Hollanders

French landscape, LimousinWillekeurig landschap hier in de buurt

Gisteren moest ik in een dorp zijn, dat ik niet kende en waar ik nota bene al jarenlang rakelings bleek te zijn langsgescheurd zonder dat me dat was opgevallen. Onze buurvrouw S is er geboren.

Er bleken twee versies van het dorp, zoals je dat wel meer ziet, een petit en een grand, haut en bas zie je ook wel. Veel verschil in grootte kon ik niet ontdekken. Misschien was dat vroeger duidelijker.

Nu hebben ze in de meeste dorpen huisnummers, wat voor ons, incidentele bezoekers heel handig is, maar dit keer vond ik alleen nummer 1 en 5. Systeem zat er net zomin als in ons dorp in.
(Bij ons begint de 1 in het middelpunt en en telt dan op tegen de klok in, terwijl ze in een vergelijkbaar dorp nummer 1 aan de in- of uitgang van het dorp laten starten. Wie dat allemaal bedacht heeft? De gemeenteraad na de borrel)

NeighboursJonge buurkoeien

Ik reed langzaam langs de huizen en speurde vruchteloos naar een volgend nummer, tot ik een iets oudere dame buiten in de zon voor haar huis zag zitten.
Een aantrekkelijk huis met veel oog voor detail; ik ben in een vorig leven makelaarstekstenschrijver geweest.
Dat kon geen Creusoise zijn, ook geen Française, want die zitten niet buiten aan hun smaakvolle tuintafeltje. Het zou hooguit heel misschien iemand uit Parijs kunnen zijn.

Een onbedwingbare gedachte besprong me en schreeuwde het uit: HIER ZIT EEN NEDERLANDSE MEVROUW!
Hoe je dat toch feilloos kunt zien, is me een raadsel. De combinatie van kleren en type gezicht en het uiterlijk van het huis.
In Amsterdam haal je er in de toeristenmassa ook met gemak de Duitsers, Engelsen, Fransen en Italianen uit, zonder dat ze een woord hebben gezegd. Spanjaarden en Zuidamerikanen idem dito.

Landscape with oak treeEik in wei

Toen ik in mijn Franse werkschort (“La blouse“) uit de auto stapte en mijn blik per ongeluk op het nummerbord van de auto viel, wist ik het zeker en ik viel na de begroeting Dagmevrouw met de deur in huis:
– Weet u toevallig waar mevrouw L woont?
Alles in het Nederlands natuurlijk.
Ze stond op, stamelde “..Madame..”, bekeek mij, bekeek de nummerplaat van mìjn Franse auto en kon verder niets uitbrengen. Helemaal in de war.
Ik zei niets, glimlachte vriendelijk en herhaalde mijn vraag.
Ze wees naar het huis, ja, zei ze, daar, daar woont mevrouw L.

Weten jullie hoeveel moeite het kost om dan niet per ongeluk de geijkte formule mercibeaucoupbonnejournéeetaurevoir te zeggen en verder niets uit te leggen?
Ik hield me kranig, zei slechts dankuwel en reed naar mijn klantje, me enorm verkneukelend over de verbijstering van deze mevrouw.

Jaarlijkse expositie en andere loopvogels

Flowering apple treeDe appel Schone Deerne (Bellefille) van de tweeling staat in volle bloei

De kleine perenboom die ik al minstens 20 jaar heb en die meeverhuisd is vanuit de volkstuin, bloeit niet meer sinds buurvrouw P, toen ze twee jaar geleden voor de kippen zorgde, hun mest aan de voet van dit boompje dumpte.

Dat kon ze niet weten en ik wist dat ook niet tot ik het toevallig in de auto op Radio Bleu Creuse hoorde tijdens het moestuinvragenuurtje: waarom bloeit mijn peer niet meer? Omdat hij teveel stikstof heeft gekregen. Niet mesten met kippenpoep dus. Ik bemest fruitbomen eigenlijk helemaal niet.

Alle andere fruitbomen lijken dit jaar overdadiger dan ooit te bloeien. Misschien om de mislukte oogst van vorig jaar goed te maken. Fingers crossed, want de fabrieksappels die ik vorige week op de markt kocht, zijn feitelijk niet te vreten door het ontbreken van enige smaak. Zelfs bakken verandert daar niets aan.

