Bakgemak

Nigella Lawson heeft een van de heerlijkste recepten voor cake en als je je aan haar instructies houdt, kan het niet mis gaan. Een cake maken lijkt zo gemakkelijk, maar die arme Saar, die haar hand niet omdraait voor allerlei ingewikkelds zoals chocolekkers, had de laatste twee keer de pech dat haar cake bleef waar die was: plat op de bodem van het blik.
Nu is het nogal essentieel dat je de laatste handeling – het toevoegen van het zelfrijzend bakmeel – met beleid uitvoert, aan de andere kant kan ze misschien per ongeluk ook best gewone bloem hebben gebruikt. In ieder geval, ik heb twee keer deze Nigellacake gebakken en hij is volmaakt, al zeg ik het zelf.

Wat stopt dat Engelse vrouwtje erin:
240 gr boter (kun je de rest gebruiken om de vorm in te vetten)
200 gr suiker
citroenschil of vanille (dat laatste kopen we bij de Chinees)
3 grote eieren (we doen 4 kleinere)
210 zelfrijzend bakmeel
90 gr bloem (elke keer een eetlepel tussen de eierenklop)
en dan doen wij weer er weer 250 gr rozijnen bij (geweekt, gedroogd en voorzien van een laagje bloem, opdat ze niet naar beneden zakken, tip van de Ouwe de Korte)

Oven voorverwarmen (etna 3) en dan de gewone cakebeslaghandelingen verrichten:
boter zachtroeren met de suiker, de citroen of vanille, een voor een een ei erbij, lang kloppen, na elk ei een eetlepel bloem en dan heel voorzichtig het zelfrijzend bakmeel er doorheen scheppen. Tenslotte, of in dezelfde beweging de rozijnen. Tot en met de eieren gebruik ik de keukenmachine, dan kun je ondertussen iets anders doen, een kopje thee drinken, of het blik invetten. Het meel mag je er absoluut niet met de keukenmachine doorheen slaan, dan rijst hij niet.
Vlak voordat de boel de oven ingaat, moet je er een laagje suiker over strooien, dat geeft een heerlijk zoet, krokant korstje.

Dit weekend heb ik ook nog een van favorieten van Yeva en mij gemaakt, de pissaladière, dat is de Provençaalse uientaart.
We hadden hem al op voordat ik hem had gefotografeerd, dus ik heb een plaatje van internet gepikt:



Ik gebruik het recept van Elizabeth David. De recepten van internet gebruiken allemaal het kant-en-klare deeg uit de supermarkt, op een rol en inclusief bakpapier. Waarom dat niet in dit land wordt verkocht, ik weet het niet. Onhandige kleine vierkante plakjes bladerdeeg. Ik importeer altijd een aantal rollen die ik invries.

David gebruikt brooddeeg, maar mengt dat met boter en ei, waardoor de bodem iets kruimeliger wordt.
Voor de vulling: 1 kilo uien, 2 tomaten, zwarte olijven, ansjovis. olijfolie, zout en peper.
De uien in ringen gaarmaken in een pan met een scheut olijfolie, niet te hard, ze mogen niet bruin worden. De ontvelde tomaten erbij tot ze helemaal verdwenen zijn, en eventueel een fijngehakte teen knoflook.
Stort de massa ui op de met deeg beklede springvorm, versier hem vrolijk met ansjovisfiletjes en ontpitte olijven, in de oven op 200 graden en na 15 – 20 minuten ruik en proef je de Provence. Sommige mensen strooien er tijm over, zoals hier te zien is op de foto. Ook heel lekker, maar wij houden van de pure olijf-met-ui-smaak.