Sint Jan

vooral oudere dames

Op woensdag, 18:00, op de dag van Sint Jan – kijk maar op de kalender van La Poste – verzamelden vooral de oudere mensen = vrouwen, zich bij de oude kapel van Mas St. Jean. Vorig jaar was er geen priester te krijgen en ging het feest niet door.
In de tijd dat de buren jong waren, was deze mis een happening. Na afloop muziek en dans, de jongens aan de ene, de meisjes aan de andere kant en huppetee, vieren dat de zomer was begonnen in de allerdrukste tijd van het agrarische jaar.
Een huwelijksmarkt, concludeerde ik, toen Lucienne me dit allemaal vertelde. Inderdaad, dat was het ook, net als de andere feesten, 14 juli, de eindeloze rij brocantes, 15 augustus, de oogstfeesten, appels, aardappels, paarden, noem maar op.

vooral oudere dames

Die tijden waren in Mas St. Jean voorbij. Ik was een van jongsten, kun je nagaan, en daarbij een ongelovige. We werden door klokgelui de kleine kapel ingelokt. De klokketouwtjes kwamen uit een paar gaten in het houten plafond, ach, dat arme plafond, zo oud en zo aftands. Zou god ook loirs op zolder houden? Dat zou een hoop verklaren.
De kapel hoorde bij een landgoed, waar verder niets van is overgebleven. Geld voor de renovatie is er niet. Ik dacht toch dat we twee jaar geleden een inzameling hadden gehouden? Zeker mislukt.
Iedereen werd de kleine ruimte ingepropt. Ik kreeg een beetje de zenuwen van de brandende kaarsen die sommige devote dames vasthielden, en ik had nog geen blik op het broze 11-eeuwse houtwerk laten vallen of de dame naast me stak haar eigen haar in de fik toen ze zich bukte om een papiertje op te rapen. Tjesusmaria, dat ging maar net goed!

vooral oudere dames

Na de inleiding van 5 minuten moesten we naar buiten en begon de dienst onder de vleugels van de oude boom. De wateropnemer en onderhoudsman van de gemeente, Michel C. had voor stoeltjes gezorgd en stond op een afstandje in de zon toe te kijken.
De dame van de enige winkel in de Bourg zette met een oudedamesstemmetje een lied in, oh help, we moest zingen. Wat een merkwaardige liedjes waren dat of zingen ze alleen bij de protestanten psalmen? Toen Robertine en ik heel lang geleden in de jeugdcantorij in Oegstgeest zongen, was het Bach. Dit waren chanson-achtige liedjes, met dezelfde onbegrijpelijke teksten die Sinterklaasliedjes voor kinderen hebben. Je playbackt maar wat fonetisch mee. Makkestaaktuwiltgeraas. Ik kon aan de melodie geen touw vastknopen. Geen lekkere meezingers, was dat even pech hebben.

Het was wel aandoenlijk, maar tegelijkertijd had ik het gevoel alsof ik, gelijk Margaret Mead een vreemde stam aan het bestuderen was. Wat deed die priester nou toch allemaal? Hij haalde iets uit een doosje, stak het omhoog en de mensen bogen hun hoofd. Ik kon niet zien wat het was, rekte mijn hals en viel zo nog meer op omdat ik de enige was die niet boog. Hij dronk uit de gouden bokaal, stak die ook de lucht in en iedereen boog weer. We gingen staan. We gingen weer zitten.

Binnen in de kapelDe hosties werden uitgedeeld aan de liefhebbers.
– Ga je ter communie, fluisterde de buurman.
– Neen, natuurlijk niet, fluisterde ik terug.
– Ga nou, drong hij aan.
– Ik ben ongelovig, zei ik te hard.
De plechtigheid bestond uit rituele afspraken, vraag en antwoord, afgewisseld met dat merkwaardige gezang. Was dit echt serieus? Ja, dit was serieus. En dan al die personages die erbij werden gehaald: Dieu, J?©sus en Maria, dat zijn er drie, Sint Jan en ook de Oude Boom kreeg een rolletje toebedeeld. Dat laatste vond ik niet zo gek, de linde is oud, tastbaar en indrukwekkend.

Maar neen, zo’n dienst, ik weet het niet, ik vind het onvoorstelbaar dat miljoenen mensen zich hieraan overgeven. Ik begrijp het eenvoudig niet. Echt niet. Goed voor mijn integratie was het weer wel (“ze woont in het huis van Monique, je weet wel, ze rijdt in die deux chevaux”, enzovoorts).

Na afloop ging de geldinzameling rond (had ik niet aan gedacht) en stopte de priester z’n ritespullen in een zwarte attach?¬©koffer. Geen feest, geen muziek, geen dans. Wel een ontroerend en breekbaar gebouwtje.