Aggrressie

knoflook

Terwijl de sjalotjes hun geur verspreiden – aardappeltaart ?‚Ć l’?¬©chalote – zit ik me met terugwerkende kracht te verbazen over de aggressie hier op straat. Ik ging vrijdagavond toch nog even eea bij de Appie halen, niet veel, een paar dingen in een mandje, en op de Nieuwmarkt kun je dan ook bij de segretten afrekenen, als tenminste het poortje naar boven openstaat. Het poortje stond open, ik – gaar van de lange reis – meld me bij de segretjuffrouw met twee biertjes, een pak melk, en brok pecorino en nog een paar van die flutdingen, blaft dat vrouwtje me af:
– JE MAG MAAR VIJF ARTIKELEN!
Gelukkig verlaag ik me tegenwoordig niet meer tot dat niveau, anders zou ik dat meisje een koekje van eigen deeg hebben geserveerd. Je komt toch regelmatig in de verleiding, zoals 20 minuten eerder, toen we de auto voor de deur zetten om te lossen.
Onze lievelingsbuurman kwam net naar buiten, jelui weet wel, de amoebe, de eencellige met schijnvoetje. Ach, wat een vrolijk toetje trok hij weer, toen hij ons zag! Zijn wrok duurt nu al 10 jaar, meen ik. Hopelijk vreet het goed aan z’n hart, dan zijn we er binnenkort vanaf, waarschijnlijk ook tot opluchting van z’n vrouw en kind, die zonder enige twijfel ook jarenlang geterroriseerd worden door het verongelijkte smoel en gedrag, want ik kan me niet voorstellen dat-ie dat alleen voor ons bewaart.

tomaten

Enfin, waar maak ik me druk over. Ik maak me er trouwens niet druk over, ik grinnik er tegenwoordig alleen nog maar om. De aardappeltaart is klaar, we eten er gebakken courgettes met kaas bij en morgen zijn er al een paar tomaten rijp.
Dat er mensen zijn die hun hele leven grommend een wrok koesteren, dat verbaast me en dat gun ik ze na zoveel jaar voor lul begripvertoon daarom van harte. Stik er lekker in, joh. Zit ik me kwaad te maken? Welneen.
Als ik het onze echte buren vertel, begrijpen ze niet waar het over gaat. Tant mieux. Ik ook niet. Gelukkig maar.