Een mandje

Ceps
Verse boleten

Afgelopen twee weken ben ik vòor en na het werk en in het weekend alleen maar op cèpesjacht geweest, natuurlijk samen met Bleu, die hors piste het allerfijnste uitlaten van de wereld vindt. Ik ook, eigenlijk.
Hij verdween laatst weer eens voor het eerst sinds jaren spoorloos en reageerde op geen fluit of roep.

Dat moet een hert geweest zijn, dacht ik, haalde mijn schouders op en ging door met het scannen van de boslucht met mijn neus, want zo doe ik dat: ik ruik ze.
Ik zou er zonder neus nooit zoveel vinden en ik moet soms wel vijf keer goed kijken, voordat ik de paddenstoel eindelijk eens zie. Ze vermommen zich als ze jong zijn vaak als kastanjebladeren.

Ceps
Een paar verse van gisteren

Ik begon na tien minuten afwezigheid van mijn beste kameraad mijn concentratie een beetje te verliezen, tot ik gekraak van takken hoorde en nog net opzij kon springen om een dikke ree te ontwijken die mij ook niet had gezien.

Dat was alweer de derde keer dat ik bijna omver werd gelopen. De vorige keer schraapte een reetje mijn achterste (p.i.), toen ze de weg overstak tussen Bleu en mij met Bess aan de riem.
Mij lijkt tam zijn evolutionair niet al te slim met het oog op jagers.

Vijf minuten na dat hert kwam Bleu onder de modder en versierd met bramentakken doodmoe aanzetten. Prutser. We sukkelden weer naar huis met twee grote zakken vol boleet.

Our village in France
Uitzicht vanuit boletenbos

Omdat ik er veel teveel had, besloot ik de mooiste paddestoelen onder mijn liefste klantjes te verdelen.
Criteria waren en zijn: niet zelf meer kunnen zoeken, geen kinderen die dat doen en in een vorig leven wildplukker geweest zijnde. Alleenstaanden krijgen voorrang. Klojo’s komen niet in aanmerking.

Ceps
Een kleintje

Alles werd met vreugde in ontvangst genomen, tot ik bij de gebochelde kwam, die er éen had besteld, en voor wie ik een werkelijk topexemplaar van 400 gr had gereserveerd, een dikkerd, niet aangevroten door naaktslak en/of zwarte torren + een kleintje om de halve kilo vol te maken.

En wat was haar reactie? “Oh, wat is dat, ééntje? Ik had eigenlijk een màndje in gedachten.”
Ik kon even niks uitbrengen door deze schandelijke ongerijmdheid, vooral ook omdat ik speciaal was omgereden om haar die bos-schat meteen te overhandigen vanwege beperkt houdbaar.
Eens maar nooit meer dus. Vinkje achter de naam. Tjonge, jonge.

Chicken and chicks
Gezellig met moeder Molly in het zonnetje

Vrijdagmiddag kwam ik thuis na mijn laatste werkdag voor mijn vakantie van een paar weken, toen buurvrouw P me toeriep:”Je kip is vermoord! En de kuikens kan ik niet vinden!”
WAT??
Wat was er gebeurd? Twee onbekende loslopende jachthonden hadden zich vergrepen aan die arme gehandicapte Molly, die geen schijn van kans had, omdat ze niet echt kan vliegen, noch (door haar korte pootjes en misvormde tenen) hard kan lopen. De kleintjes hadden zich dankzij het feit dat ik het gras al lange tijd niet had gemaaid, kunnen verstoppen en mankeerden niets, behalve de schok dat ze geen moeder meer hadden.
Ik vond de kop van Mollie met nog een stuk ruggegraat op het pad naast de schuur. Ik kon alleen maar vloeken.

Chicks hearing a crow
Kraai in zicht!

De eigenaar meldde zich niet en na ze een dag en een nacht in een lege stal te hebben gehouden, heeft JP ze de deur uit geschopt. De kleintjes hebben zich nu volledig op mij gestort en laten ze makkelijk pakken, sommige springen al op mijn hand om opgetild te worden. Ze slapen ‘s nachts met een kruik in het oude caviahok en blijven roepen om hun moeder, ook als ik de gordijnen al heb dichtgedaan.

Gelukkig hebben ze een niet al te best geheugen. Dat heet dan Natuur.