Tot Antwerpen ging het goed, tot het echt begon te sneeuwen. We ontsnapten via de andere tunnel en reden langzaam, zonder stilstaan over glibberige wegen naar Amsterdam. Hebben we toch nog geluk gehad, lees ik in de Standaard: 1275 kilometer.
We zijn er weer, de kachel gaat vanzelf aan en uit, de tassen en hun inhoud ruiken als vanouds naar rookworst.
Omdat we gisteren geen spat hadden uitgevoerd, duurde het vanochtend iets langer voordat we eindelijk vertrokken. En waarom hadden we geen spat gedaan? Omdat we zoals elk jaar op 1 januari van 9:30 – 12:00 aan het borrelen waren geweest en daarna een beetje moe waren.
Daardoor kon het gebeuren dat we helemaal vergaten te vertrekstressen.
We liggen in onze bedjes aan het eind van deze straat op 2 minuten lopen van de bus naar Londen. Doodmoe, maar tevreden. We hebben zo’n beetje alle hoogtepunten gezien, inclusief een klein beetje Ashmolean, een museum met een werkelijk fantastische collectie. Elke ontwerper of schilder zou daar een dag moeten doorbrengen, wat een geweldige kunstwerken, sieraden, vormen en motieven!
Castle Mill Stream, een teleurstellende sloot rivier
Morgen schrijf ik wel hoe deze dag was en waarom we niet het hele museum konden bekijken. Nu doen we het licht uit, want we moeten vroeg op.
Hier rijd ik al zolang langs, als we hier langsrijden en vandaag ben ik eindelijk een keer gestopt om een foto te maken. Het gebouw dat door deze fantastische haag omheind wordt, is een saaie metalen loods, waarin gesleuteld wordt, meen ik gezien te hebben. De wisteria klimt omhoog via een soort takkenschuttinkje. Man, wat is dat hegje mooi.