Tag Archives: kpn

Vrije dag

glasbak
Gekke glasbak

Ach, ach, wat was ik aan het mopperen! Ik had zo hard gewerkt dit weekend, dat Siebe maandag voorstelde naar het strand te gaan. Daar ging het gemopper door, oude koeien uit stinkende sloten (“ik dacht toch dat mijn baantje was opgeheven, dat was toch de reden voor ontslag? Is het verdomme nou wel of niet zo, ik merk er anders helemaal niks van, zie je nou wel dat ik ben genaaid[..]“), bonus- en targetgezeik, je hoort de hele dag niets anders op radio, ik heb al jaren geleden gezegd dat dat contraproductief werkt (“Wat zegtu? CONTRAPRODUCTIEHUF!“), de buren, neen, ik bedoel een aantal huisgenoten in Amsterdam: braaaaaak, braaaaak, schijnheilige braakmiddeltjes! enzovoorts enzovoorts.

Ik vermaak me altijd wel in zo’n bui, ik vind het heerlijk mijn weerzin tegen sommige mensen tot in oneindige details te bespreken, maar S. vindt dat minder, want die ziet dat niet als vertier, maar wordt er daarentegen somber van. Ik genoot met volle teugen van het strand, de zee, mijn gelijk en ging door met het bespreken van zakken (“Die man heeft me toch een potje gelogen,dat blokhoofd, zo zielig, dat leer je volgens mij op de kleuterschool, als niemand met je wil spelen, of als je een achterbakse moeder hebt, dat kan natuurlijk ook[..]“) en Kwint werd helemaal dol van vreugde, zand onder z’n pootjes en de ruimte, hij m??est happen en hysterisch hollen.
Hee, een glasbak midden op het strand. Ik vond de kleur niet verkeerd.
De zee maakte kalmerende geluiden, er was bijna niemand, in de verte zagen we visserscheepjes vissen. Op wat? Geen idee.

origanum
Wilde oregano in de duinen

Thuisgekomen bleek dat ik zowaar mijn tweede boek in een half jaar had verkocht (bol.com en boekwinkeltje.nl, nounou, dat handeltje loopt als een trein) en nadat ik braaf de pakbon en het boek in een gebruikte kartonnen verpakking had verpakt, bracht ik het pakje naar het postkantoor in de Stopera.
– Dat gaat u kosten, mevrouw, zei de onwaarschijnlijk slome medewerker. Hij hield een plastic mal van de inwerpgleuf omhoog en demonstreerde hoe het pak er niet doorheen kon.
Beuk, beuk, ging het pakje tegen de plastic mal.
– Ach, doe niet zo flauw, zei ik, want ik had dezelfde kartonnen doos een paar weken daarvoor gewoon tussen de brieven aangetroffen, de reden waarom ik het karton had bewaard.
– Niet zo flauw? Daar ken ik niet aan beginnen!
Kristusmeziele, wat is er met de mensheid aan de hand? Het is onwil of ze zijn te stom.
Ik beheerste me kranig, rukte het pakje uit z’n sneue poten, plakte er thuis voldoende postzegels op en wierp het door de gewone, verdomde inwerpgleuf van de v/h PTT rode brievenbus hier op de gracht.
Is dat nu zo moeilijk?

Morgen over de onderwerpen:

  • De NS: bestaat er nog zoiets als klantenservice?
  • Heb ik het nu goed gezien, of dragen de mannen tegenwoordig een knotje? En een baard? Maar niet tegelijkertijd?