Tag Archives: Nieuwmarkt

Parkeren

De invalideparkeerplaats
De invalideparkeerplaats om 12:30 de volgende dag

Gisteravond laat liep ik door de stromende regen een laatste rondje met de hondjes, die ook zo snel mogelijk weer naar huis wilden. Voor buurtcentrum De Boomspijker deden we een stapje opzij voor een imitatie-Mercedes van Koreaanse origine. Vier man aan boord.
Die wilden parkeren op de invalideparkeerplaats. Ik dacht, laat ik deze keer mijn bemoeizuchtige snuit eens houden. De kans dat er een gehandicapte of parkeerwachter langs zou komen, was niet groot, moest ik toegeven. Ze parkeerden een meter uit de kant, wat wel logisch is, omdat je door het hekwerk onmogelijk aan de grachtkant kunt uitstappen. De eerste stapte uit en er klonk fijne bonkbonkbonkmuziek.
– Zet hem toch maar iets dichter bij de kant, zei die tegen de chauffeur. De hondjes en ik kwamen ondertussen geen stap verder wegens plotselinge drukte van allerlei auto’s, die niet verder konden door dat halfslachtige parkeren van die nep-Mercedes. We wachtten en keken zwijgend hoe de auto met luid gekraak zijn linkerspatbord in het gietijzeren toeristenhekwerk duwde. Oh shit.
– Je heb schade, ja, je heb geloof ik wel schade, ja, zei de passagier buiten.
Dat wilde de man naast de chauffeur ook wel eens bekijken en wierp het portier open op het moment dat de wachtende rij auto’s zich in beweging zette, omdat de weg immers weer vrij was. Nog een keer datzelfde afschuwelijke gekraak. Oh shit, ook nog de rechterdeur.
Snel naar huis, want we waren ondertussen drijfnat.

Olifanten

Mensje van Keulen

Op 19 januari las Mensje van Keulen in het De Pintohuis voor uit eigen werk. Ik was haar sinds Bleekers Zomer (1972) helemaal uit het oog verloren, waarschijnlijk veroorzaakt door het snobistisch en arrogant lezen van veel Reve, Hermans en allerlei buitenlanders zoals Philip Roth, Salinger enz. Mulisch vond ik al van het begin af aan niet om door te komen.

Ik herinner me nu eensklaps, dat ik haar ooit, dat moet ergens begin jaren ’70 zijn geweest, in Den Haag samen met Maarten Biesheuvel heb zien optreden, achter wie ze zich toen een beetje verschool. Was het het Bzzt?¬•h Theater? Of was het ergens in Leiden? Ik was daar samen met Robertine, dat weet ik nog wel.

Ze was in ieder geval niets veranderd, ze sprak met een zachte stem, een beetje verlegen misschien en ze was veel geestiger dan ik me kon herinneren. En dan dat Haagse! Dat wist ik helemaal niet. In Olifanten op een web, een autobiografisch boek, geschreven naar aanleiding van en over de dood van haar moeder, vertelt ze hoe het gezin eruit zag, waar ze in Den Haag woonden, hoe ze opgroeide, wat ze allemaal uitspookte en hoe bijzonder haar moeder was.
Een prachtig geschreven, herkenbaar en ontroerend boek, dat Olifanten, dat bij mij onverwacht weggestopte en vergeten zaken naar boven haalde. Dat hele Den Haag van v????r 1968, toen we naar de bollenstreek verhuisden, kwam weer te voorschijn. De straten in Moerwijk met die wonderlijke namen, Betje Wolff en Aagje Deken, Melis Stoke , die pas later een betekenis bleken te hebben.

Mijn twee oudere zusjes en ik sliepen een tijdje met z’n drie?¬¥n op ?¬©?¬©n onverwarmd kamertje, want de enige kachel stond in de huiskamer, zoals bij iedereen in die tijd. Hettie en ik smeekten Doris, de oudste, om verhaaltjes, terwijl wij (H. en ik) met veel geschop en getrap bij elkaar in bed kropen en daar lagen te wachten tot het zou beginnen.
Doris begon ook, maar viel regelmatig tijdens het bedenken in slaap. We lagen maar met open ogen te wachten en te wachten, tot ze verder zou gaan en probeerden haar, als het te lang duurde, wakker te roepen, wat nooit lukte. Waarschijnlijk vielen we zelf ook in slaap. Ik zie het kamertje voor me, de kinderboekenkast met schoolborddeurtjes, bibliotheekje spelen met een heus kaartsysteem, keihard en overbodig roepen als de fluitketel gilde: “MAMA! Het WATER kookt!”, het gaat maar door en houdt niet op.

