Pinksteren

hotel JolyEetzaal van hotel Joly

Aan niks kon je vandaag merken, dat het een gristelijke feestdag was. Alles deed het zoals een gewone zondag. O ja, toch, we zagen in de bourg een loslopend koorknaapje, toen we vruchteloos probeerden in de wolvenfontein te eten, dat namelijk in z’n geheel was gereserveerd.
Daarom besloten we naar hotel/restaurant Joly uit te wijken.

Tja, even kijken of ik er iets aardigs van kan zeggen. Hotel Joly is d?© tent van Dun, het dorp waar de winkels, de markt, de apothekers, de notaris en dokters zijn. We hebben tegenwoordig als norm onze eigen Auberge de la Fontaine aux Loups en als je een beetje pretentie hebt, zoals Joly, moet je die wel waarmaken. En dat lukt niet.
Ik schrok van de kilo zout die over het hoofdgerecht gestrooid was, terwijl het voorgerecht weer tamelijk flauw was, oeps, zout vergeten, geeft niet, donder alles straks maar over het vlees. De bediening – een piepjong ziekelijk beleefd meisje – had wel iets meer contact mogen maken.
– Kijk me toch eens aan, kind!
Ze rukte de borden onder onze neus weg en vroeg daarna pas of het gedaan was. Was ze nou verlegen of onverschillig? Of gewoon stom, dat kan ook.
Op de achtergrond klonken Franse hitjes van vroeger, helemaal in overeenstemming met het truttige interieur, wat ik meestal wel vermakelijk vind, maar deze keer begon het me te irriteren. Het bestek gaf een smaakje af. Neen, niet voor herhaling vatbaar.

rozenboog
Opvallend mooie roos bij de entree van de moestuin van de buren

We hebben de rest van de dag een beetje gelezen en gelummeld en ik heb nog een rondje gemaakt om te zien of er nog mensen thuis waren en inderdaad (effectivement) bijna iedereen was er. Kwint verdween in de tuin van JP, toen ik in gesprek raakte met de buren uit Ch?¢teauroux en bleef gewoon O.I.doof weg.

braadkippetjesZe groeien aardig, onze poules ?† r?¥tir

Tenslotte rammelde ik met brokjes in zijn etensbak en daar kwam hij eindelijk aangesukkeld, hoor, met de reden van z’n retardering in z’n bek: het karkas van de kip die we vanochtend bij de ouders van JP in de oven hadden zien zitten (?¬©?¬©n van de kippen van de foto hierboven). Hij zou dat toch niet uit de keuken van JP hebben gejat? Dat ze gedacht hebben, we trekken een soepje, we leggen hem zolang op de keukentafel?
Dat bedenk ik me nu pas. Morgen eens informeren, want hoe komt dat eeuwig hongerige ventje anders aan zo’n vers geraamte?

Hof van Eden

paradijs
Het bospad gisterenavond

Een ander woord voor paradijs deze keer, want andere termen komen er niet in me op.
Het is verrukkelijk weer, iedereen doet het hier nog, we gaan zo uit eten en van Paulette kregen we een aardbeitje uit de moestuin te snoepen, met een smaak waarvan ik bijna bezwijmelde, zo onwaarschijnlijk lekker. Authentieke aardbeiensmaak zou Ton Vreeken zeggen.

paradijs
De Bigarreau hangt vol

De kersen moeten nog een paar weken, dan kunnen we die ook testen op authentieke smaak.
Dat hoeft niet, ik eet ze zo wel op. Historisch onderzoek heeft aangetoond dat ze net zo ongelooflijk smaken als de aarbeien.

Terug


De Nieuwmarkt lijkt wel Zuid-Frankrijk met die platanen

Eindelijk komt de energie terug en verdwijnt die koppijn die me er al meer dan twee weken onder probeert te krijgen, hoe is het mogelijk.
– Het is allemaal psychisch, zegt Siebe.Dat zou best kunnen.

De tassen zijn gepakt, de computers staan klaar, het is een oranje dag volgens bison fut?©, dus een toptijd gaat het niet worden, maar ik hoop dat we dit morgenavond nog wel in het daglicht te zien krijgen.


Ach, ons lieve dorpje

Ik heb deze keer bijna alleen maar Franse boeken bij me. Thuis in Frankrijk staat al heel lang Proust te wachten. Ik ga het maar weer eens voor de zoveelste keer proberen.

Ballet

muziektheater

We gingen toch even een kijkje nemen bij het Nederlands Danstheater in het Muziektheater. Het blijft een merkwaardige ervaring, een ballet zonder levende muziek.
Ik herinner me een ballet heel lang geleden, toen Siebe en ik tijdens de Witte Nachten in Petersburg waren.

Ja, in Rusland, de Muur was 1,5 jaar daarvoor gevallen en in het centrum van deze mooie stad was nog nauwelijks iets te bespeuren van invloed uit het westen. Dat maakte het verblijf dan ook erg aantrekkelijk. We logeerden bij een ouder echtpaar thuis, net buiten de grachtengordel van Petersburg en die waarschuwden ons altijd goed op te letten op straat en op tijd thuis te komen, anders zat je vast in het centrum, nog afgezien van de criminelen die het op je hachje of je spullen voorzien hadden: elke nacht bleven de bruggen open voor de scheepvaart. Zat je aan de verkeerde kant van het water, was je gedwongen daar te blijven tot de bruggen weer dicht waren.

