Zondag

afslag Naillat
Een middeleeuws straatje in Dun

Nee, het gaat niet lukken, tussen alle bedrijvigheid nog een stukje schrijven, terwijl er hier toch genoeg gebeurt om het over te hebben. Alles weliswaar op plattelandsniveau en idem tempo, maar toch, voor ik het besef, is de zon al weer onder, zoals nu. Ik zit in mijn bedje, de heerlijke landelijke frisse geur komt door het open raam naar binnen, ik hoor de vleugeltjes van de vleermuizen klapperen en in de verte klinkt een uil.
Mijn leeslampje is aan, logisch, anders zie ik niks en hopelijk zijn de enge beesten nog niet actief, want echt overtuigend warm is het niet. Als ik in de zomer het gordijn niet helemaal dichtdoe, komen er altijd nachtvlinders en zoemende torren kijken, die zich vlak bij mijn hoofd tegen de hete gloeipeer proberen te zelfmoorden. Dat leest niet zo lekker.

twee oorlogen met treurnis
We parkeren in een wonderlijk lege hoofdstraat tegenover het Monument

Gisteren had Bess dan eindelijk de loir te pakken. Dat suffe beest was op de trap blijven zitten en veel kunnen die honden niet, maar ruiken en als de bliksem toehappen, dat weer wel. Ik heb het diertje uit de kaken van Bess gewrikt en moest tegelijkertijd opletten dat Kwint hem niet vervolgens greep. Alweer een gevalletje van catch 22 wegens het ontbreken van een derde arm.
Met de leren tuinhandschoenen heb ik hem ver weg buiten tussen de struikjes gezet. Of hij het overleefd heeft, is de vraag. Misschien was het de moeder en zitten haar kinderen nu verweesd en tevergeefs te wachten op eten.

rubbers
Reparatie van een slappe achterbank

Het is zondag, er is hier niks te beleven, tijd voor uitgestelde klussen. Ook weer een frusterende bezigheid, die 2cvbank weer zo te krijgen dat de passagiers achter niet meer op de grond zitten, want daar komt het op neer. Ik kan het eenvoudig niet, er zit geen kracht op mijn pootjes, zeker niet na een uur maaien. Ook een dopje van een spafles (spaf-les? neen, spa-fles, wat ziet zo’n woord er toch idioot uit, ik zei het al eerder) lukt me nauwelijks. Hoe moet ik nu overleven in deze wereld van hardnekkige verpakkingen?

En wat zei ik? Vliegt er net een mot vanuit het duister regelrecht mijn truitje in.

clematis
Kijk hem toch weer eens lekker bloeien

Als de warmte een beetje aanhoudt, kan ik de bonen nog verspenen. Ik heb nog 24 uur. Dinsdag rijden we terug. Er is in al die weken geen enkele tomaat opgekomen. Hoe kan dat nou?