
Ik lag op mijn buik op de weg
Toen ik de zoon van de dierenfluisteraar belde om te vragen of ik mee mocht met melken, zei hij, dat moet je aan mijn vader vragen, maar bel hem pas na 6 uur, want waar hij uithangt, dat weet je nooit. En natuurlijk kon ik me daar ook ophouden tegen melktijd. Ik dacht een aarzeling te horen. Neen, tr?®s bonne id?©e.

Zicht op de boerderij (2005)
Aangezien ze daar kippentijden aanhouden, dwz om 19:00 zijn de luiken dicht en ligt de hele bende op 1 oor, inclusief honden, katten en wat er nog meer rondloopt, wordt er om 16:00 uur gemolken.
Ik fietste op mijn dooie akkertje naar beneden en nam alvast een kijkje op het erf, waar een minstens zo mooie haan als bij Feyt rondliep. Hup, op de kiek.

Boerenbewakingsdienst
Daar werd ik gespot door de bewakingsdienst in de vorm van drie ganzen en een eend die dacht dat hij een gans was. Omdat ik niet maakte dat ik wegkwam, maar ze daarentegen beleefd begroette, ondertussen fotootjes makend, sloegen ze vlak voor me rechtsaf in een poging hun figuur te redden. (“We moesten toevallig die kant op, nou en?”)
De zoon kwam tevoorschijn, die evenmin als ik zijn vader had gezien, maar die wel wist waar de Normandi?´rs zich ophielden, namelijk daarboven achter de maisonnette, zoals het spoorhuisje genoemd wordt. Of ik in afwachting van de kudde de geiten wilden zien? Natuurlijk. En daar zaten een aantal geiten in een stalletje met een bok met hele mooie horens.

Gehoornd diertje
En daar kwamen ze, de koeien, omringd door slechts zeven hondjes (zei de zoon grinnikend), twee melkloze koeien in het ene stalletje, de rest in een ander.
– Wil je de kuikentjes zien?, vroeg zijn vader. Tuurlijk! In een kamertje zat in een doos afgedekt met een omgekeerde groentekrat een vette kip met weet ik hoeveel kleine pluisbolletjes. De honden en katten dromden er omheen, zonder dat iemand gevaar liep. Maar daarna moest er koffie worden gedronken, met een koekje en met zijn vrouw en de kleindochter, ook boerin en net moeder geworden. We kletsen gezellig over kinderen krijgen, kinderen hebben, de eerste tandjes, het moedergeluk, tuinieren, hoe plat en geconstrueerd Nederland was, de enorme tomatenoogst van vorig jaar, terwijl ik af en toe geen idee had waar het over ging, omdat er patois werd gesproken met een voor mij niet te ontwarren accent. Overal scharrelden katten en honden. Een familie naar mijn hart.
Toen ik een blik uit het raam wierp, omdat het plots enorm aan het hozen ging, zag ik net de kudde de berg weer afdalen, de vader met zijn honden er achteraan. Shit! Heb ik het hele melken gemist!
Ik mocht niet vertrekken, zolang het regende, moesten ze me met de auto naar huis brengen, wilde ik kleren lenen, enzovoorts. Ik wacht wel even, zei ik, en liet zien dat ik 5 lagen over elkaar aanhad. Toen ik uiteindelijk vertrok, vroeg de dierenfluisteraar, wil je eieren?
Is dat hartelijk of niet? Ik heb ze tomaten beloofd en ik moet nu toch weer terug. Misschien kan ik mijn tomatenplanten ruilen voor twee kuikens. Dat is pas een goed idee.