Category Archives: mopper

Bijen

Dead bees in the zinc
Dode bijen in de wastafel van het lege huis van de buurman

Toen RoRo7 en ik honderd jaar geleden of daaromtrent onze avonturen beleefden in de omgeving van het Rijnlands Lyceum te Oegstgeest en we per ongeluk of expres, dat kan ik me niet meer herinneren op het Heempark stuitten, begonnen we onmiddellijk te fantaseren hoe we als we later groot waren, we onze eigen bijen zouden houden. Je kon daar geloof ik imkercursussen volgen, maar omdat we voor ons eindexamen zaten of heel erg drukke andere bezigheden hadden, kwam het er niet van.

We zijn vijftig jaar later en het is RoRo7 warempel vorig jaar gelukt, ze heeft een zoemende bijenkast na een imkercursus, min of meer dezelfde die de oudste dochter toevallig tegelijkertijd heeft gevolgd. Nu ik nog.

Abandoned beehive
Oude raten in een verlaten bijenkast

Het was me al ruim voor de berichtgeving van de laatste tijd opgevallen dat er minder de insecten rondvlogen, niet alleen minder honingbijen, maar minder hommels, wespen, frelons, muggen, lieveheersbeestjes, bruingemarmerde stinkwantsen, andere engerds waarvan ik de naam niet weet en dit jaar hebben we zelfs nauwelijks vliegen gezien. Toen ik de buren daarop wees, beaamden ze dat, verdomd, je hebt gelijk, geen vliegen! Auto’s komen brandschoon thuis na een zomerdag op de péage, geen bloedspatje of geplet torretje te bekennen.
Hoe de zwaluwen dat gaan overleven weet ik niet.

The flowering ivy (one whasp)
Anders zit de bloeiende klimop onder de bijen, vliegen en wespen. Nu 1 wesp!

Toen ik laatst op de markt zag dat de man van kruidenvrouwtje dienst had, omdat zij waarschijnlijk met vakantie was, greep ik mijn kans. Ze zijn van de biologische en verkopen zaken als plantjes in het voorjaar, vers appelsap nu en het hele jaar door bijenproducten, van honing tot royal jelly. Hij is de imker, die moest ik hebben.

Ik ben helemaal niet zo’n held als ik zomaar iemand moet aanspreken, zeker als ik iets van hem wil, dus ik had al thuis gerepeteerd wat ik zou vragen, als hij toevallig op de markt stond. Of hij ook een adres wist waar je tweedehands bijenkasten kon kopen.
Nee, dat wist hij niet.

Ok. Dat schoot niet op. Ik begon naar zijn bijen en zijn werk te vragen, en ik vertelde hoe ik toch een paar keer bijen had zien zwermen, waarvan ik me afvroeg of ze ooit door een imker waren opgehaald. De laatste keer in april vorig jaar zag ik een heel volkje via een kier in in de muur de zolder van de Salle Polyvalente ingaan, toen we met het feestcomité de belotewedstrijd aan het voorbereiden waren. Misschien zitten ze er nu nog.

Ik kletste maar door, over mijn tuin, de bloemen die ik speciaal voor bijen en andere insecten had gezaaid en geplant, door de buren beschouwd als onkruid, wat onmiddellijk verwijderd zou moeten worden. De bloeiende klimop, waarvan de honinggeur zo sterk is, dat ik niet wil doorlopen, maar een paar minuten blijf zwijmelen, maar die natuurlijk in de ogen van buurman Peut-Être elk jaar geamputeerd dient te worden. Etc.

Abandoned beehive
Verlaten kast

En ja, hij (de imker) ontdooide, vooral toen ik vertelde dat de oudste dochter een imkerijcursus had gedaan en ik met een paar termen smeet, waaruit moest blijken dat ik ook niet helemaal achterlijk was. 
Hij beweerde dat hij slechte ervaringen had met zo’n losse onbekende zwerm, dat de broed vaak niet lekker ging, waarom was me niet duidelijk. Had iets met de koningin te maken.
In ieder geval gaf hij me zijn telefoonnummer en vroeg me hem in maart te bellen en in ieder geval contact met zijn kruidenvrouwtje  Marie te houden, want, zei hij, ik moet nog een paar nieuwe kasten maken, dus ik kan er best nog een extra timmeren. Hoera! HOERA!