Let op, een fragment uit Olifanten:
Anneke en Danny bedelen ‘s avonds in bed om een verhaal en hardop lig ik ze te verzinnen.
‘Er was eens een fietsenmaker die levend begraven was, maar ze waren vergeten zijn zakken leeg te halen…’
Ik ben zelf nieuwsgierig naar de afloop, maar ik kom er niet altijd uit.
‘En toen…’
‘Wat?’
‘O, wat er toen gebeurde met de arme fietsenmaker…’
‘Wat dan? Wat?’
‘Het was vreselijk…’
‘Wat dan?’
‘Morgen verder.’
Lees hier meer >>

Hoe is het toch weer mogelijk?

Ik bof toch maar weer met die bibliotheek om de hoek, die deze avonden samen met Pantheon boekhandel organiseert. Ik heb gisteren en vandaag twee boeken van haar gelezen en ga alles lezen. En die Bleeker maar weer opnieuw. Die scharrelt in het boek op de Geldersekade rond, nota bene hier om de hoek en wordt besprongen door een hele oude vrouw, Annie van 50.
We moesten allemaal lachen toen de schrijfster dat stukje voorlas. Nou ja, vijftig is ook stokoud als je vijfentwintig bent.

Gevederde vrienden

Er zwommen 14 zwanen in de gracht, bedelend om eten
14 zwanen

Gisteravond kwam een hele kudde van deze elegante dieren op me af zwemmen met hoopvolle gezichtjes: honger, honger! In hun kielzog dreef het kleinere grut in de vorm van eenden, meerkoeten en andere hongerlijders, in het Amsterdams drijfsijsjes. Ik had geen oud brood, maar slechts twee honden en een mobiele telefoon bij me, waarmee ik altijd een beetje gespannen een foto maak, omdat er geen touwtje aan vastzit. Altijd bang dat ik hem (in de gracht) laat vallen.

De gewone camera heeft een touwtje, dat standaard om mijn pols zit en bovendien allerlei uitsteeksel en hoeken waar een mens houvast aan heeft. Zo’n mobiel is glad, heeft geen vorm waar je iets aan hebt en als ik dan in het donker over de gracht heen hang, met twee druktemakers aan de riem, dan kun je alleen maar onscherpte verwachten.
En als ik afdruk, duurt het nog minstens 2 seconden voordat de foto gemaakt wordt. Hopeloos.

Weet je wat voor gruwelijke herrie die meerkoeten ‘s nachts maken? Gaan die nooit slapen? Hoe klinkt een meerkoet? Ik citeer uit het hoofd, de Jonsson ligt in Frankrijk: als een gloeilamp, die op een steen kapotvalt, of woorden van gelijke strekkking.

Het is feitelijk een dichtbundel, de Jonsson.

Ebooks en andere biebtroebelen

De Waag als Eftelingkasteel
Dit gebouw zou ooit een boekenkast wordenbestemming krijgen

Toen ik een paar dagen geleden in de Centrale Bibliotheek was, wilde ik in de eerste instantie geen draadloze verbinding, maar een account om ebooks (eboeken) te lenen. Op de site oba.nl, die nog steeds allerlei rare navigatieproblemen vertoont, las ik op een verborgen plekje over ebookuitleen, toen ik voor de zoveelste keer de catalogus probeerde te vinden.
Probeer die maar eens in 1 muisklik te bereiken, dat lukt je niet. Altijd krijg je die onduidelijke Aquabrowser onder je neus geschoven, hoe hard en hoe vaak je ook op de link catalogus drukt. Maar, dankzij die chaos kwam ik achter die ebookmogelijkheid.

