Tag Archives: buren

Makelaartje

Bleu the border collie. No, don't look like that.
Bleu, kijk niet zo

Het huis van de buurman D staat nu al een aantal jaren te koop en omdat ik de sleutels heb, thuis ben op internet en een beetje publiciteit kan verzorgen, heb ik al heel wat mensen het huis laten zien, dankzij een advertentie op leboncoin, op Engelstalige en Nederlandse sites en een bord aan het hek met mijn telefoonnummer voor de toevallige passant.

Anderhalve maand geleden parkeerde een mevrouwtje voor het huis en vroeg aan buurvrouw P, die weer aan mij vroeg of ze binnen mocht kijken.

Ik had de voordeur nog niet opengewrikt of ze riep al: “Oh, wat een heerlijk huis, helemaal mijn smaak, echt un coup de coeur!”
Dat ging wel heel snel.
Ze herhaalde dat wel 5 maal en wilde helemaal niet alles zien, want toen ik de cave, de garage en de grange wilde laten zien, zei ze, neen, dat hoeft niet, ik zie wel dat het allemaal in de orde is.
Ok, goed.

Bleu the border collie. No, don't look like that.
Hij kijkt altijd een beetje schuldig

Ik noteerde haar gegevens en stuurde buurman een berichtje met deze ontwikkelingen. Ook dat ik een lichte aarzeling voelde, omdat ik me niet kon voorstellen dat je een huis koopt, zonder dat je alle kamers hebt bekeken en deze dame een beetje te opgewonden was in mijn ogen. Niet onvriendelijk, maar geagiteerd, een beetje van de hak op de tak en snel afgeleid.

Aan de andere kant kon ik ook wel begrijpen dat je voor een huis valt en omdat alle huizen tegenwoordig een officiële verklaring van “diagnostics techniques” = asbest, elektriciteit, septische tank, energieverbruik etc. moeten hebben, kun je je er minder een buil aan vallen dan wij indertijd hebben gedaan.

Ze belde me een paar dagen later of ze langs mocht komen voor foto’s om aan haar kinderen te sturen en toen probeerde ik haar alsnog te dwingen de andere ruimtes te bekijken. De zolder heb ik haar niet opgekregen en de grange mocht op slot blijven. Wat doe je eraan? Niks.

Bleu the border collie.
Bleu, wel mijn kant opkijken

Niet helemaal toevallig kwam op hetzelfde moment buurman Peut-Être langs met L, een van mijn bejaarde vriendinnen bij wie ik af en toe ook werk en die zich afvroeg waarom ik nooit meer bij haar kwam poetsen. Een vraag die me vaak gesteld wordt, maar waar ik geen antwoord op heb, behalve dat ik er niet over ga.
Il faut pas chercher à comprendre hoe de hersens van de dames op het hoofdkantoor werken, al sla je me dood, ik heb er nog nooit enig systeem of doel in kunnen ontdekken, behalve dan bij iedereen irritatie opwekken.

– Kom maar eens mee, zei buurman (nooit gehinderd door wat dan ook) tegen de aspirant-koopster, ik heb ook een huis te koop.
Oh, hellup. En ondanks licht verzet sjokten we met zijn allen als makke schapen achter buurman aan.

Bleu the border collie.
Ja, ho even

Buurvrouw Peut-Être werd dus plotseling overvallen door een kleine menigte met éen potentiele koper en haar eigen man die haar huis onder haar dinges vandaan wilde verkopen. Toen ik vroeg of ze dat wel een goed idee vond, deed ze net of ze me niet begreep. Ze heeft niks te vinden of te zeggen, dat is het.

Wij, de dorpsgenoten denken namelijk dat het niet zo’n goed idee is, hoewel ze het natuurlijk helemaal zelf moeten weten. Hij heeft ook wel een beetje gelijk dat ze een dagje ouder worden en dat de winkels en alle andere diensten zich in de Grote Stad Châteauroux om de hoek bevinden.
De vraag is bijvoorbeeld of er hier op het achterlijke platteland nog een huisarts beschikbaar als ze (en we) de 80 zijn gepasseerd, want dokters wensen zich hier niet te vestigen en dat is weer begrijpelijk. Er is hier geen klap te doen en de partner van de dokter (m/v) heeft ook een baan, die je niet zomaar naar de Creuse kunt overplanten.
Maar elke dag van het jaar opgesloten te zitten in de stad met buurman Peut-Être, waar geen ontsnappen aan is, neen, dat is geen goed plan en evenmin een lolletje.

