
Ruimte genoeg hier
Dwars door het dorp waar we altijd boodschappen doen, loopt de Grande Rue, de hoofdstraat waar om de 14 dagen aan de rechter- of linkerkant geparkeerd mag worden, omdat anders – zouden beiden kanten mogen – het vrachtverkeer er niet doorheen zou kunnen. Kennelijk is het een doorgaande route, want er rijden werkelijk enorme poids lourds door deze straat, die zijn naam niet waarmaakt. Er zijn aan beide kanten trottoirs, die op sommige plaatsen niet breder zijn dan een halve meter of minder. Op marktdag, als het iets drukker is, kun je elkaar niet passeren zonder een voet op het wegdek te zetten, of je moet fysiek contact willen met een onbekende.
Nu is het altijd de vraag, ga ik opzij of de ander? Hier op het platteland in Frankrijk zijn de meeste mensen – zolang ze niet in een auto zitten – zo beleefd dat beide partijen met gevaar voor eigen leven opzij gaan, want geen mens kijkt om of er niet net een vrachtwagen met aanhanger vol eikenhout langsdendert.
In Amsterdam gaat geen mens opzij, toeristen bekijken gevels en plattegronden en letten niet op, de rest loopt het liefst dwars door je heen. In ons huis hebben we de amoebe, die je van de trap knalt, als je niet opzij springt, een teken voor Kwint om hem in z’n enkel te bijten.
Zou er ooit onderzoek naar gedaan zijn? Wie het eerst opzij gaat, staat lager in de pikorde, of zoiets.
Laatst liep ik met de hondjes over de gracht, waar ook nauwelijks sprake is van stoep, dus soms moet je wel midden op straat lopen. Ik loop zoveel mogelijk tegen de richting in, opdat ik de killers in blik kan zien aankomen. Uit een zijstraat (voetgangersgebied) kwam een vrouw op de fiets, die tegen de richting de gracht op wilde en niet van plan was te stoppen. Ik dacht plotseling, krijg het heen en weer, mens, ik loop gewoon door. Ze reed zo de honden in en zat verstrikt in de riemen, haar voorwiel tegen mijn jas en Kwint hapte. Woedend van verontwaardiging wees ze dom naar het buurtcentrum.
– Ik moet daarheen!
Ik dacht: val dood, en liep door, terwijl ze bleef blazen en sputteren. Maf wijf en een beetje achterlijk ook, want ik botste een paar dagen later – lopend – weer tegen haar op en ze herkende me niet eens.

Zoek de hond
Gisteren begon het halverwege de dag te dooien en alles is hier weer groen. We gaan zo het restaurant van Laurent, La Bergerie in La Celle Dunoise proberen, we hebben tenslotte zoals elk jaar rond deze tijd iets te vieren.
Zucht. Tout passe trop vite.