(Sommige termen van de imkerij doen de dochter en mij altijd griezelen, darrenslacht, moerrooster, overlarven, was zweten, broedaflegger, bultbroed, darrenbroed, of Amerikaans vuilbroed, alles met broed klinkt feitelijk ranzig, waarom weet ik niet, dit terzijde natuurlijk.)
 

Abandoned beehive
Meer verlaten kast

Nu had ik al eerder overal rondgevraagd of de mensen hier nog bijen hielden, ook al omdat ik nieuwsgierig was van wie die verlaten kasten waren, die ik op mijn wandelingen zie.
De schoonvader van de dochter van vriendin P, die houdt ze, maar die leek de boot te willen afhouden, waarschijnlijk omdat mijn boodschap niet goed was overgekomen. Ik wilde hem uithoren over die bijen om er een stukje over te schrijven, hoe hij dat denkelijk van zijn vader of moeder had geleerd, want iedereen hield hier bijen, vijftig jaar geleden, voor bestuiving, de was en honing. 

Les abeilles, ça se n’explique pas, ça se vie” had hij gezegd. Tja, daar ben ik het natuurlijk niet mee eens, want anders zou je ook geen imkeropleiding nodig hebben en zouden er geen eindeloze boeken, instructiefilmpjes en bijbijeenkomsten bestaan.
Ik had geen explication nodig, zei ik tegen zijn schoondochter, die mij dit had gezegd, maar ik wilde gewoon eens kijken en een beetje praten. Dat kon helaas niet, want hij moest naar het ziekenhuis met hartproblemen.
En zo sterft het bijenhouden samen met de bijenhouders uit, als ze hun kennis niet willen delen.

Tafel en boek uit dezelfde tijd
Kijk, de korf in het boek staat op ongeveer eenzelfde bijenkorftafel  als de gevonden schemerlamp
Meer boekpagina’s op flickr 

Ik heb nog een ander hengeltje uitstaan, toevallig bij de dochter van deze oude heer, die getrouwd was met de waarschijnlijke eigenaar van de verlaten kasten. Zij was degene die me mijn eerste Brahma-eieren had gegeven. Volgens buurman P stonden de kasten van deze overleden man, toen hij nog leefde overal in de omgeving. 
Die ga ik maar eens bellen, zijn vrouw dan, die van de kippen.

De reacties van mensen uit mijn omgeving zijn bizar, als ik over mijn plannen vertel: “Ça pique!”.
Dat zijn dan boeren, die klagen dat de fruitoogsten niet meer zo zijn als vroeger, dat er geen bijen meer zijn, dat je zoveel jaar geleden de honing zo uit de bomen kon halen, maar nee, geen bijen hier, hoor, want “ça pique!”.
Maakt niet uit als je vertelt dat tamme honingbijen niet agressief zijn. “Ja, maar ik ben gestoken!”
– Had je parfum op? Stond je midden op hun aanvliegroute? Had je vrolijk gekleurde of donkere kleren aan?

Drie keer ja. Dan vraag je er ook om, sufferd.  

Je vraagt je af waar ze hun kennis ooit hebben opgedaan. Dat vraag ik me trouwens wel vaker af: kikkers, padden, ringslangen, hazelwormen, egels, alles wordt zonder aarzelen doodgeslagen, want ze kruipen, ze zijn schadelijk, eten de eieren van de kippen op of meer van die onzin. 
Ik kan niet echt tegen die domheid.

 

(Bladzijde boven uit het lesboekje La première Année d’Agriculture, gevonden in ons Franse huis)

Leerboek landbouwonderwijs - 1910 - schoolbook agricultural education, found in our French house

Niet lekker

Bin containers
De vermaledijde containers, rechts tuin van buurman

Over de vuilcontainers hierboven tegenover buurman Peut-être was een aantal jaren geleden nogal wat te doen, ik weet niet of ik dat al eens heb genoemd. 
De SIERS die daarover gaat, wilde kennelijk om logistieke of onbegrijpelijke andere redenen van de vier containers er plotseling twee aan de kant van de weg midden in de brandende zon in de greppel tegenover het terrein van buurman hebben. Ze stonden oorspronkelijk in het midden van het dorp in de schaduw tegen de achterkant van een een paar schuren, waar ze niemand tot last waren, integendeel.

