Een warme dag

drank en eten

Het was drukker dan anders op de brocante van vandaag, het weer was fantastisch en ik heb drie aankopen gedaan: een karafje van aardewerk voor de kartonnen BIB (bag in a box, 3 of 5 liter wijn) van 1/4 liter, zodat je niet per ongeluk al tappend ontdekt dat je drie liter achter je kiezen hebt, is-ie nouallob hoekandannou, een waterketel (die Chinese in Amsterdam krijgen we bijna niet meer open) en les ames grises van Claudel, ook al voor 50 cent, bij de dames van de bibliotheek. Merkwaardig dat zo’n boek weer wordt weggedaan, maar misschien wil iedereen flutboekjes lezen, heel goed mogelijk.
Het was zo warm, dat we niet langer bleven dan noodzakelijk. We hebben wel weer iedereen gezien, daar worden die rommelmarkten tenslotte voor georganiseerd.

strandje

Ons strand was om 17:00 uur idioot druk, alles relatief natuurlijk, want er is plek zat en de rivier is groot. De meisjes bleven bijna 2 uur in het water, Siebe zwom met ze naar de overkant, terwijl ik mijn boek las en een biertje dronk. Ik voorzag de gebeurtenissen die zich voor ons ontrolden ten behoeve van iedereen die het wilde horen en die het niet wilde horen, van ondertiteling:
“Kijk, wat een schattig ventje, loopt in zijn blootje naar het water, wie let er op hem? Niemand, kijk nou toch die ouders zitten een beetje met elkaar te kletsen, verrek, hij gaat het water in, help, er is niemand die kijkt, kijk nou toch, HELP, hij valt om, tjesus, Siebe, hij was bijna verdronken, hoort die man bij die mensen, het ventje loopt weer terug, hee, moet die retriever zien, dat andere hondje wil het water niet, hij zwemt razendsnel terug, gaat-ie zitten wachten op z’n baasje, ach, hij wordt opgetild en hahaha, gekust door z’n baas, lollig toch, die retriever zwemt nog rond, enz enz enz”, totaal niet interessant voor Siebe of wie dan ook, Siebe, die onverstoorbaar doorleest en zich heel verstandig doof houdt. Ik kan gewoon geen seconde mijn mond houden.

dikkejongen

“Moet je nou toch zien, ze worden toch zienderogen dikker, de Fransen, wat doet die die jongen daar eenzaam op een steen, eens kijken of ik hem stiekem kan fotograferen, shit, mislukt, verrek, is het Nederlander, neen, neen, gelukkig, oh, een Belg, putain, ik moet wel uitkijken met wat ik hardop uitkraam, zeg.”