De gebruiksaanwijzing die er in een antiek worddocument (wordstar) was bijgeleverd, zag er niet eens WEB 1.0 uit, maar zo verschrikkelijk WEB b.c., namelijk ms-dosish, dat ik die eerst moest vertalen om hem te kunnen begrijpen.
Een account voor ebooks kan alleen op een computer van een van de filialen worden aangemaakt, niet thuis. In de bibliotheek was geen enkele computer beschikbaar, maar ik was niet voor 1 gat te vangen, op mijn mobiel kan dat ook, als je tenminste een toegangscode hebt voor de wifi van de bieb en die had ik niet. En ik moest een IP-adres van de bibliotheek hebben, anders werkte dat ebookgedoe niet. Dat verliep zo moeizaam en traag, met falende apparatuur en onwetend personeel, dat ik besloot het de volgende dag bij de De Pinto te proberen.

Daar had ik in een mum van tijd een ebookaccount aangemaakt, maar wifi, daarvan wisten ze zelf ook niets, dat was net ge??ònstalleerd, maar hoe en wat was onduidelijk, neen, dat was niet waar, ze wisten wel hoe het moest, maar de beheerderstoegangscode ontbrak en de enige die die kende, die was er niet.

Als de handleiding voor ebooks de norm is, dan begin ik langzaam te begrijpen waarom een aantal bibliotheekzaken niet soepel verlopen. Wie doet daar in godsnaam de interne communicatie? Drie keer ruk, zou een bekende fotoredacteur zeggen. Niet de mensen van het De Pintofiliaal, die niet, die zijn heilig, ik heb het over de afdeling communicatie van de OBA. Tjongejonge. Nou ja, zand erover, ik had mijn ebooklogin en ging via de groentekraam op de Nieuwmarkt naar huis om het te proberen.

Zou die nog zijn weggekomen
Zou die nog zijn weggekomen?

Toen ik op de Nieuwmarkt aankwam, begon het te sneeuwen, steeds harder en harder. Had de KNMI dit voorspeld? Binnen 10 minuten was er niets meer onbedekt. Zo snel had ik dat in mijn leven nog niet meegemaakt, ja, in de Alpen tijdens de wintersport sneeuwde het een keer zo ondoordringbaar dicht, dat ik in plaats van achter vriendin H. aan te ski?´n, een mij volslagen onbekende had gevolgd, waar ik pas kilometers verder achterkwam, toen hij eindelijk pauzeerde. Dat was voor het mobiele tijdperk, dus even bellen, met mij, waar ben je, is goed, doeidoei, was er niet bij. Trouwens, mobieltjes doen het nooit op die plekken.

Waar is de Zuiderkerk gebleven?
Waar is de Zuiderkerk gebleven?

Thuisgekomen keek ik nog eens naar buiten en ging toen een ebook lenen. Een ebook lenen? Allemachtig, wat een sof! Wat een teleurstelling! Over ms-dos gesproken, je kunt die boeken (1001 Engelse en 1 Spaans boek) niet lenen en lezen op je mooie Sony-ereader of zoiets, neen, de tekst is beschikbaar online, in een opmaak die echt niet kan.
Doen ze dat nu expres? Kan iemand me dat uitleggen? Meneer van Velzen, er bestaan ereaders! Directeur Van Velzen verkeert zo te lezen in dromenland. Hallo! Wakker worden, Hans!

ebook Virginia Woolf
Day and Night van Virginia Woolf

Of heb ik het verkeerd begrepen? Dan neem ik alles sommige dingen terug.

Honden uitlaten

Romantische gracht
Hier wandelen we dan nu

Het is elke keer weer wennen aan de grote stad, hoewel wij in een soort Efteling wonen qua toeristisch appeal, kijk maar naar het plaatje.
De dieren hebben steeds kwaaltjes, waar ik een beetje moedeloos van word, dan weer aan de dunne (Bess), dan weer een ontstoken pootje (Soes), dan weer die terugkerende koortskwaal (Kwint), dan weer een gezwel met coma en fatale gevolgen (Jake), en nu schudt Kwint met z’n oor en wrijft ermee langs de plinten, waardoor ik bang ben dat hij er een bloemkooloor van maakt (Annetje).

En nu is het afgelopen, hoor! Iedereen verdomme gezond!