Ik luisterde ondertussen naar de zorgen van vriendin L, terwijl deuren werden geopend en gesloten en de staat van het huis door buurman aangeprezen werd.
– Nee, hoorde ik de koopster zeggen, ik vind dat andere huis veel fijner.
Ze wond er geen doekjes om.

Bleu the border collie.
Nee, niet zo

Een of twee weken later vloog buurman D. uit Engeland naar La S. voor een afspraak met mevrouwtje en een notaris, want ze wilde per se niet de bekende notaris uit haar woonplaats, die volgens haar veel te hoge tarieven rekende en dus een boef en oplichter was. Ik kan me niet voorstellen dat andere notarissen goedkoper zijn.

Nu bleek de afspraak tot grote verbazing van D. helemaal niet met een notaris maar met een adviseur van de bank, waar hij helemaal niet geacht werd bij aanwezig te zijn, maar dat wel was. Ze kwamen in ieder geval tot een overeenkomst nadat ze zonder afspraak toch nog een notaris gesproken hadden.

Het wachten is op de instanties die de vereiste technische rapporten moeten opstellen, voordat het voorlopig koopcontract kan worden getekend.
En daar heeft mevrouwtje geen geduld voor, want ze komt om de haverklap hier kijken of er al iets gaande is. Ze wilde eigenlijk al gaan schoonmaken met haar dochter en haar spullen verhuizen.
Ik moet haar elke keer uitleggen dat de technische jongens de opdracht hebben ontvangen en dat de boel in beweging is, hoewel die gasten werkelijk nooit eens een beetje snel zijn. En dat ze niet eerder kan verhuizen dan wanneer het geld is overgemaakt en ze de sleutels plechtig in ontvangst heeft genomen.

Laatst stond ze hier weer voor de deur. We praatten wat toen ze plotseling vroeg: “Die meneer uit Châteauroux, is die wel helemaal..?”, en ze maakte met haar wijsvinger een draaiende beweging naast haar hoofd.
Nee, ik barstte niet in lachen uit, maar beheerste me, terwijl ik haar verzekerde dat hij heel aardig was, maar nogal vaak van gedachten veranderde. Wat niet helemaal gelogen is.

We zullen zien hoe dit verder gaat.

Bleu blaft, die heeft hier een glanzende carrière als deurbel. Verdomd, daar zal je dr alweer hebben. Wat doe ik, wegduiken of de deur open? Er is geen ontsnappen aan.

Niet lekker

Bin containers
De vermaledijde containers, rechts tuin van buurman

Over de vuilcontainers hierboven tegenover buurman Peut-être was een aantal jaren geleden nogal wat te doen, ik weet niet of ik dat al eens heb genoemd. 
De SIERS die daarover gaat, wilde kennelijk om logistieke of onbegrijpelijke andere redenen van de vier containers er plotseling twee aan de kant van de weg midden in de brandende zon in de greppel tegenover het terrein van buurman hebben. Ze stonden oorspronkelijk in het midden van het dorp in de schaduw tegen de achterkant van een een paar schuren, waar ze niemand tot last waren, integendeel.

Grapes
De oorspronkelijke plek van de containers

Die verplaatsing was om verschillende redenen een slecht idee.
Ten eerste de zon: in de zomer begint dat allemaal lekker te gisten en een merkwaardige onaangename putlucht af te geven.
Ten tweede de greppel: als je de klep opendoet, lazert gegarandeerd de hele container om en zie hem als bejaarde zwakkeling maar weer eens overeind te krijgen.
En ten derde de locatie: de vaste bewoners wonen dichter bij de oorspronkelijke plek van de vier containers. De enige voor wie dat qua afstand beter uitkomt, is buurman P-E, die er alleen in de zomer is en dus te maken heeft met die vuilnisbakkenrottingsgeur.

En tenslotte, als je een volle container treft, moet je met je hele zooi naar de andere kant van het dorp voor de andere die leger is. En als het nou een wereldstad was, ons gehucht, maar het aantal vaste bewoners is 8 personen inclusief een kleuter. In de zomer zijn we misschien met 16. Allemaal zinloze veranderingen die aan een bureau bedacht zijn.

Neighbours' garden
Het gazon van buurman met appelbomen 

Het was een heel “typisch Frans” gedoe volgens onze Engelse buurman D. indertijd, want ik geloof dat ze eerst van plan waren ze helemaal aan de buitenkant van het dorp te zetten bij de visvijver, waardoor je met je troep over een grotere afstand en een niet-geasfalteerde landweg ook nog eens een helling zou moeten nemen. Buurman P protesteerde daar heftig tegen vanwege slecht ter been zijnde, wat hij gelijk had.

