Huntjens II

On the farm
Rondrit door John. Ik zie er hier ook nogal gristelijk uit, allemachtig!

Op de camping bij boer Huntjens in Mechelen was het soort kampeerder afhankelijk van het seizoen. Buiten de schoolvakanties waren het de 65-plussers met caravans, soms zulke krankzinnig grote, dat ze het formaat van een villa hadden, compleet met reuzekleurentelevisie, Amerikaanse koelkast, clubfauteuils en schemerlampen. Je vraagt je af waarom die mensen ?¬?berhaupt op pad gingen.
Na twee keer leuk (met wel veel verantwoorde De Waardtenten) waren er de derde zomer plotseling allemaal gelovigen, met een accent uit Noord- en Oost-Nederland, wat weer door de vakantiespreiding veroorzaakt werd. Zaten we in katholiek Limburg, hoorden we alleen maar zwaar gereformeerd Gronings. Bij onze directe buren was het bovendien elke avond raak qua huilsc?®nes, tjongejonge, wat was toch aan de hand met die kinderen? Jezus bood geen uitkomst. We werden er een beetje zenuwachtig van.

Camping at the Huntjens Farm
Y. in het zwembad met de gelovigen

Toen een van de buurkinderen jarig was, werden de meisjes uitgenodigd op het feestje.
Er klonken liedjes, Jezus redt, Alleen Bij U Wil Ik Schuilen O Heer, Richt Op Uw Macht O Here Der Heerscharen, Gelijk een Hinde die Naar Waterbeken Smacht Zo Smacht Mijn Hart Naar U O Heer, tot plotseling Berend Botje bezongen werd, die met zijn scheepje uit varen ging. Desgevraagd vertelden de meisjes dat ze om de beurt een lied hadden mogen kiezen. Nog een geluk dat ze niet kozen voor: Ik Heb Jeuk Aan Mijn Neus (2x), Ik Heb Jeuk Aan Mijn Tierelantijntje, een lied dat mijn vader altijd zong onder voorwaarde, dat we dat niet in aanwezigheid van onze moeder zouden zingen. Waarom, dat begrepen we pas veel later. (“Mijn Vader Heeft Mijn Moeder Gepikt En Nu Krijgen We Weer Een Kleintje”)

On the farm
Mislukt stokbrood bakken bij het kampvuur

Tussendoor gingen we langs onze vriend B. in Maastricht, die door een misselijke ziekte langzaam maar zeker de controle over zijn motoriek aan het kwijtraken was, waardoor hij in een rolstoel zat, niet meer kon schrijven en bijna onverstaanbaar sprak. Hoe hij ons desondanks later in die vakantie toch nog op de camping van Huntjens een bezoek bracht, dat vertel ik de volgende keer.

Wordt dus nog een keer vervolgd.
Eerste deel.

Huntjens

On the farm
Tussen de appelbomen

Toen de meisjes klein waren en we tijdelijk geen honden hadden, gingen we in Limburg bij de de boer kamperen. De hartelijke familie Huntjens woonde op een heuvel met uitzicht op de Geul. Ze hadden melkvee, waarvan we als enigen op de camping de rauwe melk kochten, ijskoud en heerlijk.
Een hele kleine Y. mocht helpen in de melkstal, waar ze vrolijk op het randje zat te kijken hoe dat allemaal in z’n werk ging. Maar eerst moesten de koeien van het land worden gehaald.

On the farm
Koeien gaan gemolken worden

De afgelopen weken werd ik weer aan die tijd herinnerd en ik ging op zoek naar de foto’s, die natuurlijk niet digitaal maar analoog opgeslagen waren in de vorm van kiekjes in een grote krat. Nooit aan zoiets beginnen als je van plan ben die dag iets anders te gaan doen! Foto’s van verjaardagen, de oude tuin, op school, bij de kleuters, feestjes, fotografen, sinterklaas, vakanties, trouwpartijen (de onze), zwart-wit Zeeland in de jaren ’50 en tenslotte Op De Boerderij Bij Huntjens.

