Maniakken

Tuinpad richting buurman
“Moet je niet eens maaien, buurvrouw?”
“Het is gemaaid, buurman.

In het begin van mijn sloofbaantje moest ik me hier niet ver vandaan bij een moeder en dochter melden, altijd na 15:00, wat ik merkwaardig vond, omdat de moeder in haar nachthemd op haar douchebeurt zat te wachten. Je wil je toch wel iets eerder opfrissen.

Die twee keer per week twee uur werden elke keer dwangneurotisch ingevuld. Alles moest in dezelfde volgorde, de badkamer moest na afloop uiterst precies van elke druppel worden ontdaan, met het speciale druppeldoekje en niet dat àndere lapje.
Het samen met de moeder opmaken van het bed was zo’n gekmakend verlopend ritueel, op de milimeter precies, dat ik er kriebels van ongeduld van kreeg.
Lakens met de vouw exact in het midden, links en rechts op de metalen rand van het bed, oranje ruitjes van deken idem, kussens met een meetlint 9 cm van de bedrand, ik liet mezelf mentaal traag door oneindig laagland gaan, om niet te gaan GILLEN!

Twee nachthemden onder twee kussens. Zouden de dames in één bed slapen?
Dat ging me verder niet aan, moet iedereen zelf weten, mij allemaal best, wie weet wat voor paniekaanvallen er ‘s nachts plaatsgrepen etc etc, maar het droeg ook niet bij tot de algemene feestvreugde, die andere, gezelliger bejaarden me bezorgen met hun lol, rielekste opvattingen over leven, huishouden en stof (ach, maakt niks uit, dat komt elke dag terug).
We noemden dit stel “Les Maniaques.“. Dwangneurotischer heb ik ze zelden gezien.

Neighbouring flower garden with clematis.
Mijn stekje van de clematis montana doet het goed in de tuin van buurvrouw

Ik werd af en toe apart genomen door de dochter met kritiek, of ik de stofzuiger niet zo tegen de muur of stoelen wilde stoten, omdat ze misschien die stoelen nog wel eens wilden verkopen. Ik was me er niet van bewust dat ik dat deed, maar ik had al geleerd meteen ja en amen te zeggen. Vooral niet defensief zijn of lijken, blijken, heten, dunken of voorkomen.
En of ik de dweil wel in chloor had uitgespoeld, etc, dingen die me of niks kunnen schelen of waar ik principieel op tegen ben, zoals het gebruik van datzelfde chloor.

Zijzelf vouwde zich af en toe plotseling in de hal dubbel, hoofd en haar tussen de benen en borstelde zo haar haar, waarna ik de dingetjes die op de grond waren gevallen moest opzuigen.

En als dat huis nou enorm was geweest, vol met de bekende kitschsnuisterijen, meubels en andere troep, neen, helemaal niet, het was kaal, en een van die jaren 60-betonblokbungalows, die van buiten heel groot lijken, maar waarvan de kamers verrassend klein blijken te zijn. Ik wil maar zeggen, huishouden was zo gebeurd.
De hele benedenverdieping van dat type is garage en kelder, het huis is alleen via de trap buiten of binnen te bereiken, wat problemen geeft als je een dagje ouder bent. Daar hebben ze totaal niet over nagedacht indertijd. Maar dat doet er even niet toe.

Ominous upcoming storm
Storm komt eraan

Ik kwekte elke keer zoals altijd, waarschijnlijk om de zenuwen die me besprongen te overschreeuwen, hysterisch vrolijk over van alles en niets en de moeder vertelde over haar traumatische ervaring tijdens de storm van december 1999, toen de stroom een week was uitgevallen en alle buren er vandoor waren naar veiliger oorden en haar in het donker vergeten waren. Haar man was toen net volkomen onverwacht plotsklaps dood neergevallen – wat hier en misschien ook elders met mannen van die leeftijd wel heel vaak gebeurt, nu ik eens tel – terwijl ze, vers uit Parijs gekomen, lekker rustig op het platteland van hun pensioen hadden willen genieten.

Ik zag dat vrouwtje al in het duister in dat kale huis, met een flikkerende olielamp, bevend van angst, terwijl de kerststorm om het huis raasde en en passant de ene reuzeconifeer na de volgende pootje haakte. Blijf zitten waar je zit en verroer je niet.