Goed, ik ging een paar dagen geleden de reclamefolders en melkpakken weggooien in de containers van de foto, omdat de kans dat die minder vol zijn groter is, om genoemde logistieke redenen.
Buurman was op zijn nieuwe tracteur tondeuze beneden in zijn tuin zijn gemaaide gazon aan het maaien, zoals we van hem gewend zijn. Volgens JP ligt het zwaartepunt van dat ding te hoog, waardoor de kans bestaat dat buurman een keer met grasmaaier en al gaat omvallen als hij een hellinkje neemt. Nu was hij op een redelijk plat stuk bezig. Nee, hij gaat in dit stukje niet omvallen, n’ayez crainte.

Ik deed de klep van de container omhoog en liet hem rusten tegen de hogere kant, omdat ik geen drie handen heb om die klep vast te houden en er tegelijkertijd een bak met afval erin te legen.

Ik had al gezien dat ik gespot was, maar lette er verder niet op, tot het geluid dichterbij kwam, hij op zijn grasmaaier plotseling de weg overstak en me gebaarde op te hoepelen bij die container.
Ik moest inderdaad maken dat ik verdomme wegkwam, want hij ging uit het niets het gras rond de containers maaien en bedolf me in éen moeite met rondvliegend gras.

Is die man wel lekker, vraag je je dan af. Waarom in godsnaam pardoes daar gaan maaien?
Il ne faut pas chercher à comprendre.

Fly agaric / Amanita muscaria
Paddo’s in grote hoeveelheden tussen de cèpes: de vliegenzwam

De volgende keer zal ik het hebben over de gebeurtenissen rond de verkoop van het huis van onze Engelse buurman en de kandidaat-koper. Dat was me ja weer wat.
Buurman vormt toch een onuitputtelijke bron van vermaak. Niet dat hij niet aardig of behulpzaam is, nee, hij is alleen maar incomprehensible.

Logisch

BeetrootBiet, dat gras moet er nog tussenuit

Ik zocht me vandaag gek naar een paar dode vliegen om op de foto zetten. Ik heb ze niet gevonden, in tegenstelling tot de vrouw die ze een week geleden op haar vensterbank had laten liggen neergelegd om te bewijzen dat ik mijn werk niet goed deed.
Hoe moet je daar in godsnaam anders op reageren dan in lachen uitbarsten en op je voorhoofd wijzen? Boeie!
Nu deed ik dat niet, ik hou me beleefd op de vlakte, maar kon niet voorkomen dat ik een wenkbrauw en een mondhoek optrok en een keer mijn hoofd schudde, wat op hetzelfde neerkwam.

Ja, beste jongens en meisjes, er bestaan hele onaangename mensen, dien er alles aan gelegen is, het leven van een hulpje tot een hel te maken, want die vliegen zijn maar een voorbeeld.

De paar uur per week dat ik gedwongen wordt in dezelfde ruimte met die figuur te zijn, word ik onafgebroken bekritiseerd, terechtgewezen, uitgekafferd en/of met minachting gecorrigeerd (NEENEENEE, NIET ZO! WAT, DOE JE DAT DAARMEE??? etc.).
Ik doe alsof ik van teflon ben, zing liedjes in mijn hoofd, citeer gedichten, bereid mentaal een tekst of tekening voor, waardoor ik tijdelijk in een andere wereld zit. Ik zeg helemaal niets.

Niet dat ik dat leuk vind: de meeste mensen hebben zin in een praatje en willen afgeleid worden door mijn opgewekte flauwekul, want de dagen gaan al zo langzaam, zeggen ze, vooral na het middagmaal. Bovendien is slap ouwehoeren my middle name, zoals jullie weten.

Parsnip and beetroot
Pastinaak met biet

Hoe ik er vanaf kan komen, weet ik niet. Ik ben altijd helemaal kapot van die paar uur, door de ingehouden woede die maar naar buiten wil komen, tot die puist natuurlijk een keer barst.

Ik kan jammer genoeg niet teveel details prijsgeven, dat begrijpt jullie wel, maar oh wat zou ik graag alleen maar lelijke dingen over dat k*tw*f willen uitschreeuwen.
Goed, genoeg, zo heeft mijn moeder me niet opgevoed. Wordt vervolgd.

The first and only peas of 2017
Doppen der erwten

Ondertussen komt eindelijk dankzij de regen de tuin tot leven, met vandaag voor het eerst nieuwe aardappels met doperwten op tafel. Dat is toch zo heerlijk!