Camping at the Huntjens farm in 1996
‘t Lijkt wel Frankrijk

We zijn daar een aantal keer naartoe gegaan, tot we de laatste keer, misschien in 1998, door aanhoudende regen en kou via Lyon doorreden naar de zon in de Dr?¬•me Proven??üale.

Later op de dag over de onze mede-kampeerders. Wordt vervolgd.

De eerste tomaten

Garden preparation

Woensdag wordt er aarde gehaald voor erwten en dahlia’s, vandaag zie ik toch echt beweging in de tomaten, die in een restant zaai- en stekgrond zijn gestopt. Ze hebben tot Pasen om te groeien, dan worden ze vervoerd naar hun bestemming. En de mijne.

Handige ijsbakken uit de Intermarch?©. Deksel erop tot de eerste kiemblaadjes.

Garden preparation

Tegelpraat

Amsterdam, canal
Binnenkant vanaf de Oude Waal, antique gray van LightRoom

Ik sukkelde vanochtend met de hondjes langs de Oude Waal, piekerend over vermissingen, verdriet en vroeger, toen op de hoek, vlak bij de Montelbaanstoren een kleine vrouw midden op straat zo kordaat stilhield, dat ze het duidelijk op mij voorzien had. Ik kende haar al jaren van gezicht, maar had er nog nooit een woord mee gewisseld, een verschrompeld, typisch Amsterdams vrouwtje, niet langer dan 1,60 m, en twee wijduitstaande magere beentjes. Ze liep mank. Het komt vooral door mijn volkstuintrauma, waardoor ik dat soort types mijdt, omdat die – altijd chagrijnig – in het wilde weg, op alles en iedereen kankeren. Haar ontwijken kon niet, ze liet me niet door.
– Wat een schatjes! begon ze. Ze konden heel erg zijn, gaf ik toe. Ze had een lief gezichtje, niks volkstuins.
– Ik zeg tegen hem, ging ze door, ik zeg, dat is toch niet normaal?
Wat? Ze begon haar verhaal ergens in het midden, maar ze zou en moest het kwijt.
– Hij sloeg hem met een riem!
Waar ging het over?
– Hij sloeg z’n hond met een riem! Die man! Die ken je wel, met die twee honden! Ik zeg, hou op, zeg ik. Ik zeg dat doe je toch niet?
Geen idee welke man met twee honden. Ik ken er wel een paar, maar die heb ik nog nooit zien slaan.
– Dat heeft ook helemaal geen zin, een hond slaan, zei ik om maar iets te zeggen.
– Met een riem! Hij sloeg hem met een riem!
Met een riem was helemaal nutteloos, dat vond ik ook.
– Ik zeg, mensen die niet goed zijn voor dieren, zijn ook niet goed voor mensen.
Dat zou kunnen.
– Andersom is dat weer niet waar, zei ik, denkend aan Jan Sierhuis, die mij eens liet raden hoe de herdershond van Hitler heette (Blondie!). Jan Sierhuis woonde trouwens 50 meter verderop, dus dat klopte.

Amsterdam
Vlak bij Jan Sierhuis, antique gray van LightRoom

Het vrouwtje herhaalde haar uitspraak nog een paar keer, en ik zag hem alweer geborduurd en ingelijst bij haar aan de muur hangen, naast het Schippertje, een klok met een slinger en gewichten, die iedereen van haar generatie en stand heeft. Ze was een stuk beter te pruimen dan die slappe tegelpraat van een Connie Palmen bij De Wereld Draait Door, waar sommige mensen op twitter helemaal op stuk gingen, zo diepzinnig vonden ze dat: Rouwen is Verliefdheid Zonder Verlossing.
Zelden heb ik zulk een gezwets zo zonder enige zelfkritiek horen uitkramen. (Wat zei Maarten ‘t Hart ook weer over haar? Zoek dat maar eens op.)

Het vrouwtje op de Ouwe Waal zei op zijn Amsterdams Tot ziens, lieverd, en hinkepootte door naar de Kalkmarkt. Wie zou ze bedoeld hebben met die man met z’n honden?