Oudjaar

Het blijft een merkwaardige tijd. Hier in het dorp wordt de een na de ander (inclusief moi) getroffen door de gastro. Er heerst in dit land een epidemie, beweert Jean-Pierre, die er 8 dagen zoet mee is geweest. Je wordt er behalve heel slank vooral ook slap van. De zon liet zich vandaag niet zien, maar dat speelde gezien de omstandigheden even geen rol. Saar eiste ondanks alles een schaal met oliebollen. Mopperend en zuchtend heb ik me laten overhalen.

En omdat de keuken feitelijk ons huis is, weigerde ik het keurig gerezen beslag binnen in het diepvet te bakken. Dat blijf je de rest van je leven ruiken.
Hup! Dan maar het hele gasfornuis naar buiten gesleept. Na een half uurtje bakken hadden we een mooie stapel. De vraag is of de buren die net zo lekker vinden als de Swartjes hier.

De bollen smaken heerlijk en ze zijn dan ook volgens recept van Lena met een flesje trappist gemaakt. In het beslag, niet in mij.

Tochtje

Ik belde Sonja vanochtend om een afspraak voor Yeva te maken. Gisteren denderde mijn hartslag bijna de hele dag met 105 slagen per minuut en na ons uitstapje bij de rivier was het tempo gezakt tot 94/m. Pas bij het ontwaken vanochtend herkende ik de rustige, vertrouwde klop.
Maar wie is Sonja? Dat is de vrouw die de manege van R?¬¨¬©mi en Florence heeft overgenomen. Nu waren die twee al aardig gestoord, deze paardengek vertoont vergelijkbaar gedrag. Ze kwetterde het hele gesprek alweer vol met idiote grapjes en enthousiaste geschreeuw dat “iedereen er was, het bekende clubje uit Parijs en dat ze twee uur gingen rijden, of drie uur, dat zouden ze wel zien”. De angst dat het saai zou worden na het vertrek van R&F blijkt ongegrond.

Ach, wat was het daar heerlijk. De paardjes stonden in een zonnige wei in hun wintervachtjes te wachten tot ze opgehaald zouden worden, de stallen waren leeg en keurig aangeveegd en iedereen was blij om elkaar te zien.

Ik bracht Yeva in de 2cv en reed te vroeg weer terug: de Intermarch?¬¨¬© was nog niet open. Op de parkeerplaats stonden een paar auto’s met vriendelijk lachende bejaarden, die nog een kwartier zouden moeten wachten voordat de poort weer open zou gaan. Daar had ik de moed niet voor. Naar huis en naar bed.

Het weer werd steeds beter in de loop van de dag en nu om 18:30 uur is de hemel helder met een ouderwets maansikkeltje en overal sterren. Dat betekent kou. De kachel brandt, het hout ligt klaar, de luiken zijn dicht. De kinderen kijken een dvd-tje en ik lees eindelijk weer een boek: Maxime du Camp, Uren met Flaubert. Het mocht eens tijd worden.

Kalender

Ter afleiding ging het hele gezinnetje met de honden naar de rivier, waar we ‘s zomers altijd in zwemmen. Het was buiten glibberig en onderweg zagen we jagers in vol ornaat uit hun Berlingo stappen. Een eindje verderop liepen de hertjes.
– Vlucht! riepen we en we bleven rechts rijden, haalden niet in en we probeerden de diertjes met lichtsignalen te waarschuwen.
Ik dacht toch altijd dat ze alleen op zondag knalden, gelijk Kortjakje, maar neen, het is elke dag te horen.

Het water was bevroren en er klonken bizarre knapgeluiden, als de ijsmassa een beetje verschoof. We wandelden in ?©?©n grote kitschkalender. Echt rustig wandelen was er niet bij, ik blijf bang voor verdwaalde kogels.

Dromen

Gisteren ging de excursie naar Jardiland voor een veel te late kerstboom, de Aldi voor de basics en de Leclerc voor de rest. Een beetje merkwaardig om op 27 december een boom te kopen, maar eerder waren we daar niet toe in staat. We hadden dat natuurlijk gewoon aan Jean-Pierre moeten vragen, die had er wel een uit het bos gehaald voor ons.

Saar was helemaal gelukkig en heeft dat ding opgetuigd. Een nepper met een realistisch uiterlijk met als enige voordeel is dat-ie geen rommel geeft. En dat we er nu elk jaar een hebben. Ik stelde al voor om hem opgetuigd en wel in een plastic zak in de schuur op te bergen, maar daar wilden ze hier niet van weten: op- en aftuigen is eigenlijk het belangrijkste van zo’n boom.

Ik slaap onrustig en droom de bekende ellendige dromen: ik moet naar New York, maar waar zijn de tickets? Het vliegtuig is al weg en ik heb beloofd op de kat van Robertine te passen. Had ze een kat? En waar woont ze? Ik heb geen sleutel van haar huis.
Ik wil een bus nemen, waar is de halte? Welke bus? Waar is mijn strippenkaart? Mijn geld vergeten.
Ik wil bellen, maar krijg het nummer niet in de telefoon getoetst, die staat op een glad tafeltje, zodat hij wegglijdt als ik op de knopjes druk.
Ik moet weer eindexamen doen, dat is de ergste. Kennelijk triggert de huidige stress die van vroeger. Dit keer was het wiskunde, ontbinden in factoren. Ik leende het wiskundeboek in vredesnaam van Yeva, want hoe ging dat nu ook alweer?
Enzovoorts enzovoorts enzovoorts.

Grus! Grus!

Zaten we een beetje te somberen, wat gebeurt er? De kraanvogels vliegen over! Ik had ze in oktober gemist, komen ze me vandaag een ontroerende groet brengen. Hoe kan ik nu zo boffen? Ik ben blij, niet te geloven.