Grapes
De oorspronkelijke plek van de containers

Die verplaatsing was om verschillende redenen een slecht idee.
Ten eerste de zon: in de zomer begint dat allemaal lekker te gisten en een merkwaardige onaangename putlucht af te geven.
Ten tweede de greppel: als je de klep opendoet, lazert gegarandeerd de hele container om en zie hem als bejaarde zwakkeling maar weer eens overeind te krijgen.
En ten derde de locatie: de vaste bewoners wonen dichter bij de oorspronkelijke plek van de vier containers. De enige voor wie dat qua afstand beter uitkomt, is buurman P-E, die er alleen in de zomer is en dus te maken heeft met die vuilnisbakkenrottingsgeur.

En tenslotte, als je een volle container treft, moet je met je hele zooi naar de andere kant van het dorp voor de andere die leger is. En als het nou een wereldstad was, ons gehucht, maar het aantal vaste bewoners is 8 personen inclusief een kleuter. In de zomer zijn we misschien met 16. Allemaal zinloze veranderingen die aan een bureau bedacht zijn.

Neighbours' garden
Het gazon van buurman met appelbomen 

Het was een heel “typisch Frans” gedoe volgens onze Engelse buurman D. indertijd, want ik geloof dat ze eerst van plan waren ze helemaal aan de buitenkant van het dorp te zetten bij de visvijver, waardoor je met je troep over een grotere afstand en een niet-geasfalteerde landweg ook nog eens een helling zou moeten nemen. Buurman P protesteerde daar heftig tegen vanwege slecht ter been zijnde, wat hij gelijk had.

Goed, ik ging een paar dagen geleden de reclamefolders en melkpakken weggooien in de containers van de foto, omdat de kans dat die minder vol zijn groter is, om genoemde logistieke redenen.
Buurman was op zijn nieuwe tracteur tondeuze beneden in zijn tuin zijn gemaaide gazon aan het maaien, zoals we van hem gewend zijn. Volgens JP ligt het zwaartepunt van dat ding te hoog, waardoor de kans bestaat dat buurman een keer met grasmaaier en al gaat omvallen als hij een hellinkje neemt. Nu was hij op een redelijk plat stuk bezig. Nee, hij gaat in dit stukje niet omvallen, n’ayez crainte.

Ik deed de klep van de container omhoog en liet hem rusten tegen de hogere kant, omdat ik geen drie handen heb om die klep vast te houden en er tegelijkertijd een bak met afval erin te legen.

Ik had al gezien dat ik gespot was, maar lette er verder niet op, tot het geluid dichterbij kwam, hij op zijn grasmaaier plotseling de weg overstak en me gebaarde op te hoepelen bij die container.
Ik moest inderdaad maken dat ik verdomme wegkwam, want hij ging uit het niets het gras rond de containers maaien en bedolf me in éen moeite met rondvliegend gras.

Is die man wel lekker, vraag je je dan af. Waarom in godsnaam pardoes daar gaan maaien?
Il ne faut pas chercher à comprendre.

Fly agaric / Amanita muscaria
Paddo’s in grote hoeveelheden tussen de cèpes: de vliegenzwam

De volgende keer zal ik het hebben over de gebeurtenissen rond de verkoop van het huis van onze Engelse buurman en de kandidaat-koper. Dat was me ja weer wat.
Buurman vormt toch een onuitputtelijke bron van vermaak. Niet dat hij niet aardig of behulpzaam is, nee, hij is alleen maar incomprehensible.

Een mandje

Ceps
Verse boleten

Afgelopen twee weken ben ik vòor en na het werk en in het weekend alleen maar op cèpesjacht geweest, natuurlijk samen met Bleu, die hors piste het allerfijnste uitlaten van de wereld vindt. Ik ook, eigenlijk.
Hij verdween laatst weer eens voor het eerst sinds jaren spoorloos en reageerde op geen fluit of roep.