Een beetje slordig van de buren, vond ik.
Het huis stond op een enorm terrein, waar de moestuin had moeten komen, ware het niet dat de grond uit louter rotsblok bestond met een laagje van 15 cm aarde. zoals onze voortuin, maar dan 5000 m2. Vandaar ook dat de bomen zo makkelijk tegen de vlakte gingen.
(Buurman P verklaarde desgevraagd dat hij en iedereen in onze gemeente, wisten dat de vorige eigenaar ze gewoon had bedonderd.)

Neighbouring ladies watching the dog
Buren

Toen ik een keer naar aanleiding van “wat te doen met oud brood” het over de culinair journalist van Le Monde had – ik lulde en lulde maar door elke keer -, die in het kader van de Klimaattop in Parijs het recept van een beroemde chef voor broodpudding in de krant had gezet, vroeg de dochter: Wat, leest u Le Monde? alsof ik een wereldwonder was.
Schoonmaaksters lezen niet en zeker geen echte krant. Deze vrouwen lazen al helemaal niets.

Met de dochter was iets niet in orde, type ongeleid projectiel en ik vroeg me af of ze werkte en zo ja waar en wat ze deed. Nachtwerk vanwege die pyjama? Fantasieën over een bordeel of nachtclub. Die heb je hier niet, geloof ik. Misschien deed ze niets.
Een vrouw van mijn leeftijd, kapsel en kleding nooit veranderd in 40 jaar en die ook net als haar moeder nog in pyjama rondliep en eindeloos aan de telefoon zat. Altijd.
Ik ben er nooit achtergekomen wat er nu precies allemaal aan de hand was daar, nou ja, iedereen doet maar waar hij zin in heeft, wat kon mij het verder schelen. Behalve dat die paar uur niet door te komen waren.
Ze boden me nooit iets aan, geen glaasje water, of een stoel, en dat terwijl het dat jaar een bloedhete zomer was en twee of drie uur achter elkaar wassen, stofzuigen, dweilen en strijken, dat is bijna niet te doen en bovendien onaardig.

Drinking tea all day
Dorst!

Op een kwade dag kreeg ik van het bedrijf te horen dat ik er de maand erop drie keer per week drie uur naar toe moest en dat ging me te ver, totale paniek brak uit: er was niet genoeg te doen en ik werd helemaal gek van dat obsessieve gepoets, echt, ik wilde best een keer per week 2 uur, maar dat was dat. Werd er naar me geluisterd? Nee, er werd niet naar me geluisterd.

Omdat de roostermaker geen idee had (en heeft) dat klant vòòr deze dames zich roostertechnisch op 1 minuut rijden van onze Maniakken bevond, was ik 14 minuten te vroeg. Ik had de auto nog niet geparkeerd of de dochter kwam naar buiten stormen en gilde dat dat niet kon, ik was veel te vroeg en wat dacht ik wel niet? En zo raaskalde ze flink over haar theewater een tijdje voort.
Ik was niet geïntimideerd, maar verbaasd en geïrriteerd over zoveel geweld om niets. Wat wilde dat mens? Ze had me ook kunnen vragen te in de auto te wachten. Ik begreep er niet veel van en was wel een beetje pissig.

Goed, ik deed de oude dame onder de douche en vroeg haar ondertussen wat ik godsnaam al die uren zou moeten doen.
We zouden een wandelingetje kunnen maken, stelde ik voor, want 9 uur huishouden per week in zo’n klein huis, dat was een beetje veel.
Trouwens, en dat zei ik niet, maar dacht ik, die dochter mocht ook wel eens haar handen uit de mouwen steken.
De dame wist het niet en was misschien ook een beetje van slag door uitval van haar kind.

Honeybee drinking mud
Bijtje drinkt modder

Toen ik lekker de stofzuiger tegen de muren aan het beuken was, kwam de dochter praten. Dat ze niet wilde dat ik vòor de afgesproken tijd kwam, want ze zat dan aan de telefoon.
Ze bedoelde dat ik dan niet kon klokken, want dat gebeurt hier met de telefoon en codes.
– We kunnen ook een formulier invullen, mevrouw, stelde ik vousvoyerend voor (zoals ik alle mensen die me niet bevallen vousvoyeer) en dat kunt u ook gewoon zeggen als ik voor de deur sta. Ik kreeg niet eens de gelegenheid om wat dan ook te zeggen.

