Land te koop


Kom dan! Kom dan!

Dat stukje land van gisteren, waarvan ik niet weet hoe groot het is, want ik vermoed dat een groot gedeelte achter de bomen links (foto hieronder) zit, herbergt regelmatig een aantal Fjorden. Die paarden zijn altijd te zien als ik mijn camera niet bij me heb, en zijn verdwenen indien wel. Vanochtend had ik ze eindelijk te pakken, hoewel ik altijd dacht dat het er 4 waren. Die andere twee zitten misschien in dat niet-zichtbare stuk land. Ze kijken mijn richting uit, maar komen nog steeds niet als ik lok, wat doe ik verkeerd?


Brokkies!

Van wie dit land is, is niet duidelijk. Er hangt een bord van een makelaar naast, maar ik pieker er niet over om daar contact mee op te nemen, de groeten. De enige van wie ik zeker weet dat ze het weet, is Paulette. Ik heb altijd zoveel met haar te bespreken (=roddelen) dat ik elke keer thuis denk: holy, weer vergeten te vragen. Dat is gunstig, want ondertussen zakt de prijs.
Waar hebben we dat land voor nodig? We hebben helemaal geen land nodig, alleen als we later nog een paard of 2 willen (of 1 paard en een ezel, of een geit), dan is het wel handig om een stukje te hebben. Tot die tijd kunnen we hooien of laten hooien door JP. Veel geld kan het niet kosten, tenzij het per ongeluk bouwgrond is.


Cerises aigres of griottes

Ondertussen ben ik in de schuurtuin gaan uitkijken naar die zure kers en inderdaad, zo moeilijk was die niet te vinden. Ik heb hem niet eerder gezien omdat ik er nooit – sinds de aanschaf van dit stukje tuin – in juni ben geweest. Die boom hangt helemaal vol en met een laddertje kan ik er denk ik wel bij. Hoera. En nu maar clafoutis maken tot we niet meer kunnen. Die cerises aigres of griottes worden hier gorge de pigeon genoemd, omdat ze eerst een wit borstje tonen, hoorde ik van mijn lieve buurvrouw. Die van ons zijn al oranje aan het kleuren, nog een week of twee tot ze rijp zijn, afhankelijk van de warmte. Het zijn er zoveel, dat ik nu eindelijk de kans heb uit te delen.


Bessen in de schaduw

En op een idiote plek in de schaduw liep ik tegen een aantal aalbesstruiken aan. Die had ik al eerder gespot en ook toen verbaasde ik me over de malle plek, tot ik me vandaag bedacht dat die idiote achterlijke laurier en nog drie andere bomen in de tijd dat de schuurtuin moestuin was, nog niet bestonden of beschaafde afmetingen hadden. Een reden temeer om dat hele zwikkie in de winter een kop kleiner te maken.

Morgen over mijn bezoek aan de markt en alweer de fietsenmaker met z’n vrouw, die volgende week de tent even sluiten.
– Gaan jullie naar Nord op vakantie, vroegen de klanten.
– We zijn niet gek, daar vriest het, zei onze Ch’ti gevat.