Dat moet een hert geweest zijn, dacht ik, haalde mijn schouders op en ging door met het scannen van de boslucht met mijn neus, want zo doe ik dat: ik ruik ze.
Ik zou er zonder neus nooit zoveel vinden en ik moet soms wel vijf keer goed kijken, voordat ik de paddenstoel eindelijk eens zie. Ze vermommen zich als ze jong zijn vaak als kastanjebladeren.

Ceps
Een paar verse van gisteren

Ik begon na tien minuten afwezigheid van mijn beste kameraad mijn concentratie een beetje te verliezen, tot ik gekraak van takken hoorde en nog net opzij kon springen om een dikke ree te ontwijken die mij ook niet had gezien.

Dat was alweer de derde keer dat ik bijna omver werd gelopen. De vorige keer schraapte een reetje mijn achterste (p.i.), toen ze de weg overstak tussen Bleu en mij met Bess aan de riem.
Mij lijkt tam zijn evolutionair niet al te slim met het oog op jagers.

Vijf minuten na dat hert kwam Bleu onder de modder en versierd met bramentakken doodmoe aanzetten. Prutser. We sukkelden weer naar huis met twee grote zakken vol boleet.

Our village in France
Uitzicht vanuit boletenbos

Omdat ik er veel teveel had, besloot ik de mooiste paddestoelen onder mijn liefste klantjes te verdelen.
Criteria waren en zijn: niet zelf meer kunnen zoeken, geen kinderen die dat doen en in een vorig leven wildplukker geweest zijnde. Alleenstaanden krijgen voorrang. Klojo’s komen niet in aanmerking.

Ceps
Een kleintje

Alles werd met vreugde in ontvangst genomen, tot ik bij de gebochelde kwam, die er éen had besteld, en voor wie ik een werkelijk topexemplaar van 400 gr had gereserveerd, een dikkerd, niet aangevroten door naaktslak en/of zwarte torren + een kleintje om de halve kilo vol te maken.

En wat was haar reactie? “Oh, wat is dat, ééntje? Ik had eigenlijk een màndje in gedachten.”
Ik kon even niks uitbrengen door deze schandelijke ongerijmdheid, vooral ook omdat ik speciaal was omgereden om haar die bos-schat meteen te overhandigen vanwege beperkt houdbaar.
Eens maar nooit meer dus. Vinkje achter de naam. Tjonge, jonge.

Chicken and chicks
Gezellig met moeder Molly in het zonnetje

Vrijdagmiddag kwam ik thuis na mijn laatste werkdag voor mijn vakantie van een paar weken, toen buurvrouw P me toeriep:”Je kip is vermoord! En de kuikens kan ik niet vinden!”
WAT??
Wat was er gebeurd? Twee onbekende loslopende jachthonden hadden zich vergrepen aan die arme gehandicapte Molly, die geen schijn van kans had, omdat ze niet echt kan vliegen, noch (door haar korte pootjes en misvormde tenen) hard kan lopen. De kleintjes hadden zich dankzij het feit dat ik het gras al lange tijd niet had gemaaid, kunnen verstoppen en mankeerden niets, behalve de schok dat ze geen moeder meer hadden.
Ik vond de kop van Mollie met nog een stuk ruggegraat op het pad naast de schuur. Ik kon alleen maar vloeken.

Chicks hearing a crow
Kraai in zicht!

De eigenaar meldde zich niet en na ze een dag en een nacht in een lege stal te hebben gehouden, heeft JP ze de deur uit geschopt. De kleintjes hebben zich nu volledig op mij gestort en laten ze makkelijk pakken, sommige springen al op mijn hand om opgetild te worden. Ze slapen ‘s nachts met een kruik in het oude caviahok en blijven roepen om hun moeder, ook als ik de gordijnen al heb dichtgedaan.

Gelukkig hebben ze een niet al te best geheugen. Dat heet dan Natuur.

You Had One Job

Sunrise
Elke dag de zon op zien komen, is ook iets waard.

