Voor de lol keek ik van de week in de archieven van de gemeente Den Haag en zag dat er weer veel meer online was toegevoegd. Hoe verslavend is het in archieven te neuzen! Je raakt helemaal verstrikt als je niet uitkijkt, zoals ik, zeker toen ik bovenstaande akte las. “..overleden de Korte, Christoffel [..], zoon van de Korte, Maria Jacoba, overleden.” He? Wordt alleen de moeder genoemd? Hoe heette zijn vader dan, mijn (onze) overgrootvader?
D????rzoeken in het Haagse archief had geen zin, dus snuffelde ik verder in de Zeeuwse archieven, waar al die de Kortes tenslotte vandaan komen. Tholen.
Deze Maria Jacoba, onze overgrootmoeder, was de dochter van Quirijn (Crijn) de Korte en Stoffelina Neeltje Huijzers (of Huijsers) zie ik bij ZeeuwenGezocht. En wat meer is, de vader van opa Christoffel is onbekend. Een ongehuwd moedertje in dat zwaar gereformeerde Tholen?
Quirijn en Stoffelina kregen naast Maria Jacoba een onwaarschijnlijke hoeveelheid kinderen, ik telde er zo 12, waarvan er een paar jong overleden, 2x een Christoffel, een van 2 maanden en een van 14 jaar. Onze opa werd niet lang na de dood van de laatste geboren, vandaar waarschijnlijk zijn naam.
De vader van Stoffelina (komt die naam van Christoffel?) heette Mattheus Huijsers (Huijzers), en kijk, daar heb je de naam Matthijs, want de spelling is in die oude aktes niet al te standvastig.
Er werd flink systematisch vernoemd, de oudste zoon naar de vader van de moeder, de oudste dochter naar de moeder van de moeder, zoon nr 2 naar de vader van de vader enz. en als alles op was, begonnen de herhalingen en combinaties.,
Van die Quirijn – en van de meeste mannen en sommige vrouwen – wordt op elke akte zo’n beetje gezegd wat voor beroep hij op dat moment had: landarbeider, knecht, winkelier (met een faillissement “verkocht voornamelijk kruidenierswaren”), en dat met die grote hoeveelheid kinderen, wat een ellendige armoe moet dat zijn geweest. Toen hij op 10 november 1894 overleed was hij koetsier.
Van alle kinderen trouwde Wilhelmina de Korte met haar neef, de zoon van de zus van Stoffelina, zag ik. Deze Adriana Geertje Huijsers kreeg ook het ene kind na het andere, maar die gingen met dezelfde snelheid ook dood, de volgende dag, of een paar maanden of jaar later.
Toch denk ik dat het ongehuwde moederschap van Maria Jacoba, onze overgrootmoeder, geaccepteerd is geweest, alleen al omdat het kind bij haar is gebleven en naar haar twee broertjes is vernoemd. We weten het niet, misschien zijn er knetterende ruzies aan vooraf gegaan en werd er schande, schande! geroepen. Het eind van de 19e eeuw was, denk ik, ook minder klein-burgerlijk dan bijvoorbeeld de jaren ’50 van de 20e eeuw.
Toen ze 31 was, trouwde Maria Jacoba tenslotte op 5 juli 1894 met een postbode, die weduwnaar was, met de onwaarschijnlijke naam: Dingenis Johannis van Zaltbommel en die naam doet heel erg in de verte een belletje rinkelen. Misschien weten mijn zussen nog iets? Van Zaltbommel?
Onze Dingenis had zelf een paar kinderen, volgens mij de oud-nichtjes oud-tantes Lien en Maatje, maar samen hebben ze geen een meer gekregen, voor zover ik dat heb kunnen vinden.
Op 27 mei 1903 is Christoffel erkend door zijn eigen moeder. Dat begrijp ik niet. Wat was hij dan al die tijd tot deze datum? Een zwevend onecht kind? Had die Dingenis niet iets kunnen regelen dan?
En slingeren er nog ergens foto’s van Christoffel rond? Die wil ik wel.
Naschrift:
Ik kijk met mijn grote De Korteneus, want er zijn nog vier (4) dochters uit het huwelijk van Maria J. en Dingenis geboren. Ze woonden in Poortvliet. Daar zat dus ook Maatje bij, en misschien ook Lien (Christoffelina?) de oudtantes van onze vader. De rest is misschien in Zeeland blijven wonen.
Van links naar rechts: Lena, Maatje en Lien (Christoffelina), dankzij Bea
Want wie waren bijvoorbeeld die mensen in Breskens, die we ?©?©n keer hebben gezien en waarvan de grappige oom Piet Duve genoemd werd, vanwege zijn postduiven?