Herfststukje

herfststukje
Onze enige pompoen

Het was vanochtend echt ijskoud, met een stevige noordenwind die aan mijn pyjamabroek rukte, toen ik croissants bij de mobiele bakker ging kopen. Er was geen sprake van mist of laaghangende bewolking, we zagen een strakblauwe hemel.
Het meisje dat onze fosse septique kwam inspecteren (ze is van de SIERS en niet van de DRIRE, ik vergis me altijd) vertelde dat het streven was heel Frankrijk in 2012 van reglementaire afwatering en riolering te voorzien. De kuil (puisard) in de tuin was niet zo problematisch, maar de afvoer van de gootsteen uit de keuken weer wel. Nu was die toevallig kurkdroog, omdat het pas 9:30 was en we nog niets hadden afgewassen, dus we maakten een goede indruk.
In ieder geval kunnen we beginnen met sparen en het meisje zei bovendien dat er nogal soepel met de regels zouden worden omgegaan, want wie schudt er in deze streek nu eventjes 6000 euro uit z’n mouw voor een Fosse Toutes Eaux? Ik kan momenteel even mijn geld niet vrijmaken, laat ik maar zo formuleren. Het zou nog best wel 8 jaar kunnen duren, beweerde ze en de oudjes, die geen ruimte en/of geld hadden, zouden worden ontzien. Vallen wij daar ook onder?

appel
Onze kromme oude appelboom draagt heerlijke vrucht

De buurman F. bood me gisteren een giga hoeveelheid appels aan, waar we vandaag comp?¥te van hebben gemaakt, die ook alweer op is.
Doe er een beetje suiker bij, zei hij, een onbegrijpelijk advies want ze zijn ontzettend zoet, die appels, met een friszure afdronk, dat wel. Waarom kan ik zulke appels in Nederland niet (meer) vinden?

Verder ging ik vandaag melk en room halen bij de melkboerderij, waar mevrouw G. na haar val in de zomer, gelukkig weer min of meer hersteld aan het scharrelen was. Ze waste af, met haar ellebogen hangend op het nieuwe aanrecht, haar gezicht af en toe vertrekkend van de pijnscheuten. De bordercollie was er niet.
Traditioneel ging ik vervolgens langs Lucienne voor een ap?¬©rootje (“on trinke“) en die zei, toen de fosse ter sprake kwam, dat de hare prima werkte en dat ze geen nieuwe nodig had.
Hoe oud hij was, wilde ik weten. In 1956 hadden ze hem aangelegd, en hij had geen dag problemen gegeven. Ik vertelde van het SIERSmeisje en dat de burgemeester voortvarend de septische regelgeving aan het uitvoeren was.
– Daar heb ik helemaal niks mee te maken, zei ze strijdlustig. Goed zo, Lucienne, zet hem op.

Morgen gaan we de rest van de walnoten zoeken en kijken of er in het bos nog wat kastanjes voor ons zijn overgelaten.