.

La Creuse
Dorp aan de rivier

In de spreekkamer wilde hij weten wat er was. Ik vertelde dat ik me die dag had ziek gemeld wegens een niet te temmen migraine, ontstaan door oververmoeidheid en dat ik een Verklaring nodig had voor de werkgever en de sociale verzekering.
Ik was al jaren niet bij een dokter geweest, vertelde ik.
– Wat? zei de man, maar dat is niet normaal!
Een merkwaardige reactie.

Hij vroeg verder niks, hij wilde niet weten hoe het kwam dat ik zo moe was, of ik goed sliep, hij vroeg me niet naar mijn werkgever, niks naks noks.

Hij sprak slechts de klassieke woorden, Kleedt U Zich Maar Uit.
– Waarom, vroeg ik, waarom?
Hij antwoordde niet maar begon met kloppen, hameren, kijken, lichtje laten schijnen in mijn ogen, knijpen en bloeddruk meten. Werkelijk waar, ik dacht dat hij met mijn gezondheid bezig was en naar afwijkingen aan het zoeken was.
Het enige dat hij niet deed was naar me luisteren, een essentieel onderdeel lijkt me, in de relatie tussen patient en arts. Ja, luisteren naar mijn longen. Lul.
Hij wilde wel weten of ik elke dag kakte. (Faire caca, echt jongens!)

Yin & Yang
Yin & Yang bij de buren

Hij schreef alles op een piepklein ruitjespapiertje – nog nooit van een computer gehoord – en kwam met allerlei formulieren aanzetten en dat ik wijkverpleegster moest bellen.
En dat ik elke twee jaar een borstkankercontrole moest ondergaan. En wanneer ik het laatst een gynaecologisch onderzoek had gehad.
– Toen ik zwanger was, stamelde ik verbijsterd. Wat heeft dat in godsnaam met oververmoeidheid en migraine te maken?
Nou, dat moest onmiddellijk gebeuren, elke twee jaar, maar niet bij hem, want dat deed hij niet, of ik een afspraak met zijn vrouwelijke collega wilde maken.
– Waarom, vroeg ik, waarom?
Omdat het moest. Zei hij. En begon eindelijk op het toetsenbord te rammelen.
Helemaal in de war bekeek ik het papier voor de wijkverpleegster. Bloedafname met een lijst op welke afwijkingen gecontroleerd moest worden.
– Waarom onderzoekt u ook niet op Ziekte van Lyme, vroeg ik, nog steeds in veronderstelling dat hij met mijn klacht bezig was.

– Bent u dan door teek gebeten? vroeg hij aan het eind van zijn geduld. Neen, dat verzin ik hier ter plekke, slome.
Ik was nog niet klaar want ik wilde weten waarom ik een recept meekreeg voor een portie paracetamol (1000 mg), een middel dat de migraine – althans bij mij – extreem verergert.
– U kunt het ook weggooien, antwoordde hij boos, en dat is dan 23,- euro.
Wat zei ik? Meteen dokken.

Vervolgens gaf hij me de Verklaring, die alleen voor vandaag gold, zei hij, want als we iedereen die een beetje moe was zouden thuishouden, neen, daar kunnen we niet aan beginnen.
Ik geloofde mijn oren niet. Dat zei hij echt. Letterlijk. Nou ja, in het Frans. Wat.Een.Eikel.

Toen ik buitenstond, barstte ik in tranen uit. Ik voelde me doodziek, mishandeld door een achterlijke onbekwame huisarts en ik moest de volgende dag dankzij deze zak weer aan het werk, wat ik gedaan heb, liefdevol ontvangen door mijn klantjes, die me tisane gaven en lekkere hapjes toestopten.
Dat was gisteren. Toen ik thuiskwam, was ik op sterven na dood.

Ik overweeg serieus een klacht tegen die zak in te dienen.
Ik ga niet de wijkverpleging bellen en ik schrijf me bij een ander in.