Buurman F. uit de stad, aka de Grasmaaier, alias Peut-être vindt al zolang ik hem ken dat mijn tuin niet netjes is. Wen er nou maar eens aan, buurman, godsklere. Who cares? Boeie!

Hij was vanmiddag om 12:30, toen voor het eerst de zon weer eens scheen, weer zo merkwaardig bezig met zijn favoriete tondeuze, die een hysterisch geluid maakte, alsof hij hem steeds afkneep: IIIIIIOEWIIIIIIOEWIIIIIIOEW, tot ik na 10 minuten onze JP, die er immers direct naast woont, keihard hoorde schreeuwen:
LAAT DAT VERDOMDE DING LOS! HOU OP!!!, vanwege die typhusherrie tijdens het eten en ook al omdat hij niet kan verdragen dat iemand het materieel mishandelt.

Ik wachtte tot het stil zou worden, maar niks ervan, hij ging onverstoorbaar door met in zijn eentje luchtalarmpje te spelen.
Hij is niet helemaal lekker.

Ik herinner me plotseling dat JP een tijdje geleden gedreigd had de grasmaaier gedurende de middag- en avondmaaltijd onbereikbaar voor buurman op de vork van de trekker in de lucht te laten hangen.
Dat moment is niet ver meer. Ha!

New potatoes
De eerste piepers

Dat buurmans hersens niet helemaal jofel werken, kan hij niet helpen, jammer dat hij – niet gehinderd door enig zelfinzicht – gewoon doorgaat ons tot waanzin te drijven.

Zo ging ik laatst naar vriendin P om een telefoonnummer, waar ook het echtpaar Grasmaaier op visite was. Vriendin dicteerde het en ik tikte ‘t direct in mijn mobieltje, me eindeloos vergissend in de samengestelde cijferreeksen, die uiteindelijk altijd gewoon twee cijfers blijken te zijn, ik had het er al eerder over: quatre-vingt-dix-neuf is gewoon 99.
– Waarom zeggen jullie niet zoals elk normaal volk septante, huitante en nonante? zei ik, expres chargerend om te kijken wat buurman hier nu weer van zou maken, soixante-dix is toch helemaal niet logisch, om over quatre-vingt-dix maar te zwijgen!

Vriendin P had geen idee, maar buurman ja, hoor, hij hapte.
– Dat is wèl logisch, zei hij en dreunde als een schoolkind het rijtje op, dix, vingt, trente, quarante, cinquante, soixante, soixante-dix, quatre-vingt, quatre-vingt-dix, cent!
– Wat is er dan logisch aan soixante-dix bijvoorbeeld? vroeg ik vals.
– Nou, quarante, cinquante, soixante, soixante-dix, logisch!
Verder dan dat kwam hij niet en ik ook niet, want niets, maar dan ook niets kon hem ervan overtuigen dat er van oorsprong een idioot Keltisch twintigtallig systeem achterzat, vermengd met het tientallige stelsel. Dat laatste is weer wel begrijpelijk als je bedenkt dat mensen op hun vingers tellen.

Hij had natuurlijk nog nooit van zijn langzalzijnlevensdagen van enig stelsel of systeem gehoord en de betekenis van het woord logisch in deze context was voor hem al helemaal onbegrijpelijk, hoe ik hem dat ook probeerde duidelijk te maken.

Probeer maar eens iets in die hersens van die man te laten doordringen: echt, dat gaat niemand ooit lukken, je stuit op een betonnen muur van onbegrip. Bovendien is hij extreem eigenwijs. Boeie!
Dat lukt zelfs JP met zijn trekker niet. Hoewel hij dat van mij wel een keertje mag proberen.

In the orchard
Een kippenparadijs: er mag wel eens worden gemaaid. Boeie!

De kippen hebben geen last van stelsels of logica in hun ideale leven in de boomgaard. Die scharrelen, vangen vliegen, leggen een ei en komen als ik roep.
Dat biedt genoeg troost, hoor. Dat heet geluk. Vooral ook als de kat uit het niets komt aanhollen, zodra er aandacht wordt uitgedeeld.

Doffe pech

Worn out tiresAutobanden in de achterbak, ijzerdraad komt door het rubber heen

Het begon allemaal toen de buurman van een klantje zei:
– Weet je dat je voorbanden gevaarlijk versleten zijn?
– Dat kan niet, ze zijn nog geen jaar oud en in januari kreeg ik nog “impecc” te horen van de jongens van de contrôle technique.
– Ik zou er niet meer mee rijden, vond de buurman, en vooral niet te hard, hè, een klapband is levensgevaarlijk.

