
Helemaal niks. Ik slenter over de gracht met de stinkies, zie dat het prachtig weer is, ruik het en kan alleen maar berusten. Ik heb alles wat mijn hartje begeert, zei ik ooit al eens desgevraagd tegen Frans Pointl in de Appie Heijn, wijzend naar de inhoud van mijn karretje, toen hij me aansprak.
– Bent u schrijver? vroeg hij. Ik kende hem helemaal niet, dus ik zei gevat (dacht ik):
– Neen, u?
Huppetee en daar kreeg ik een hele geschiedenis te horen. Die was verder wel zo interessant, dat ik z’n werk toen serieus ben gaan lezen. Ik heb moeten huilen van het lachen om De Hospita’s, Rijke mensen hebben moeilijke maten, De Heer slaapt met watjes in zijn oren, Ongeluk is ook een soort geluk en het net verschenen Poelie de verschrikkelijke.
(Dat laatste heb ik nog niet gelezen, maar gaat ongetwijfeld over die afgrijselijke zwerfkat die een re??òncarnatie van Hitler bleek te zijn en door Pointl opgenomen en verzorgd werd, tot het niet langer ging en het beestje afgemaakt moest worden. De website catsthatlooklikehitler verbaasde me niks)

Ik heb alles wat mijn hartje begeert, ik zei het al, te eten, een huis om in te wonen, een man en kinderen, een paar honden, cavia’s, werk, hersens en een huis in Frankrijk. En ik verlang alleen nog maar naar dat laatste, maar dat kan natuurlijk niet zonder de rest. Het is een probleem van niks, ik heb geen oorlog meegemaakt, heb nooit hoeven onderduiken, ik heb nog nooit werkelijke doodsangst gekend.
Kom op, niet zaniken verder. Ik lees tegelijkertijd de biografie van Rimbaud door Graham Robb en Le D?©b?¢cle van Zola, het 19e deel van de 20-delige serie Les Rougon-Macquart die ik al eerder noemde. Ik ben in afwachting van het nieuwste boek van Fred Vargas, waar ik me enorm op verheug. Zie je wel? Het valt wel mee. Even jam maken.
