Autobanden in de achterbak, ijzerdraad komt door het rubber heen
Het begon allemaal toen de buurman van een klantje zei:
– Weet je dat je voorbanden gevaarlijk versleten zijn?
– Dat kan niet, ze zijn nog geen jaar oud en in januari kreeg ik nog “impecc” te horen van de jongens van de contrôle technique.
– Ik zou er niet meer mee rijden, vond de buurman, en vooral niet te hard, hè, een klapband is levensgevaarlijk.
Shitterdeshit. Ook dat nog. De reparatie had me al een kapitaal gekost, maar minder dan een ander tweedehandsje, dat ze me met alle liefde wilden verkopen. Dat geld kon ik helaas op dat moment niet vrijmaken. Dat andere ook niet, trouwens.
Ze waren de wielen kennelijk gewoon vergeten. Tot overmaat van de ramp zei buurman JP dat hij al lang geleden gezien had dat de wielen niet recht stonden, maar waarom hij daar zijn kop over had gehouden, geen idee. Ik kijk er eigenlijk nooit naar, vertrek in het donker en kom in het donker weer thuis. Bovendien dacht ik dat die gasten hun werk goed hadden gedaan.
Gelukkig hebben we de
kat eend nog
Gelukkig hebben we de eend nog, want tot mijn salaris zou zijn gestort, kon ik verder niks. Dat dacht ik echt tot gisteravond. Die goeie ouwe deux chevaux, die laat me nooit in de steek.
Ik was dus in die lieve geit op weg naar een klantje, 1 uur werk en 20 km in totaal, die niet zouden worden vergoed. Dat soort klusjes leveren me al snel 3,50€/uur op.
WAT? Ja, echt, en daar zal ik een andere keer eens een tirade aan besteden.
Toen ik bijna op mijn bestemming was, hoorde ik een harde KNAP! en zat ik plotseling 30 cm lager. Ook dat nog, klapband. Dacht ik.
Bij nadere inspectie bleek het hele koetswerk aan de linkerachterkant bijna de grond te raken. Wiel was niks mis mee. Ik kon wel huilen, wat ik ook deed. En vloeken.
Hier was ‘t, Google streetview, gister was het donker en koud
Er stopte een auto, met een Engels stel, dat toevallig ook naar hetzelfde gehucht moest en me een lift aanbood. Wat zijn de mensen hier toch aardig!
In de paar minuten dat ik bij ze in de auto zat, presteerde ik het om over de politiek te beginnen, die griezel van een May, Boris Corpsbal en Brexit.
Dat komt, ik raaskal altijd als ik van slag ben. En dat ik van slag was kwam ook door alle shit van de afgelopen tijd, auto’s, geldgebrek, onverwachte facturen, uitbuiting (werk), waardeloze communicatie (idem), stompzinnige telefoongesprekken (idem idem), stervende lieve mensen, verdriet, frustratie en woede.
Hoe ik mijn werk bij dat lieve vrouwtje heb gedaan, weet ik niet meer. Ik belde buurman JP, of iemand tijd en zin had me over een uur op te halen en dat bleek zijn vrouw, met wier hulp ik de ouwe brik nog een beetje verder aan de kant duwde en de gevarendriehoek neerzette.
Andere buren hebben ook problemen
Eenmaal thuis werd ik mee naar binnen genomen, kreeg te eten en te drinken in een groot jachtgezelschap dat de hele zaterdag had buitengespeeld, met paarden, een meute en jachttoeterjes.
Twee vossen hadden eraan moeten geloven, vertelden ze opgewonden, zonder dat het tot me doordrong. Ik piekerde en piekerde, de mannen maakte grapjes.
Tot JP opstond, me details vroeg en toen besloot de eend op te halen, of in ieder geval te onderzoeken. Het was ondertussen al 21:00 of zoiets. Ze waren ook bang dat iemand hem zou jatten, want dat gebeurt, oldtimers zijn in trek.
Dit doet JP als hij geen eenden ophaalt
We reden terug met een sleepkabel, de schoonzoon en de kleine buurjongen uit het volgende dorp, die wel zin hadden in een klein avontuur en ja, hoor, volgens JP was het de suspension, oftewel de ophanging linksachter, dus slepen werd het, we zetten hem weer met zijn neus in de goede richting en hopla, daar ging de optocht. Ik zat aan het eendenstuur, moest alleen maar remmen als ik de jongens te dicht naderde, bij een steile afdaling koppelden ze me los en maakte ik een vrije val, tot we uiteindelijk veilig thuiskwamen.
Ik was volkomen verstresst, kaputt, fichue, foutue, zat in een kramp van het sturen, remmen en proberen iets te zien in het verblindende autolicht vòòr me.
Maar mijn baby is weer thuis, voorlopig onbruikbaar. Daar hoop ik in de loop van de volgende maand iets aan te doen.
Wat een fijne buren, hè? Ik heb ondanks de pech ook een heleboel geluk.