Apéro during the vernissage
Tijdens opening, dame links houdt net haar hoofd voor de rode stip, rechts pottenbakster Cathérine

Vorig weekend had ik geen tijd om te schrijven vanwege de deadline van de jaarlijkse expositie in de feestzaal van onze gemeente, waar ik per se aan wilde meedoen, omdat me anders de moed helemaal onderin de laarzen gezonken zou zijn.
Ik ben nog steeds dood- en doodmoe en kon daardoor het vermaledijde recept van de vitamine D nergens meer vinden: ik vergeet alles en raak voortdurend spullen kwijt, zoals ik al eerder meldde.

Na werkelijk alle papieren van de administratie zonder resultaat ondersteboven te hebben gehaald vond ik het tenslotte verkreukeld onderin mijn tas, logisch, en smeekte de lieve vrouw van de apotheek in Bussière (de soepele apotheek) me de hoeveelheid voor het hele jaar te geven, omdat ik gegarandeerd dat papiertje definitief kwijt ging raken. Ze deed het toen ze mijn wanhoop zag, anders dan die tuthola in Dun, godzijdank.

En na een extra middag slaap door een annulering wist ik er twee kleine tekeningetjes uit te persen waar ik in ieder geval tevreden over was.
En jawel, gisteren bleek tijdens vernissage de linker al meteen verkocht, sterker nog, ik ben de enige die gister iets heeft verkocht.

Ik holde snel weer naar huis om dat juichend aan buurman P te vertellen, die volgens verwachting reageerde met: “Ik zei het je toch! Ik zei het je toch!” me ondertussen in mijn ribben porrend van blijdschap.
Kijk, daar doen we het voor.

Garden is closed for public
Verboden toegang voor kippen en andere belangstellenden

Naast werk, dieren, tekenen, de deux chevaux, huisonderhoud en dat stompzinnige huishouden (ik denk er serieus over een collega in te huren) wacht de tuin op me.

De omheining is een feit. Ja, nee, niet helemaal, ik heb de moestuin omheind en ben nu bezig ook de actieradius van de loopvogels te beperken.

StrawberriesSla in de achtergrond toch maar onder een net

Door een paar denkfouten in de constructie bleken er toch af en toe kippen binnen het hek te scharrelen, waarvan ik me afvroeg hoe ze dat nou voor mekaar hadden gekregen tot ik begreep dat ze omliepen door de weilanden en dan via de tuinmuur over het hekwerk fladderden.
Die sluiproute wordt vandaag afgesloten. Als ze me niet weer te slim af zijn, natuurlijk. Het is een sport.

Gisteren had gans Ryan Gosling zich de moestuin in weten te manoeuvreren, iets wat ik onmogelijk achtte, tot ik zag waar hij onder het hek was doorgekropen.
Nu zijn ze niet al te handig, dus toen ik hem naar buiten wilde drijven, probeerde hij op dezelfde plek dwars door het gaas te lopen met als motto “waar een wil is, is een weg” en had zijn kop er alvast doorheen gestoken, waardoor ik hem met gemak kon grijpen. Erg slim zijn ze ook niet.

Hij hing als een verslagen dweil in mijn armen, terwijl zijn vriend Ross aan de andere kant hysterisch riep dat hij eraan kwam om hem te bevrijden.
Wat een stelletje aanstellers, die twee. Je heb er niks an. Eieren leggen ho, maar.

Oh ja, dat doet me eraan denken, een van de meer merkwaardige leden van het feestcomité probeerde me gisteren alweer uit te leggen dat alleen vrouwtjes eieren leggen. Ik speelde de onnozele stadshals, tot grote hilariteit van de rest van de aanwezigen.
Altijd maar de lachers op je hand willen hebben, dat is af en toe ook wel vermoeiend.

Adel verplicht

BeforeZo beginnen we elke ochtend: met fris water en dito moed

Wat me enorm dwars zit en wat me het schrijven en het tekenen belet, zijn de zorgen en de shit die de afwikkeling van mijn huwelijk me brengen.
Ik kan er niet van slapen, ik sleep me daardoor halfdood naar mijn werk, veroorzaak net geen ongelukken en beland als de vrije dagen daar zijn, met koorts in bed zoals vorig weekend.

Als ik niet ziek ben, vergeet ik wel mijn sleutels, mijn handschoenen, mijn mobieltje of te tanken.
Boodschappenlijstje ligt nog op tafel of wordt op dit eigenste moment meegewassen in de zak van mijn schort in de wasmachine, ik laat het gas aanstaan, water lopen, doe de deur niet op slot als ik vertrek etc.