Ik had de afgelopen weken weer die dodelijke vermoeidheid te pakken, waarvan ik weet dat die overgaat, als ik een jaar met vakantie mag, zei ik tegen de dochter van een klantje. Het is naast de gewone fysieke vermoeidheid ook alsof de hersenen dienst weigeren.
Ik kan niets tot me nemen, maak net geen ongelukken en parkeer de auto in een muurtje, omdat het zwart voor mijn ogen wordt. Niet zo handig, maar gelukkig was de kleinzoon van dat klantje er, die me er weer uitduwde. Ik val tussen de middag in slaap.

Vandaag gaat weer beter, na geslapen te hebben vanaf vrijdagmiddag. Ik heb een theorie dat ik er niet tegen kan om 5:00 op te staan, omdat dan mijn biologische klok van slag raakt.
Het is een jetlag. 6:00 gaat veel beter en 7:00 niks aan de hand.
Laatst had de nieuwe roostermaakster (de enige met hersens en gezond verstand vertrekt jammer genoeg) me een nieuw gestuurd, waarbij ik om 7:00 zou moeten beginnen. Dat sloeg nergens op, vooral omdat ik die dag dan om 11:00 klaar zou zijn.

Ripening tomatoes
Ik heb de kersentomaatjes er al tussenuit gevroten

Ik leg het uit. Ik moest beginnen bij iemand die – net als de meeste andere ouderen – heel slecht slaapt en dan in de vroege ochtend eindelijk eens wegsukkelt. Die zit (ligt) echt niet op me te wachten om eens lekker onder haar bed te gaan stofzuigen. Nog afgezien van het feit dat ik dan om 4 uur op moet om de honden uit te laten, de kippen te verzorgen en wakker te worden.
Ik legde dat per mail uit aan die nieuwe medewerker, niet van die honden en die kippen, maar dat je bejaarden niet uit hun slaap moet rukken, als het niet nodig is, en dat ik om 9 uur bij haar zou kunnen beginnen, makkelijk te realiseren als je het rooster anders zou organiseren.
(En dan heb ik niet eens gehad over de volgorde van het traject: als je de weg van A, B, C, naar D moet rijden, is het niet logisch te beginnen bij C, terug te rijden naar A, dan naar D en vervolgens B. Ze willen me altijd dezelfde weg volkomen onnodig 3 keer laten afleggen en met mijn systeem kun je later beginnen, heb je meer pauze tussen de middag, ben je eerder klaar en maak je minder kilometers. Wordt er geluisterd? Hahaha, grapje zeker.)

Pole beans on their climbing constructions pergola. Sort of.
Mijn bonenrek met rechts de zich verdringende bloemen

Daarop werd ik gebeld door haar collega (die weggaat), die me vertelde dat de nieuwe niet begreep wat ik bedoelde.
Oh, verrek, was mijn Frans zo slecht? Ik testte de letterlijke tekst van mijn mail uit op buurman P (bijna 93) om te zien of er lulkoek instond en die zei: glashelder en logisch. Dat is dus allesbehalve een verbetering, die nieuwe.
Ik beloofde zelf een andere en logischer indeling voor de hele maand te maken en stuurde die op, waarop ik bijna per kerende post het aangepaste rooster kreeg en een hartelijk bedankt van de vertrekker.
Nee, echt, hoor. En als ik nou de enige zou zijn die last van die wanorganisatie had omdat ik zo’n kritisch zeikwijf ben, wat ik ben, maar de anderen èn de klantjes lijden er ook onder.

Lavatera and verbena
0,29€ zakje zaad bij de lidl, toch een schoonheid, dat eenvoudige bloempje

De huisarts had gezegd, praat eens met de bedrijfarts en zo gezegd, zo gedaan. De man was cynisch over het hele Franse systeem, het minimumloon, de uitbuiting en de mentaliteit, nadat ik hem had uitgelegd wat me dwarszat. Toen ik hem vroeg of die onwil om alles soepel te laten verlopen typisch Frans was of dat dit specifiek voor dit bedrijf gold, was het antwoord: allebei.
Maar wat denken ze te bereiken met die onwil om naar rede te luisteren en zo fokking waardeloos te communiceren? 75% van de vragen per mail wordt niet beantwoord en als je belt, zijn ze er eveneens 75% niet.
Bang voor gezichtsverlies? Handhaving van hun positie in de pikorde? Totale onverschilligheid? Dat laatste vooral, vrees ik. Elke dag denk ik: You Had One Job, naar het twitteraccount.

