Tag Archives: camping

Kamperen

Garden in France
Onderweg in de Dordogne

Zondag de 31ste vertrokken de dochter en ik ontspannen in een volgepropte eend naar het zuiden. We hadden de achterbank van nieuwe rubbers voorzien, opdat de hondjes dit keer niet langzaam door de spleet de kofferbak zouden inzakken. Om de hapgrage Bess geen gelegenheid te geven haar reisstresswoede op de arme Kwint te botvieren, hadden we de grote tas met slaapzakken in het midden gezet. Zie foto boven. Het lijkt erger dan het is. Theedoek als zonnewering.

Volgens de routeplanners zou de reis 6 uur duren (500 km waarvan 135 km een tweebaans RN). Haha, een lachertje, want die planners gaan ervan uit, dat je ook bij het beklimmen van de berg de maximumsnelheid handhaaft. De eend laat ik niet harder rijden dan 100km/u en de berg op zakt hij tenslotte terug tot 65km/u, lekker rielekst in het baantje voor de langzamen, dat wel. Bovendien moet er af en toe gestopt, getankt en pootjes gestrekt worden.

2cv in de Midi

Door het veranderende landschap na Limoges bekroop ons een sterk vakantiegevoel. Bergen, zon, wijnvelden en huizen met een ander soort dakpannen. Exotische plaatsnamen. De Aire bij Cahors klonk leuk, vanwege de associatie met wijn en koele tuinen, maar helaas, tanken ging nog wel, een parkeerplaats vinden voor een sanitaire stop was onmogelijk. En waarom zetten ze toch geen bomen voor schaduw tussen de parkeerhavens? Die doen we nooit meer.

Camping Th?©rondels
Staat lekker strak die Wesp Met Schaapskooi van de firma Erdman Schmidt

De tent mooi opzetten was vrijwel onmogelijk vanwege een keiharde rotsgrond, maar ach, het waaide of regende niet en we stonden gezellig naast onze maatjes van HeF.
Nu had ik de eend helemaal op het laagste punt van de camping neergezet, opgelucht dat we er eindelijk waren. Hoe zou ik hem in godsnaam over dat steile rotspad weer boven krijgen op die smalle bandjes? Dat was de vraag, die wel tot dinsdag kon wachten.

Flok, de Berghond
Zoet diertje

Ondertussen kwam de campinghond – een bescheiden Pyreneese Berghond – buurten. Bess viel – na een sessie hondengefluister van mijn kant – als een baksteen voor hem. Wie snapt er iets van. Och, och wat vond ze hem leuk. Hij is ook leuk.
Het terrein van de camping bestaat uit een heus dal met bergen en uitzicht, waar je nog gerust in kan verdwalen. We maakten voor de aanvang van het feest een wandeling en keken met open mond naar de bergen van de overkant. Neen, dat kenden wij, provinciaaltjes uit de Creuse niet.

The mountains
Wat mooi!

Veel Romeinse keizers of senatoren onder de gasten, enkele Panoramixen, een echte Assurancetourix, een aantal vrouwtjes met blonde vlechten (moi), een Engels Gazon, maar de Romein in de Boomstam was toch wel het mooiste kostuum. Tot diep in de nacht werd er muziek gemaakt. Wij plattelandswatjes lagen er tenslotte in ons tentje naar te luisteren, terwijl we tussendoor af en toe in slaap vielen.

Asterix party
He, zie ik daar Michiel Romeyn (sic!) niet tussen de gasten?

De volgende dag verzamelde ik eerst de spullen en toen mijn moed: als je je 2cv niet gewoon de berg op krijgt, moet je het in z’n achteruit proberen. En dat lukte bij de tweede poging. Maar waarom de motor vervolgens door bleef draaien, terwijl ik hem uitzette en zelfs de sleutel eruit had, is me een raadsel. Ik trok in paniek de elektriek bij het stuur eruit en daarna werkte alles weer normaal. Die cursus Eendologie werpt toch nog dagelijks zijn vruchten af.

Gein, het leek wel een echte vakantie.

Huntjens II

On the farm
Rondrit door John. Ik zie er hier ook nogal gristelijk uit, allemachtig!

Op de camping bij boer Huntjens in Mechelen was het soort kampeerder afhankelijk van het seizoen. Buiten de schoolvakanties waren het de 65-plussers met caravans, soms zulke krankzinnig grote, dat ze het formaat van een villa hadden, compleet met reuzekleurentelevisie, Amerikaanse koelkast, clubfauteuils en schemerlampen. Je vraagt je af waarom die mensen ?¬?berhaupt op pad gingen.
Na twee keer leuk (met wel veel verantwoorde De Waardtenten) waren er de derde zomer plotseling allemaal gelovigen, met een accent uit Noord- en Oost-Nederland, wat weer door de vakantiespreiding veroorzaakt werd. Zaten we in katholiek Limburg, hoorden we alleen maar zwaar gereformeerd Gronings. Bij onze directe buren was het bovendien elke avond raak qua huilsc?®nes, tjongejonge, wat was toch aan de hand met die kinderen? Jezus bood geen uitkomst. We werden er een beetje zenuwachtig van.

Camping at the Huntjens Farm
Y. in het zwembad met de gelovigen

Toen een van de buurkinderen jarig was, werden de meisjes uitgenodigd op het feestje.
Er klonken liedjes, Jezus redt, Alleen Bij U Wil Ik Schuilen O Heer, Richt Op Uw Macht O Here Der Heerscharen, Gelijk een Hinde die Naar Waterbeken Smacht Zo Smacht Mijn Hart Naar U O Heer, tot plotseling Berend Botje bezongen werd, die met zijn scheepje uit varen ging. Desgevraagd vertelden de meisjes dat ze om de beurt een lied hadden mogen kiezen. Nog een geluk dat ze niet kozen voor: Ik Heb Jeuk Aan Mijn Neus (2x), Ik Heb Jeuk Aan Mijn Tierelantijntje, een lied dat mijn vader altijd zong onder voorwaarde, dat we dat niet in aanwezigheid van onze moeder zouden zingen. Waarom, dat begrepen we pas veel later. (“Mijn Vader Heeft Mijn Moeder Gepikt En Nu Krijgen We Weer Een Kleintje”)

On the farm
Mislukt stokbrood bakken bij het kampvuur

Tussendoor gingen we langs onze vriend B. in Maastricht, die door een misselijke ziekte langzaam maar zeker de controle over zijn motoriek aan het kwijtraken was, waardoor hij in een rolstoel zat, niet meer kon schrijven en bijna onverstaanbaar sprak. Hoe hij ons desondanks later in die vakantie toch nog op de camping van Huntjens een bezoek bracht, dat vertel ik de volgende keer.

Wordt dus nog een keer vervolgd.
Eerste deel.