AfterEn dan ziet het er na een paar uur zo uit: net het echte leven

Ik heb geen zin om het er hier verder uitgebreid over te hebben, maar ik wil maar zeggen dat het speelt. Het deel van mijn hersens dat schrijft, schildert en tekent, wordt in beslag gemonen(sic!) genomen door stompzinnige fantasieloze zaken. Doodt alle creativiteit. Nou ja, dat doet het al jaren.

Een ander beletsel is de discretie die het beroep eist, want de verhalen liggen hier voor het oprapen en ik kan niks zeggen.

Nu kwam ik laatst aanrijden bij een klantje waar ik de auto altijd afhankelijk van de rijrichting, of aan de overkant of naast hun huis parkeer, logisch. Om midden op die weg te keren is niet zonder gevaar, omdat het tegemoetkomend verkeer 20 meter voor het huis altijd snoeihard uit een scherpe bocht aan komt vliegen. Dat gevaar geldt ook voor oversteken. Bovendien moet ik altijd in dezelfde richting voort naar de volgende.
We hebben het over de openbare weg.

Wat zag ik net op tijd liggen? Een dikke paal van beton dwars op de berm. De boodschap was duidelijk, Fou le Camp! en Verboden te Parkeren!
Ik ontweek hem net en parkeerde ervoor.

View on road to Les VerrinesIn de verte in het midden de weg die ik minstens 4x per dag neem

Aan mijn klantjes vroeg ik of ze die paal hadden zien liggen.
Ja, die hadden ze. Dat was hun buurman geweest, een als emmerdeur” bekend staande man.
– Hij is de zoon van een Nazi, zei R. (de man van mijn klantje) nog.
Daar kon hij niks aan doen, vond ik. Maar had ik de boodschap goed begrepen dat hij geen auto’s aan de overkant van de weg geparkeerd wilde zien? Inderdaad.
En waarom vraagt hij dat niet direct aan mij, in plaats van te hinten met beton?
– Omdat hij gestoord (cinglé) is en denkt dat hij overal de baas is. Hij wilde burgemeester worden van [..] en toen werd hij tot zijn grote woede niet verkozen, hahaha, kwaad dat-ie was! Alsof niet iedereen die conneries kent van die gek.
R. verkneukelde zich bij de herinnering.

Toen ik een tijdje later in de slaapkamer bezig was en een tapijtje wilde uitkloppen, hoorde ik buiten stemmen. Ik stak mijn kop uit het raam en keek midden in het smoelwerk van de zoon van een nazi.
Die vertrok geen spier maar ging door met indringend in te praten op R.
– Je moet tegen haar zeggen dat dat ze daar niet kan parkeren! hoorde ik hem wel 3 keer zeggen, terwijl ik hem geamuseerd bleef aankijken.
R. die niet wist dat ik er ook was, antwoordde helemaal niet, wat ik waardeerde.

Waarom die bolle man met zijn door zijn gedienstige vrouw gestreken overhemd en broek, die hij natuurlijk tot onder de oksel had opgetrokken, mij niet direct aansprak, begreep ik toen wel: hij had geen poot om op te staan en zag aan mijn grijns dat hij geen partij voor me was.
Van dat soort kleinburgerlijke types maak ik heel beleefd en met gemak gehakt. In het Frans, hè, in het Frans.

De volgende dag stond er een zwart autootje op dezelfde plek aan de overkant geparkeerd, wat ik al heel vaak had gezien.
– Kijk, moet meneer Emmerdeur niet uitrukken om die auto weg te sturen? vroeg ik aan mijn klantjes.
Nee, neen, dan had ik het niet helemaal begrepen: dat is Florence, die werkt bij hem.
Wat? Ik had het inderdaad niet begrepen. Het verbod gold alleen voor de bezoekers van iedereen, behalve die van monsieur Con. Ik dacht dat het hem om een smetteloze berm te doen was.

Ik kwam even in de verleiding een paar weken dagelijks mijn gebutste bak bij hem voor de deur te zetten, is niet verboden, is de publieke ruimte, maar zag er toch vanaf: je moet je niet tot datzelfde niveau verlagen.

Cake from a Nordic Ware Platinum Rose Cast Aluminum Bundt PanWe gaan maar weer iets lekkers bakken, zucht

En dat geldt voor ongeveer alles in het leven. Noblesse oblige.
(Toch even die nazi googlen)