You Had One Job

De bedrijfsarts schreef een officiële brief dat ze mijn uren gelijkmatig over de week moesten verdelen en niet alles op éen dag van 11 uur met 10 minuten pauze tussen de middag, wat werkelijk, ik zweer het, eerst het geval was. We kletsen nog wat na en waren er beiden van overtuigd dat zo’n gesubsidieerd bedrijf in een commerciële vorm onmiddellijk failliet zou gaan. Verspilling van middelen, mensen en energie.
Er zijn trouwens heus wel ondernemingen die beter communiceren, vertelde hij desgevraagd en verstrekte me de informatie. Kijk, daar hebben we wat aan. Ik ga eens een briefje schrijven.

En warempel, de week daarop begon voor mij het normale leven weer, normale tijden, normale dagen en nog beter: mevrouw Dojevlieg, zie vorige post, was van het rooster afgevoerd. Waarom kon dat niet toen ik erom smeekte?

First sunflower
Eindelijk bloeit er eentje, mocht eens tijd worden.

Maar goed, beste mensen, dit is misschien nog wel 3 jaar te doen. Zolang ‘t giet, zoals ‘t giet, natuurlijk.

Logisch

BeetrootBiet, dat gras moet er nog tussenuit

Ik zocht me vandaag gek naar een paar dode vliegen om op de foto zetten. Ik heb ze niet gevonden, in tegenstelling tot de vrouw die ze een week geleden op haar vensterbank had laten liggen neergelegd om te bewijzen dat ik mijn werk niet goed deed.
Hoe moet je daar in godsnaam anders op reageren dan in lachen uitbarsten en op je voorhoofd wijzen? Boeie!
Nu deed ik dat niet, ik hou me beleefd op de vlakte, maar kon niet voorkomen dat ik een wenkbrauw en een mondhoek optrok en een keer mijn hoofd schudde, wat op hetzelfde neerkwam.

Ja, beste jongens en meisjes, er bestaan hele onaangename mensen, dien er alles aan gelegen is, het leven van een hulpje tot een hel te maken, want die vliegen zijn maar een voorbeeld.

De paar uur per week dat ik gedwongen wordt in dezelfde ruimte met die figuur te zijn, word ik onafgebroken bekritiseerd, terechtgewezen, uitgekafferd en/of met minachting gecorrigeerd (NEENEENEE, NIET ZO! WAT, DOE JE DAT DAARMEE??? etc.).
Ik doe alsof ik van teflon ben, zing liedjes in mijn hoofd, citeer gedichten, bereid mentaal een tekst of tekening voor, waardoor ik tijdelijk in een andere wereld zit. Ik zeg helemaal niets.

Niet dat ik dat leuk vind: de meeste mensen hebben zin in een praatje en willen afgeleid worden door mijn opgewekte flauwekul, want de dagen gaan al zo langzaam, zeggen ze, vooral na het middagmaal. Bovendien is slap ouwehoeren my middle name, zoals jullie weten.

Parsnip and beetroot
Pastinaak met biet

Hoe ik er vanaf kan komen, weet ik niet. Ik ben altijd helemaal kapot van die paar uur, door de ingehouden woede die maar naar buiten wil komen, tot die puist natuurlijk een keer barst.

Ik kan jammer genoeg niet teveel details prijsgeven, dat begrijpt jullie wel, maar oh wat zou ik graag alleen maar lelijke dingen over dat k*tw*f willen uitschreeuwen.
Goed, genoeg, zo heeft mijn moeder me niet opgevoed. Wordt vervolgd.

The first and only peas of 2017
Doppen der erwten

Ondertussen komt eindelijk dankzij de regen de tuin tot leven, met vandaag voor het eerst nieuwe aardappels met doperwten op tafel. Dat is toch zo heerlijk!

