Een Duitsersyndroom

venkel

Ik was zo druk bezig met domme technische internetproblemen dat een stukje er even bij inschoot. Vandaag is het tropisch warm, morgen komt eindelijk de rest van de familie en Yeva, de hondjes en ik scharrelen rustig rond. De hondjes kunnen geen pap zeggen omdat het te warm is. Mooi zo.
Vandaag is het donderdag dus marktdag en omdat de zuivel op was, gingen we eerst naar Giraud. We kochten melk en room en toen ze (onze vriendin, de jonge mevrouw Giraud) de eierdozen zag die ik voor de slisser van de markt had meegenomen, vroeg ze of we ook eieren blieften. Nu had haar schoonmoeder, de oude mevrouw G. mij altijd gezegd dat dat ruim van tevoren moest worden aangekondigd, de wens tot eieren, dus ik had het er altijd maar bij laten zitten. We krijgen van de buren, of kopen af en toe bij de slisser etc. en zoveel ei hebben we nou ook weer niet nodig.
Maar tuurlijk, doe maar zes eieren. Hier gaat alles in hoeveelheden van 6.
De klant voor ons kwam terug:
– Kan ik voor zaterdag nog een kipje krijgen?
Dat kon. Verkochten ze dan ook kip? Alles, kip, eend, gans, konijn, u zegt het maar.
– Doe mij maar zo’n ham, zei ik en wees naar die prachtexemplaren aan het plafond. Neen, dat was nou net het enige dat niet werd verkocht. Wist ik wel.
– Dan wil ik ook wel een kip zaterdag.
Een grote of een kleine? Een kleine.
– Dan slacht ik er toch twee, zaterdag? Arme vegetarische Yeva, die dat allemaal moest aanhoren.
We zeiden de oude mevrouw bij het weggaan gedag, die een stuk vrolijker was, had ik al verteld dat ze heel akelig van de trap af was gevallen en van alles had gebroken, inclusief ribben? Dat komt dan de volgende keer.

modderstel

We tuften naar de markt, haalden lekkers bij de diverse kramen en kregen van onze favoriete groentejongen een stapel venkel cadeau, omdat ze er niet meer zo mooi uitzagen. Tss, alsof dat boeit. Zaterdag worden ze bij dat kipje gesmoord, Siebe en Saar! Maar evenzo goed sympathiek.
– Boffen wij even, lulde ik er weer lustig op los tegen een willekeurig vrouwtje naast me. Wat of dat venkel in het Engels was, wilde ze weten.
– Ik zou het niet weten, want ik spreek geen Engels – wel flauw om zo te liegen, maar we hebben last van het mutatis mutandis Duitsersyndroom – “maar ik denk fennel“, zei ik nog laf, omdat ik me een beetje schaamde.
– Komt u uit de Creuse? , hup, meteen een vraag eroverheen.
– Neen, neen, mijn man, we hebben hier een huis. Ach, ze voelde zich betrapt.

Morgen of later vandaag meer over dat prachtige modderstel hierboven en: zwemmen in de rivier en hoe gloeiend heet een deux chevaux kan worden. Ik kon het stuur niet meer beroeren!
Het is 20:30 en nog steeds heel warm in de tuin. We houden er even mee op.

5 minuten later: hoor ik daar gerommel in de verte? Neen, h?®?

8 thoughts on “Een Duitsersyndroom”

  1. Het klinkt heel merkwaardig, voor vuurwerk is het nog niet donker genoeg. Of wel? De jacht op zwijnen is toch nog niet begonnen?

  2. Komma’s en intonatie! Of andersom. Ooit schreef ik er een paper over.
    Komt de rest van de familie en Yeva, of scharrelt Yeva met jou en de hondjes rond. Van die dingen, h?®? Dat lees en herlees ik en dat ligt gewoon aan mij.

  3. Ja, ik zag hem en dacht, WTH, zoek het maar uit. Weet je hoe warm het was? Een wonder dat er iets uitkomt. Meestal ga ik na een uur zitten doorhalen en verbeteren, het was te warm en te onweersachtig.
    En de weersverwachting van vandaag:

    Gisteren 34¬?C. Arme Siebe en Saar. En arme knorretjes, want er komen ook 2 cavia’s logeren.

  4. Dat hoop ik niet. Kijk, de zon schijnt alweer. Je kunt er hier altijd een paar graden bij optellen en een wolkje vanaf trekken.

  5. Ik word trouwens knettergek van de spam de laatste tijd. Gelukkig bestaat er Akismet, die alles tegenhoudt. Maar wat die spammers wensen te bereiken?

  6. Nee, het was begrafenisweer, zeker vanmorgen. En dat was maar goed ook, daar ik enz.

Comments are closed.