Ik had geen zin meer om de schijn op te houden en denderde voort:
– In plaats daarvan word ik uitgescholden om niets. En dat is niet erg lollig. Ik begrijp niet waarom u niet beleefd of in ieder geval normaal kunt zeggen of ik nog even wil wachten. Maar zo’n engoulade, die accepteer ik niet!

Dat zei ik en stak in gedachten een middelvinger op. En ik voegde eraan toe:
– Als ik niet zo moe was, zou ik nu mijn mond hebben gehouden. Maar ik heb 10 minuten middagpauze gehad en ben al vanaf half acht aan het werk, dus ik kan onbeschoft gekrijs dat nergens over gaat, op dit moment even niet hebben.

En dat was een stomme zet van me. Dat snapte ik meteen, want de vrouw zoemde er meteen op in en zei gretig dat ze in dat geval mijn werkgever wel eens een brief op poten zou sturen.
Oh, godsamme, alsjeblieft, bemoei je niet met mijn problemen, dacht ik en zei hardop dat dat niet nodig was, omdat het bedrijf al door mij op de hoogte was gesteld.

Ze bleef nog veel te lang hierover doorzeuren, tot ze over de buren begon te zeiken, die allemaal cons, connards en salauds  waren.
En waarom waren het dan van die klootzakken? Nou, ze zeiden geen gedag en ze loerden de hele tijd om te zien wat moeder en dochter in huis en tuin aan het uitspoken waren. Daarom had ze plastic dekzeil over het hek gehangen, maar dat lag elke keer weer op de grond.
Zou het de wind niet zijn geweest?
Neen, het waren die klootzakken. Creusois zijn allemaal tuig en ijskoud, want ze waren nog nooit ergens uitgenodigd.
Toe maar, gooi het er maar uit, en hoe zou dat dan toch komen, denk je zelf?
De buren van 1999 waren denkelijk niet op hun achterhoofd gevallen.

Ik zei nog, terwijl ik wist dat ik tegen een plastic dekzeil praatte, dat ik hele andere ervaringen had en dat je misschien als je wil ontvangen, je misschien eerst moet geven, enzovoorts, ik lepelde de ene tegeltjeswijsheid na de volgende op, die allemaal letterlijk van toepassing waren op de verwrongen ideeën van dit oude meisje.
Feitelijk had ik net zo goed een bromgeluid kunnen maken, of 100 keer”toentomatentomatentomatentovrat” kunnen zeggen tegen deze ziel die zo gekweld werd door achtervolgingswaan en rancune, dat zich dat in een eeuwige groef bleef herhalen. Ze wilde er niets van horen

Lime tree in the French country.
De linde in bloei

Dit bleek het allerlaatste gesprek en mijn laatste bezoek, want twee dagen later moest ik me melden bij de werkgever, die verklaarde dat de dochter een brief had gestuurd dat ze mij niet meer wilde zien. HOERA! En ik maakte een klein vreugdedansje.
Tijdens dat onderhoud met een of ander meisje van personeelszaken, ik schatte haar op 22 of misschien 14, kreeg ik een reprimande van deze bedrijfskleuter.

Ik kon mijn lachen niet houden, zo idioot vond ik dat kind, dat zichzelf veel te serieus nam en zich als mijn meerdere beschouwde, goeie god, wat een belachelijke vertoning!
Wat was het probleem eigenlijk? Ik had niet mogen zeggen dat de werkgever mij te weinig pauze had gegeven. Waarom niet, als dat de waarheid is?
Het is verboden om je in het openbaar negatief uit te laten, zelfs al is het waar.
Oh, waren we zo getrouwd.
Ik zal het nooit meer doen, beloofde ik met een vette grijns, vingers gekruist achter mijn rug.
Maar wat een vuile hypocriet, die schijnheilige dochter, die om de drie woorden had beweerd dat ze zo eerlijk en recht door zee was: “Je suis franche”.

Laatst zag ik haar weer voor het eerst op de parkeerplaats van de supermarkt.
Ha, dat was mijn kans om haar eens met mijn aanwezigheid te confronteren. Maar niks, ze had mij duidelijk ook gespot en ik kon haar nergens vinden, wat wel verdomde jammer was. Nog laf ook, dus.

– Maniakken?, riep mijn collega 2 dagen geleden, toen ik het er met haar over had, ze zijn volkomen geschift! Gestoord, een steekje los, lopen met molentjes! Ze kunnen niemand krijgen! Niemand wil er werken.

Ah. Op die fiets.