Nederlands Danstheater

We hadden op een gegeven moment aangegeven dat we wel eens een keer naar dat beroemde Russische ballet wilden. Les Ballets Russes! Serge Diaghilev! Anna Pavlova! Vaslav Nijinsky!
Nu speelden deze Ballets Russes zich helemaal niet in Rusland af, maar in Parijs, maar goed, het klassieke ballet kwam in mijn romantische brein toch echt wel uit Sint Petersburg, een tijdje lang Leningrad geheten, een naam die je nu niet associeert met de Kunst, maar met militairen en de massa’s eronder houden. Die tijden waren gelukkig voorbij.

Onze tolk annex gids (tevens dochter van de gastheer en -vrouw) had kaartjes geregeld en daar gingen we, de verwachtingen torenhoog gespannen.
Dat was een teleurstelling: alles was even sleets, de dansers incluis, de hoofdrolspeler had een buikje en gebaarde regelmatig ongeduldig naar de prima ballerina dat ze een beetje moest opschieten. Ik weet niet meer of ze het Zwanenmeer of een andere klassieker dansten, maar de muziek kwam van een krakende grammofoon met een tik. Het was allemaal even ontluisterend als amusant. Na afloop deden we tegenover de gids en haar ouders de waarheid geweld aan om niet al te arrogant te lijken.
– En, hoe vonden jullie het?
– Leuk, neen, mooi, hoor.

Dit was gisterenavond in Amsterdam anders. Er werd goed gedanst, maar toch kon ik niet aan die Petersburgse ervaring ontkomen: wat zag die lege orkestbak er armoedig uit! En die mooie rode pluche stoeltjes, die mochten wel weer eens opnieuw worden bekleed. En wat was er eigenlijk met dat plafond van Peter Struycken gebeurd? Daar waren ze bij de opening op 23 september 1986 (ik heb het even opgezocht) nog zo trots op, vertelde Siebe die erbij was geweest.
Toch zou ik er minder op hebben gelet als er heuse muziek bij was geweest. Binnenkort maar weer eens een opera proberen.

Nou binne we bedurreve

recept van Albert Smit uit Volendam

Yeva en ik deden vrijdag een rondje boodschappen, we moesten van Zuid-Oost (toch weer die IKEA) naar Noord, een makkelijke route over de A10 waar je je zonder kleerscheuren doorheen zou weten te werken als je je tenminste niet laat afleiden door een verhuiswagen waar Kees Bakker op staat. Dat ging toevallig goed.

Met die Zweedse meubelgigant waren we relatief snel klaar. We kochten een waszak voor het hooi van de cavia’s, een bureaustoel en een vuilnisbak voor in Frankrijk en een paar hoeslakens voor in Amsterdam.
In Noord waren we bij Reijinga Ruitersport (een wedstrijdjasje voor de springwedstrijd van zondag: tweede prijs), de dierenwinkel (een knippertje voor de tanden van Jake) en bij Volendamse vishandel Albert Smit for sentimental reasons: stoofaal, een gerecht dat tante Jenneke regelmatig voor ons maakte, toen ze nog goed was.

Ik fluisterde tegen Yeva:
– Niks zeggen over Jan en Yolanthe, hoor!
Alsof ze dat van plan was.

Ze lachten ons een beetje uit, want die aal werd ter plekke onthoofd en schoongemaakt. De Volendamse meneer hield het nog spartelende beest grijnzend omhoog om ons te laten zien hoe vers die wel niet was.
Ik begon natuurlijk een praatje, dat kan ik niet laten.
– Ik heb, geloof ik 10 jaar geleden voor het laatst stoofaal gegeten, zei ik. Nou, dat was veel te lang, vonden ze allemaal.
– Onze tante maakte dat altijd, maar ik weet helemaal niet meer hoe ze dat deed.
– We hebben een recept!, zeiden ze, je laat hem stoven in een beetje boter, bij ons snijden ze hem in korte stukkies en zetten die rechtop in de pan, waarom, geen idee.
Dat zou wel mooi staan, leek me.
– En dan maak je een botersaus met azijn, jullie doen wel citroen.
– Of witte wijn natuurlijk.
– Of witte wijn.
Onze tante deed er wel een half pakje boter in, meende ik me te herinneren, en beschuitkruim, als paneermeel.
Dat deden ze niet, dat laatste, maar wel veel boter.
– Dat is nooit te […], boter, zei het meisje.
Wat zei ze? Ik verstond het niet. Ze herhaalde het, en ik begreep het, maar ik verstond het nog steeds niet.
Ik denk dat ze zei:
– Boter is nooit te gaal!

Ik heb even Volendams gegoogled:

Vertaalmachientje Volendams
Volendams woordenboek

Ik zit nog steeds een heel ander probleem: hoe kan ik zaterdag bibliotheekboeken meenemen, als je ze maar 9 weken mag lenen?