Shitterdeshit. Ook dat nog. De reparatie had me al een kapitaal gekost, maar minder dan een ander tweedehandsje, dat ze me met alle liefde wilden verkopen. Dat geld kon ik helaas op dat moment niet vrijmaken. Dat andere ook niet, trouwens.

Ze waren de wielen kennelijk gewoon vergeten. Tot overmaat van de ramp zei buurman JP dat hij al lang geleden gezien had dat de wielen niet recht stonden, maar waarom hij daar zijn kop over had gehouden, geen idee. Ik kijk er eigenlijk nooit naar, vertrek in het donker en kom in het donker weer thuis. Bovendien dacht ik dat die gasten hun werk goed hadden gedaan.

2cv with problemsGelukkig hebben we de kat eend nog

Gelukkig hebben we de eend nog, want tot mijn salaris zou zijn gestort, kon ik verder niks. Dat dacht ik echt tot gisteravond. Die goeie ouwe deux chevaux, die laat me nooit in de steek.
Ik was dus in die lieve geit op weg naar een klantje, 1 uur werk en 20 km in totaal, die niet zouden worden vergoed. Dat soort klusjes leveren me al snel 3,50€/uur op.
WAT? Ja, echt, en daar zal ik een andere keer eens een tirade aan besteden.

Toen ik bijna op mijn bestemming was, hoorde ik een harde KNAP! en zat ik plotseling 30 cm lager. Ook dat nog, klapband. Dacht ik.
Bij nadere inspectie bleek het hele koetswerk aan de linkerachterkant bijna de grond te raken. Wiel was niks mis mee. Ik kon wel huilen, wat ik ook deed. En vloeken.

Hier kwam ik tot stilstand
Hier was ‘t, Google streetview, gister was het donker en koud

Er stopte een auto, met een Engels stel, dat toevallig ook naar hetzelfde gehucht moest en me een lift aanbood. Wat zijn de mensen hier toch aardig!
In de paar minuten dat ik bij ze in de auto zat, presteerde ik het om over de politiek te beginnen, die griezel van een May, Boris Corpsbal en Brexit.
Dat komt, ik raaskal altijd als ik van slag ben. En dat ik van slag was kwam ook door alle shit van de afgelopen tijd, auto’s, geldgebrek, onverwachte facturen, uitbuiting (werk), waardeloze communicatie (idem), stompzinnige telefoongesprekken (idem idem), stervende lieve mensen, verdriet, frustratie en woede.

Hoe ik mijn werk bij dat lieve vrouwtje heb gedaan, weet ik niet meer. Ik belde buurman JP, of iemand tijd en zin had me over een uur op te halen en dat bleek zijn vrouw, met wier hulp ik de ouwe brik nog een beetje verder aan de kant duwde en de gevarendriehoek neerzette.

After the stormy weatherAndere buren hebben ook problemen

Eenmaal thuis werd ik mee naar binnen genomen, kreeg te eten en te drinken in een groot jachtgezelschap dat de hele zaterdag had buitengespeeld, met paarden, een meute en jachttoeterjes.
Twee vossen hadden eraan moeten geloven, vertelden ze opgewonden, zonder dat het tot me doordrong. Ik piekerde en piekerde, de mannen maakte grapjes.

Tot JP opstond, me details vroeg en toen besloot de eend op te halen, of in ieder geval te onderzoeken. Het was ondertussen al 21:00 of zoiets. Ze waren ook bang dat iemand hem zou jatten, want dat gebeurt, oldtimers zijn in trek.

Oakwood
Dit doet JP als hij geen eenden ophaalt

We reden terug met een sleepkabel, de schoonzoon en de kleine buurjongen uit het volgende dorp, die wel zin hadden in een klein avontuur en ja, hoor, volgens JP was het de suspension, oftewel de ophanging linksachter, dus slepen werd het, we zetten hem weer met zijn neus in de goede richting en hopla, daar ging de optocht. Ik zat aan het eendenstuur, moest alleen maar remmen als ik de jongens te dicht naderde, bij een steile afdaling koppelden ze me los en maakte ik een vrije val, tot we uiteindelijk veilig thuiskwamen.
Ik was volkomen verstresst, kaputt, fichue, foutue, zat in een kramp van het sturen, remmen en proberen iets te zien in het verblindende autolicht vòòr me.
Maar mijn baby is weer thuis, voorlopig onbruikbaar. Daar hoop ik in de loop van de volgende maand iets aan te doen.

2cv with problemsDaar staat ze, gehandicapt

Wat een fijne buren, hè? Ik heb ondanks de pech ook een heleboel geluk.