Ze liggen overal door het ganse land
Toen het er eind juni niet uitzag, dat er ooit nog gehooid zou kunnen worden, was het ach- en wee-geroep niet van de lucht en terecht natuurlijk. We konden ons niet meer voorstellen dat het ooit nog zomer zou worden, tot de zon eindelijk verscheen, de temperatuur omhoog ging en de nachten onverdraaglijk warm werden. Ook weer niet goed, jamais content. Het aantal hooibalen was nog nooit zo groot geweest, zei vriendin P. tegen buurman P., vijftig (50) meer dan vorig jaar op dat ene grote weiland! Maar in de moestuin ging alles eraan. Tout est crev?©.
– We hebben dit jaar niks te eten, riep ze alweer met overdreven drama in een inktzwart toekomstscenario uit. Dan moesten we maar hooi eten, grinnikte buurman, die zijn buurvrouw langer dan vandaag kent.
En ze liggen weer in het gelid
Om terug te komen op die hooibalen, ik vroeg me al jaren af waarom die na een tijdje keurig op een rijtje worden gelegd. Ik begrijp wel dat dat ze dan in ?©?©n zwaai op de hooiwagen kunnen worden geladen, maar logistiek gezien is het meer werk ze eerst op een rijtje te leggen om ze dan een week later nog een keer op te pakken en ze te laden. 2x oprapen is meer werk. Tenzij je bij het binnenhalen haast heb en de hele handel in een dag wilt binnenhalen en je tussendoor toch niks te doen hebt, alsof ze verder niks te doen hebben hier (I).
Een paar dagen geleden stelde ik eindelijk JP die vraag, die inderdaad bevestigde dat dat laatste een overweging was, maar, voegde hij eraan toe, ik heb het niet gedaan, hoor, Marc heeft ze in het gelid gelegd. Marc is de vader van de King of the Septic Tank Olivier. Oh, ja, zo kan ik het ook, als een ander het doet, is het minder werk, alsof ze verder niks te doen hebben hier (II).
Zo zag ik op een ochtend bij het honden uitlaten de Dierenfluisteraar (85) dat klusje voor zijn zoon klaren, in de trekker met zijn 14 blaffende hondjes gezellig bij hem in de cabine. Die hondjes waren Bess aan het uitschelden.
Het bijen- en vlindertuinexperiment, plaatje tussendoor
Over de zoon van de Dierenfluisteraar gesproken, ik liep laatst ‘s ochtends voor de zoveelste keer over het pad dat in een beek verandert en Bleu mocht daar los, omdat hij als hij er toch onverhoeds vandoor gaat, redelijk snel weer terugkomt als ik hem roep. De herdershondprikkels zijn wat minder, de kalveren zijn alweer groot en hollen niet weg, maar kijken terug en bovendien waren alle belendende weilanden leeg.
En warempel, dat zal je altijd zien. waar hij vorig jaar december de herdershond had uitgehangen, kreeg hij een hert in zijn neus en rende de diepte in, waar hij na een uitsloverig ererondje weer mee ophield en zich braaf bij me meldde. Ik zwaaide naar de kleindochter van de dierenfluisteraar die beneden aan de andere kant van de wei een beetje stond te niksen, alsof ze verder niks te doen hebben hier (III), liep verder en greep voor de zekerheid Bleu even bij zijn halsband, voor het geval hij toch weer van gedachten wilde veranderen.
Twee seconden later denderde precies op de plek waar we net nog hadden gestaan, de enorme kudde Limousinvee hetzelfde weiland in, koeien en kalveren in alle maten en soorten, nog meer en nog meer, er leek geen einde aan te komen, tot tenslotte de zoon van de Dierenfluisteraar volgde. Bleu en ik stonden verstijfd en schrokken ons met een enorme vertraging alsnog te pletter. Hoe was dat nu weer mogelijk! Waren we weer eens ergens aan ontsnapt, aan wat, dat was niet duidelijk. Het allervreemdste was, dat we niks hoorden aankomen, geen hoefgetrappel, geloei of gesteun. Ja, een beetje geritsel in het hoge gras.
Toen ik 10 minuten later de kleindochter sprak, die daar natuurlijk helemaal niet beneden had lopen niksen, maar op de kudde had staan wachten, die nog een weitje verder gedreven moest worden, zei ze, gelukkig kwam hij meteen weer terug, ik was al bang dat het mis zou gaan.
You can say that again.
De hittegolf hield zich twee dagen koest, maar is weer in volle glorie terug. Saar is weer in NL en kon haar drophonger dinsdag reeds stillen bij de HEMA op Gare du Nord. De kuikens groeien als kool. Ze zijn enorm brutaal, springen op schoot om te zien of ik iets lekkers in mijn handen heb. Deze hierboven laat zich zelfs zachtjes aaien. Dat zou wat zijn, een aaibare schootkip.