Buurman F. uit de stad, aka de Grasmaaier, alias Peut-être vindt al zolang ik hem ken dat mijn tuin niet netjes is. Wen er nou maar eens aan, buurman, godsklere. Who cares? Boeie!

Hij was vanmiddag om 12:30, toen voor het eerst de zon weer eens scheen, weer zo merkwaardig bezig met zijn favoriete tondeuze, die een hysterisch geluid maakte, alsof hij hem steeds afkneep: IIIIIIOEWIIIIIIOEWIIIIIIOEW, tot ik na 10 minuten onze JP, die er immers direct naast woont, keihard hoorde schreeuwen:
LAAT DAT VERDOMDE DING LOS! HOU OP!!!, vanwege die typhusherrie tijdens het eten en ook al omdat hij niet kan verdragen dat iemand het materieel mishandelt.

Ik wachtte tot het stil zou worden, maar niks ervan, hij ging onverstoorbaar door met in zijn eentje luchtalarmpje te spelen.
Hij is niet helemaal lekker.

Ik herinner me plotseling dat JP een tijdje geleden gedreigd had de grasmaaier gedurende de middag- en avondmaaltijd onbereikbaar voor buurman op de vork van de trekker in de lucht te laten hangen.
Dat moment is niet ver meer. Ha!

New potatoes
De eerste piepers

Dat buurmans hersens niet helemaal jofel werken, kan hij niet helpen, jammer dat hij – niet gehinderd door enig zelfinzicht – gewoon doorgaat ons tot waanzin te drijven.

Zo ging ik laatst naar vriendin P om een telefoonnummer, waar ook het echtpaar Grasmaaier op visite was. Vriendin dicteerde het en ik tikte ‘t direct in mijn mobieltje, me eindeloos vergissend in de samengestelde cijferreeksen, die uiteindelijk altijd gewoon twee cijfers blijken te zijn, ik had het er al eerder over: quatre-vingt-dix-neuf is gewoon 99.
– Waarom zeggen jullie niet zoals elk normaal volk septante, huitante en nonante? zei ik, expres chargerend om te kijken wat buurman hier nu weer van zou maken, soixante-dix is toch helemaal niet logisch, om over quatre-vingt-dix maar te zwijgen!

Vriendin P had geen idee, maar buurman ja, hoor, hij hapte.
– Dat is wèl logisch, zei hij en dreunde als een schoolkind het rijtje op, dix, vingt, trente, quarante, cinquante, soixante, soixante-dix, quatre-vingt, quatre-vingt-dix, cent!
– Wat is er dan logisch aan soixante-dix bijvoorbeeld? vroeg ik vals.
– Nou, quarante, cinquante, soixante, soixante-dix, logisch!
Verder dan dat kwam hij niet en ik ook niet, want niets, maar dan ook niets kon hem ervan overtuigen dat er van oorsprong een idioot Keltisch twintigtallig systeem achterzat, vermengd met het tientallige stelsel. Dat laatste is weer wel begrijpelijk als je bedenkt dat mensen op hun vingers tellen.

Hij had natuurlijk nog nooit van zijn langzalzijnlevensdagen van enig stelsel of systeem gehoord en de betekenis van het woord logisch in deze context was voor hem al helemaal onbegrijpelijk, hoe ik hem dat ook probeerde duidelijk te maken.

Probeer maar eens iets in die hersens van die man te laten doordringen: echt, dat gaat niemand ooit lukken, je stuit op een betonnen muur van onbegrip. Bovendien is hij extreem eigenwijs. Boeie!
Dat lukt zelfs JP met zijn trekker niet. Hoewel hij dat van mij wel een keertje mag proberen.

In the orchard
Een kippenparadijs: er mag wel eens worden gemaaid. Boeie!

De kippen hebben geen last van stelsels of logica in hun ideale leven in de boomgaard. Die scharrelen, vangen vliegen, leggen een ei en komen als ik roep.
Dat biedt genoeg troost, hoor. Dat heet geluk. Vooral ook als de kat uit het niets komt aanhollen, zodra er aandacht wordt uitgedeeld.